De kans op een fiasco: Van de klok en van de klepel

12 april 2013
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 5 min

Opinie

 

Reactie op artikel van Marcel Popmper: Geforceerde invoer van Hoorprotocol lijkt af te stevenen op fiasco

Ingezonden door Erik Koekoek, voorzitter Stuurgroep Horen van Zorgverzekeraars Nederland

Op Hoorzaken staat een ingezonden stuk van de heer Marcel Pomper, volgens mij een betrokken audicien. Ik ga er dus van uit dat hij oprecht bezorgd is over het lot van de hoortoesteldrager en over de inhoud van zijn vak als audicien. In dat geval is discussie zinvol en kan ik hem (en mogelijk ook anderen) gerust stellen. Het is alleen wel jammer dat de heer Pomper het hele plaatje al op zijn eigen wijze heeft gevuld zonder dat hij zich vooraf goed op de hoogte heeft te laten stellen. Daarmee veroorzaakt hij op zijn beurt weer extra onrust en onduidelijkheid. Ook dat komt de kwaliteit van de zorg niet ten goede. Een aantal misverstanden zijn ontstaan doordat er in feite drie vernieuwingen door elkaar lopen:

  1. De uitgangspunten van de NOAH Veldnorm, de norm die audiciens binnen hun beroepsgroep hebben afgesproken, worden nu door alle zorgverzekeraars onderschreven en ook stringenter toegepast. De uitgangspunten van de triage zijn al jaren bekend en beproefd en de triage-audiciens zijn daar ook apart op getraind. Dus daar kan de verrassing niet zitten: er is een degelijk proces van voorbereiding aan vooraf gegaan, vooral ook dankzij de inzet van NVAB en StAr. De Veldnorm wordt vanaf heden echter wel strikt nageleefd door de invoering van een Indicatieportaal. De praktijk uit 2012 heeft aangetoond dat dit (helaas) dringend noodzakelijk was.
  2. De aanspraak op een hoorhulpmiddel is sinds 2013 functiegericht omschreven. Ook dit is al jaren geleden aangekondigd (en voorbereid), en deze uitgangspunten gelden inmiddels voor vrijwel alle hulpmiddelen in Nederland. Uit de laatste alinea van de heer Pomper blijkt dat dit idee in de basis draagvlak heeft en dat is ook recent nog eens onderstreept door partijen als NVAB en AudiNed. Er bestaan echter nog wel veel misverstanden en op enkele van deze misvattingen zal ik onderstaand nog in detail ingaan.
  3. Tenslotte is er een doelmatigheidsopdracht doorgevoerd. Door partijen wordt niet ontkend dat enige prijscorrectie mogelijk was. De klant is hierdoor spekkoper. In vergelijking met vorig jaar is dezelfde hooroplossing enkele honderden Euro’s goedkoper.

Deze cumulatie van maatregelen is vervelend, en vertroebelt het zicht op het effect van elke individuele maatregel.

Het systeem krijgt nu vaak ten onrechte de schuld en het draagvlak wordt daarmee op de proef gesteld. Anderzijds ben ik er van overtuigd dat het hoortoestel absoluut uit het basispakket zou zijn verdwenen als er niet iets aan de prijzen zou zijn gebeurd. En dan zou het hoortoestel een echt ‘toonbankartikel’ zijn geworden, zonder de kwaliteitsbodem van de Veldnorm, StAr, het Hoorprotocol, etc. Ik neem aan dat dit niet alleen voor de slechthorende, maar ook voor de vakman/audicien een schrikbeeld is. Nu de concrete punten uit het stuk van de heer Pomper:

  • Als de audiologische achtergrond wordt afgeleid uit de algemene beantwoording van vragen tijdens een informatiebijeenkomst voor het Aanvraagportaal Hoorzorg, dan verbaast het mij niet dat er misinformatie in omloop is gekomen. Voor de helderheid: bij de toewijzing van de categorie staat de klantbeleving centraal, maar dat betekent absoluut niet dat de audiometrische gegevens er verder niet toe doen.
  • Het pakket is wel degelijk klaar voor gebruik, maar voorziet in een lerende fase. Dat is geen teken van zwakte, maar daar zit nu juist de kracht van dit systeem. Sinds 2009 is systematisch gezocht naar alle relevante informatie om tot een verantwoord startpunt te komen. Alle “evidence” uit de literatuur is gebruikt, aangevuld met de expert opinion van een groep direct betrokken audiciens en audiologen. Langer wachten leidt naar verwachting niet tot meer inzichten.
  • De huidige versie van de systematiek is gebaseerd op populatie-onderzoek bij 3 populaties: in het totaal meer dan 300 normaalhorenden als referentie en meer dan 700 hoortoesteldragers. Dat is – voor audiologische begrippen – een uitzonderlijk groot aantal. Het is dus geen “sprong in het diepe”! Desondanks verwachten wij dat het systeem gaandeweg verder verbeterd kan worden. De verdere ontwikkeling is mogelijk dankzij het systematisch verzamelen en analyseren van “practice-based” evidence. En dat is nu exact wat dit systeem gaat doen. Bij de Masterclass voor audiciens was daar – ondanks een kritische grondhouding – veel belangstelling voor. NVAB en AudiNed zijn beiden uitgenodigd om op dit punt actief mee te denken en mee te sturen.
  • Iedere vragenlijst is “subjectief” lijkt mij. Als de heer Pomper bedoelt te zeggen dat er ook tendentieuze vragen zijn opgenomen, dan is dat eenvoudig te herstellen, want dat is uiteraard niet de bedoeling. Controle daarop is overigens eenvoudig, aangezien de vragen voor iedereen bekend zijn en dienen te worden ingevuld zonder beïnvloeding door derden. Dus wij horen graag op welke vragen zijn kritiek zich richt.
  • Het klopt dat de individuele klant zelf bepaalt wat hij invult. Dat is volgens mij ook onvermijdelijk als je bewust de klantervaringen centraal wilt stellen. Het systeem is daarmee beïnvloedbaar geworden, maar niet oncontroleerbaar. Het is fair om uit te gaan van een eerlijke beantwoording van de vragen (en verzekeraars durven dat ook aan). Maar een controle daarop is ontwikkeld.
  • De heer Pomper lijkt grote zorg te hebben over de mogelijkheid van shopgedrag door klanten. Dat zal ongetwijfeld gaan gebeuren, en past ook in een branche met autonome en mondige klanten. Vraag is alleen of dit het gevolg is van het systeem, of wordt verklaard door andere factoren. Het is toch vooral aan de audicien om de klant te ondersteunen en te adviseren over een adequate hooroplossing. Hierbij is voldoende ruimte voor maatwerk en het leveren van onderscheidend vermogen tussen audiciens op basis van kwaliteit, assortiment, dienstverlening en service. Dit is voor een klant vele malen belangrijker en zwaarwegender dan de vermeende mogelijkheid om net zo lang te shoppen totdat de gewenste categorie is bereikt.
  • De zorg voor bijzondere groepen is toebedacht aan de Audiologische Centra. Dit vloeit voort uit de Veldnorm en lijkt mij ook terecht. Zorgverzekeraars hebben met klinisch-fysici audiologen afgesproken dat zij bij deze groepen een prerogatief hebben, d.w.z. dat het functiegericht advies van de klinisch fysicus audioloog vooralsnog leidend is.
  • Het is mij volstrekt onduidelijk hoe de heer Pomper kan beweren dat de expertise van de audicien buiten spel wordt gezet. Hij gaat nu echt optreden als triage-audicien (daarvoor is veel geïnvesteerd in extra nascholing). Zijn rol bij de selectie, de instelling, de voorlichting, de counseling en de nazorg is niet anders dan vroeger. Met drie opmerkingen: 
    • Het positieve is dat de audicien bij zijn werk wordt ondersteund door een goed gevalideerde vragenlijst en (straks) door de gezamenlijke ervaringen vanuit het veld.
    • Het mogelijk negatieve is dat de patiënt staat “voorgesorteerd” voor een bepaalde klasse, maar – als het inkoopbeleid binnen de eigen organisatie niet te smal is uitgevoerd –per klasse is er nog heel veel keus mogelijk: hoogwaardige toestellen van vele merken en typen.
    • Mocht het echt niet lukken binnen de geïndiceerde klasse, dan is een bijzondere zorgvraag mogelijk, mits voorzien van een goede inhoudelijke motivatie. Ook dit is werk voor vakmensen met veel expertise.

Ik hoop dat de grootste misverstanden hiermee uit de wereld zijn. Maar als de heer Pomper vraagtekens houdt, is hij van harte welkom om verder te discussiëren.

 

Zoekwoorden: zorgverzekeraars nederland protocol, Stuurgroep Horen, reactie

Meer nieuws

Het verhaal van Frances: lees hier over haar ervaringen met haar Cochleair Implantaat

18 april 2024 | Het is oktober 2012 als ik sinds lange tijd weer de wachtkamer van de KNO [...]

Fluoroscopie biedt meerwaarde bij plaatsing cochleair implantaat

15 april 2024 | Duitse onderzoekers zien voordelen van de inzet van een fluoroscopisch beeldvormingssysteem bij het implanteren van [...]

Bernafon Encanta nieuwe hoortoestelfamilie uit de koker van Demant  

14 april 2024 | Demant het moederbedrijf van Oticon en Bernafon lanceerde afgelopen week tijdens een bijeenkomst in Utrecht [...]

Realistische reclames zijn een utopie, ook voor hoortoestellen | Column

11 april 2024 | De roep om realistische reclames voor hoortoestellen komt met enige regelmaat voorbij op sociale media. [...]