Ziekte van Ménière | professional

Bij de ziekte van Ménière is er sprake van een niet goed werkend binnenoor. Hierdoor kunnen klachten van slechthorendheid, duizeligheid, misselijkheid (ook braken) en tinnitus (oorsuizen) ontstaan. Veelal verloopt deze ziekte aanvalsgewijs. Sommige mensen hebben meerdere aanvallen van Ménière per maand. Bij anderen zitten er soms maanden of zelfs jaren tussen twee aanvallen. De ziekte van Ménière kan zich aan één of twee oren voordoen. Wanneer de ziekte zich aan één oor voordoet, kan het zijn dat in de loop van de tijd ook het andere oor mee gaat doen. Dit doet zich in zo’n 10% van de gevallen voor. De ziekte is vernoemd naar de Franse arts Prosper Ménière die voor het eerst de verschijnselen van deze ziekte beschreef.

Lees verder
Inhoud tekst

Wat is de oorzaak van de ziekte van Ménière?

Naar de ziekte van Ménière is en wordt nog steeds uitgebreid onderzoek gedaan. De precieze oorzaak van de ziekte is echter nog steeds niet bekend. Duidelijk is dat er zich een probleem voordoet in de cochlea. De cochlea bestaat uit meerdere compartimenten die gevuld zijn met een vloeistof. Zoals in onderstaande animatie te zien is zijn het middelste en bovenste compartiment gescheiden door een membraan (membraan van Reisner). In het middelste compartiment bevindt zich het orgaan van Corti (het eigenlijke gehooroorgaan). De scale media is verbonden met het evenwichtsorgaan. Veranderingen in het slakkenhuis waar de endolymfe vloeistof zit, kunnen zowel het gehoorvermogen als het evenwicht negatief beïnvloeden.

Scheuren membraan

Bij de ziekte van Ménière doet zich een verstoring in de vochthuishouding voor. Er wordt uitgegaan dat er een ophoping van de endolymfe vloeistof in het scala media plaatsvindt (in de onderstaande animatie blauw gekleurd). Door de ophoping kan de druk op het membraan van Reissner te groot worden en kan dit membraan scheuren.
Deze verstoring in de vochthuishouding wordt ook wel een endolymfatische hydrops genoemd. Het kan dus komen door te grote productie van endolymfe, maar mogelijk ook door onvoldoende afvoer ervan. Er ontstaat zo een te grote druk in de endolymfatische ruimte ten opzichte van de perilymfatische ruimte.

De druk op het membraan van Reissner veroorzaakt waarschijnlijk het drukgevoel waarover patiënten klagen. Door het scheuren van het membraan kunnen de endolymfe vloeistof in het scala media en de perilymfe vloeistof (in de animatie oranje gekleurd) die zich in het scala vestibuli bevindt, zich vermengen.
Dit kan een Ménière aanval veroorzaken. Waarom er een overproductie plaatsvindt van de endolymfe vloeistof is nog steeds niet bekend.

De ziekte van Ménière

Voorkomen (prevalentie) van Ménière

De ziekte van Ménière komt even vaak bij mannen als bij vrouwen voor. Het begin van ziekte is meestal op middelbare leeftijd (tussen het 40e en 60e levensjaar). Ook jongeren en ouderen kunnen de ziekte krijgen. Naar schatting hebben tussen de 10.000 en 15.000 mensen de ziekte van Ménière.

Er wordt op gewezen dat de aandoening vooral optreedt bij mensen met een perfectionistische instelling en een zeer zorgzaam karakter met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Stress wordt gezien als een belangrijke veroorzaker voor het optreden van nieuwe aanvallen. Hiervoor is echter nog geen bewijs. Ook worden alcohol, cafeïne, slaaptekort, zware inspanning genoemd als mogelijke oorzaak van nieuwe aanvallen. Ook daar is nog geen bewijs voor.

Kenmerken en beloop van Ménière

De ziekte van Ménière wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen. Over het algemeen zijn tussen de aanvallen door geen klachten. De duur van de klachtenvrije periode kan variëren van enige uren tot maanden en zelfs tot enkele jaren.

Verschijnselen

De verschijnselen wisselen van mild tot ernstig. Vaak gaat een aanval samen met duizeligheid, waarbij de patiënt soms zo misselijk wordt dat hij gaat braken. Ook bleekheid, transpireren, een langzame hartslag en diarree kunnen zich voordoen. Daarnaast kunnen geluiden vervormd klinken (metaalachtig geluid) en wordt het gehoorvermogen minder (in het begin vooral in de lage tonen) en is de tolerantie voor lawaai afgenomen. De aanvallen kunnen in de loop van de tijd ernstiger worden.

Ziekte van Ménière komt tot rust

Een geruststellende gedachte is echter dat de ziekte van Ménière altijd tot rust komt. Dit kan wel een flinke tijd duren. Uiteindelijk duren de aanvallen nog maar minuten en op het eind klaagt de patiënt alleen nog maar over kleine schokjes in zijn hoofd. Deze kunnen uiteindelijk ook verdwijnen.

Voortekenen

De aanvallen van de ziekte van Ménière doen zich vaak zonder voortekenen voor. Sommige patienten merken echter een toename van het drukgevoel op en een vermindering van het gehoorvermogen voorafgaand aan de aanval. De aanvallen blijken vaker in rust op te treden, zoals tijdens het slapen, dan tijdens activiteiten.

Duur aanval

De aanvallen duren in het begin van de ziekte meestal enkele uren. De patiënt is tijdens zo’n aanval meestal tot weinig of niets in staat en zoekt het liefst het bed op. De dagen na zo’n aanval voelt de patient zich onzeker over zijn balans (evenwicht).

Instabiliteit en wiebeligheid bij Ménière

Tussen de aanvallen door kan de patient helemaal vrij zijn van duizeligheid, soms houdt hij/zij een zweverig of wiebelig gevoel tussen de aanvallen.

Tijdens een aanval kunnen de ogen op een specifieke manier bewegen (wiebeloog of triloog). Hierbij bewegen de ogen zich snel in een bepaalde richting en draaien langzaam terug. Wanneer het evenwichtsorgaan aan beide zijden ontregeld raakt, heeft de patiënt alleen nog zijn gezichtsvermogen om zich in de ruimte te stabiliseren.In het begin is het voornamelijk de angst voor een nieuwe aanval die een grote rol speelt bij de ziekte. In een later stadium is het vooral de slechthorendheid die meer op de voorgrond komt, vooral als beide oren zijn aangedaan. Het gehoorverlies wordt op den duur ernstiger, maar de duizeligheidsaanvallen verdwijnen in de loop der jaren.

Diagnose van Ménière

Wanneer er twee aanvallen van draaiduizeligheid zijn geweest die elk langer dan twintig minuten hebben aangehouden, is er mogelijk sprake van de ziekte van Ménière. Indien de huisarts dit nodig vindt, zal deze de patiënt doorverwijzen naar de KNO-arts.

Hoortest

De KNO-arts zal onder andere een hoortest afnemen. Een hoortest kan bijdragen aan de diagnose van de ziekte van Ménière. Omdat het gehoorverlies wisselend is, laat de arts op verschillende momenten het gehoor meten. Indien een hoortest geen uitsluitsel geeft zullen er ook nog andere onderzoeken (waaronder evenwichtsonderzoeken) plaatsvinden.

Evenwichtsonderzoek

Elektronystagmografie is zo’n evenwichtsonderzoek. Bij dit onderzoek laat de onderzoeker het oor vol lopen met water met variërende temperaturen. Normaal gesproken veroorzaakt dit een gevoel van duizeligheid, waarbij de ogen onwillekeurige bewegingen maken. Hoe de ogen bewegen wordt nauwkeurig geregistreerd en geanalyseerd. De resultaten worden vergeleken met de waarden van gezonde mensen. Zo kan worden bepaald of het evenwichtszintuig normaal functioneert.

Overige onderzoeken

In sommige gevallen wordt ook een bloedonderzoek uitgevoerd. Ook kan de KNO-arts het nodig vinden om het functioneren van de gehoorzenuw te onderzoeken (d.m.v. een BERA onderzoek) of via een MRI of CT scan een beter beeld te krijgen van het slakkenhuis en de gehoorzenuw. Indien nodig wordt ook een neuroloog of internist bij het onderzoek betrokken. Genoemde scans, het bloedonderzoek of het evenwichtsonderzoek zijn echter niet nodig voor de diagnose van de ziekte van Ménière. Wel zijn deze onderzoeken nuttig om eventuele andere oorzaken uit te sluiten of om de ernst van de klachten te bepalen.

Diagnostische criteria bij de ziekte van Ménière

Diagnostische criteria de Ziekte van Ménière (Bárány, AAO-HNS, EAONO)

Er is zeker sprake van de ziekte van Ménière wanneer er:

  • twee of meer vertigo episodes zijn geweest van 20 minuten tot 12 uur
  • sprake is van een asymmetrisch binnenoorgehoorverlies in de lage tot middentonen groter dan 30 dB bij twee of meer frequenties onder de 2 kHz
  • sprake is van fluctuerende oorsymptomen tijdens de aanval (gehoorfluctuatie, tinnitus of druk
  • geen meer logische oorzaak voor de symptomen is

Er is mogelijk sprake van de ziekte van Ménière wanneer er:

  • twee of meer episodes van vertigo of een duizelig gevoel ten opzichte van de omgeving van 20 minuten tot 24 uur
  • sprake is van fluctuerende oorsymptomen tijdens de aanval (gehoorfluctuatie, tinnitus of druk)
  • geen meer logische oorzaak voor de symptomen is

Gehoorverlies en Ménière

Bij aanvang van de ziekte van Ménière is er sprake van een wisselend verlies in de lage tonen (perceptief) en klaagt de patiënt over vervorming van geluid en soms over overgevoeligheid (hyperacusis) voor harde geluiden. Later doet het gehoorverlies zich ook in de hogere frequenties voor. Meestal doet het gehoorverlies zich voor aan één oor, maar ook het andere oor kan te maken krijgen met de ziekte van Ménière (in 10% van de gevallen). Het gehoorverlies dat uiteindelijk blijvend is, stabiliseert zich veelal bij 50 tot 60 decibel.
Patiënten kunnen tonen aan het ene oor met een andere toonhoogte waarnemen dat aan het andere oor. Dit wordt diplacusis genoemd.

Kwaliteit van leven, angst en depressie bij de ziekte van Ménière

Uit onderzoek van de Universiteit van Groningen komt naar voren dat de ziekte van Ménière negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit van leven. Ménière patiënten beoordelen de globale kwaliteit van leven gemiddeld met een 6.5, terwijl de algemene populatie een gemiddelde van een 7.5 geeft. Ook hebben patiënten met de ziekte van Ménière meer psychische klachten. Dit uit zich vooral in het ervaren van angst en depressieve gevoelens. Daarnaast voelen de patiënten zich meer beperkt in hun dagelijkse activiteiten of in hun werk als gevolg van de fysieke of emotionele problemen dan de algemene populatie. Omdat depressie en ziekteacceptatie bij Ménière patiënten een belangrijke voorspeller zijn voor de kwaliteit van leven, is het goed om de behandeling van de ziekte van Ménière, naast de verlichting van de symptomen, vooral ook te richten op de psychische gevolgen van de ziekte van Ménière.

Oorsuizen bij de ziekte van Ménière

De aard van het tinnitus kan bij de ziekte van Ménière verschillen. In het begin van de ziekte heeft de tinnitus vaak vooral een bonkend of zoemend karakter fluctueert met het gehoorverlies. In een later stadium van de ziekte krijgt de tinnitus een meer ruisend karakter. Echter ook andere geluiden kunnen worden gehoord (gepiep, getingel, kraken, sissen etc).

Diplacusis bij Ménière

Bij diplacusis hoort iemand een toon in het ene oor met een andere toonhoogte dan in het andere. Onderzoek heeft laten zien dat diplacusis bij Ménière kan komen door verandering van de toonhoogtekaart in het slakkenhuis. De onderzoekers concluderen dit aan de hand van onderzoek op cavia’s. Deze kan volgens de onderzoekers namelijk veranderen door de verstoring van de vochthuishouding in het slakkenhuis. Door de drukvergroting zou het basilairmembraan daarin stijver worden en er zo voor zorgen dat een geluid aan het ene oor anders klinkt dat aan het andere. De toonhoogtekaart (de tonotopie) van het aangedane oor verandert, terwijl deze in het andere oor gelijk blijft (lees meer). De patiënt kan natuurlijk ook last hebben van diplacusis wanneer Ménière zich in beide oren voordoet: de druk zal in beide oren in veel gevallen niet gelijk opbouwen.

Behandeling en omgang met Ménière

Voor de meeste patiënten met de ziekte van Ménière is de aandoening vooral lastig en doen aanvallen zich (zeer) zelden voor. In een enkel geval kan de ziekte van Ménière leiden tot volledige doofheid. Allereerst is het van belang dat de patiënt zijn levensstijl aanpast. Hij dient stressvolle situaties en spanningen te vermijden en zich niet te druk te maken. De patiënt moet leren signalen van zijn lichaam te herkennen die duiden op spanningen. Een cursus die de patiënt leert omgaan met stress en waarin hij dergelijke spanningen leert herkennen is raadzaam. Ook het leren omgaan met de angst is van belang. In samenwerking met een psycholoog of zelfhulpgroepen kan de patiënt leren zijn ziekte te accepteren. Ook is het van belang dat de naasten van de patiënt de ziekte accepteren.

Wat te doen bij een Ménière aanval

De patiënt wordt aangeraden bij een opkomende aanval rustig te gaan liggen en als de verschijnselen weer minder worden contact op te nemen met hun arts. Vaak schrijft de arts geneesmiddelen voor om de duizeligheid, de misselijkheid en het braken tegen te gaan om zo de symptomen te bestrijden. Tijdens een aanval is het verstandig fel licht te vermijden. Ook tv kijken en lezen wordt afgeraden. Na een aanval is het van belang geen plotselinge bewegingen te maken en ook zeer rustig op te staan.

Injecties met corticosteroïden

Bij de ziekte van Ménière kan de KNO-arts injecties met ontstekingsremmers (corticosteroïden) geven. Deze worden via het trommelvlies in het middenoor gespoten.
Onderzoek door arts-onderzoeker Jet Schenck uit het HagaZiekenhuis in Den Haag laat zien dat de behandeling tot een verbeterde kwaliteit van leven kan leiden.
Het onderzoek dat gepubliceerd is in het tijdschrift ‘Laryngoscope Investigative Otolaryngology’ kent volgens de onderzoekers een aantal beperkingen. Toch concluderen zij dat injecties in het oor met ontstekingsremmers zijn aan te raden bij iedere patiënt die last heeft van duizeligheidsklachten bij Ménière. Of die conclusie terecht is, zal eventueel toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.

Prismabril bij Ménière

Een oplossing waar patiënten met de ziekte van Ménière baat bij kunnen hebben is de prismabril. De volledige naam van deze bril is de Utermöhlenprismabril genoemd naar een Amsterdamse arts die zowel oogarts als KNO-arts was en wiens vrouw de ziekte van Ménière had. Utermöhlen ontdekte in de jaren veertig van de vorige eeuw dat de duizeligheid van zijn vrouw afnam op het moment dat zij een bril droeg met prismatische glazen die asymmetrisch waren. De prismabril wordt nog steeds toegepast.

Bij de mens werkt het evenwichtsorgaan en de ogen nauwgezet samen. Bij Ménière patienten is de werking van het evenwichtsorgaan verstoord. Het evenwichtsorgaan geeft bij Ménière de ogen de impuls om in een niet-symmetrische stand te blijven staan. Hierdoor wordt de patient duizelig.

Prismabril zorgt voor harmonie tussen evenwichtsoorgaan en ogen

Door de toepassing van een prismabril kan het oog zodanig blijven staan zodat er weer meer harmonie is tussen het evenwichtsorgaan en de ogen, waardoor de duizeligheidsklachten afnemen. De bril heft niet volledig de afwijking van de blikrichting op: beide ogen worden gestimuleerd om afwijkingen actief te compenseren. Uit onderzoek van de afdeling Technische Menskunde van TNO is gebleken dat 97% van de 384 onderzochte patiënten tevreden waren met de prismabril. Zij ondervonden een duidelijke verbetering en hadden minder aanvallen en klachten. 57% gaf aan met medicatie gestopt te zijn of deze te hebben verminderd.

Operatie voorkomen

De bril blijkt ofwel direct te werken ofwel niet. Voordeel van de inzet van de prismabril is dat deze een operatie voorkomt en geen complicaties of bijwerkingen met zich meebrengt zoals de verderop beschreven therapieën en medicatie bij Ménière dat wel kunnen doen. Lees hier meer over de prismabril bij Meniere

Betahistine

Bij de ziekte van Ménière worden verschillende medicijnen voorgeschreven door de behandelend arts. Sommige medicijnen zoals betahistine worden voorgeschreven met als doel de bloeddoorstroming te verbeteren van het binnenoor. Er is tot op heden geen wetenschappelijk bewijs gevonden dat betahistine daar effectief voor is. Wel wordt het nog steeds veel voorgeschreven. Betahistine zou pas na geruime tijd (enkele weken of maanden) gaan werken. Een onderzoeker stelt zich dan de vraag of het medicijn de gunstige werking veroorzaakt of dat het gewoon de tijd is die de verbetering heeft gebracht. Ook kan de positieve verwachting of het geloof van een patiënt in een behandeling of medicijn effect hebben op het resultaat. Dit wordt het placebo-effect genoemd. Een goede onderzoeksopzet bij een wetenschappelijke studie sluit een dergelijk placebo-effect uit.

Diuretica (plastabletten)

Met name in de Verenigde Staten worden plastabletten voorgeschreven (diuretica), deze zouden samen met een zoutarm dieet er voor zorgen dat de hoeveelheid vocht in het lichaam vermindert. De zogeheten hydrops zou hier mee worden voorkomen. Ook voor de positieve werking van plastabletten zoals hydrochloorthiazide en spironolacton is bij de ziekte van Ménière geen wetenschappelijk bewijs gevonden.

Medicijnen tegen de misselijkheid bij ziekte van Meniere

Ook om de misselijkheid die samengaat met de draaiduizligheid te bestrijden worden vaak medicijnen voorgeschreven. Hiervoor wordt een zogeheten anti-emeticum voorgeschreven zoals domperidon of metoclopramide. Soms wordt een anti-allergiemedicijn zoals  cinnarizine voorgeschreven, wat de prikkel van het braakcentrum remt. Dit medicijn kan wel slaperig maken.

Kalmerende medicatie

Omdat een zware aanval kan leiden tot heftige angsten, wordt in sommige gevallen kalmerende medicijnen voorgeschreven.

Werkzaamheid medicatie voor individu moet blijken in praktijk

Helaas kunnen specialisten op grond van de meeste onderzoeken geen uitspraak doen welke kans er bestaat of een medicijn werkzaam is voor een individu (een inschatting kan wanneer er zeer veel onderzoeksdata beschikbaar zijn). In de praktijk moet daarom veelal blijken of een medicijn voor een individueel persoon werkt.

Of medicijnen op lange termijn een positieve uitwerking hebben is moeilijk te bepalen: de ziekte van Ménière neemt over het algemeen automatisch in ernst af en kan uit zichzelf spontaan verdwijnen.

Dieet bij Ménière

Patiënten wordt nog weleens aangeraden geen koffie en thee te drinken en niet te roken. Ook het vermijden van alcohol is aan te raden. Voor deze voedingsadviezen is nog geen ‘hard’ wetenschappelijk bewijs gevonden. Een gezonde levenswijze is natuurlijk altijd aan te raden.

Chirurgische behandeling bij de ziekte van Ménière

Opereren bij de ziekte van Ménière wordt tot op heden weinig gedaan. Er zijn verschillende chirurgische ingrepen mogelijk.

Doorsnijden evenwichtszenuw

Zo kan de evenwichtszenuw worden doorgesneden. Dit heet ‘selectieve vestibulaire neurotomie’. Dit is een forse hersenoperatie die een gespecialiseerde KNO-arts of neurochirurg uitvoert. Uit onderzoek blijkt dat bij 90% van de patienten de aanvallen verdwijnen zijn of sterk verminderen. Het risico op gehoorverlies is bij deze ingreep laag (10-20%). Wel zijn er bijwerkingen mogelijk. Zo heeft 25% van de patienten hoofdpijn na de operatie en bij 7% treedt als complicatie hersenvochtlekkage op. Deze operatie vindt plaats bij patienten die therapieresistent zijn voor eerder genoemde medicamenteuze behandeling en intratympanale therapie én zodanige aanvallen van draaiduizeligheid hebben dat deze invaliderend zijn of wanneer zij last hebben van plots-vallen.

Verwijderen evenwichtsorgaan

Bij een andere vorm van opereren wordt het evenwichtsorgaan verwijderd (labyrithectomie). Bij verwijdering van het evenwichtsorgaan wordt weliswaar de draaiduizeligheid weggenomen, maar tegelijkertijd zorgt dit wel voor een permanent gehoorverlies. Deze operatie vindt toepassing bij patienten die therapieresistent zijn voor eerder genoemde medicamenteuze behandeling en intratympanale therapie én zodanige aanvallen van draaiduizeligheid hebben dat deze invaliderend zijn of wanneer zij last hebben van plots-vallen. Bij een goed gehoor vindt deze behandeling niet snel plaats.

Afvoeren binnenoorvocht

Bij een inmiddels in Nederland niet meer toegepaste operatie wordt het vocht uit het binnenoor afgevoerd. Deze operatie had tot doel om de zogeheten endolymfatische hydrops van het evenwichtsorgaan te ontlasten om zo de drainage van het binnenoor te verbeteren. Deze operatie bleek niet effectief te zijn.

Nieuwe chirurgische behandeling bij de ziekte van Ménière – ‘endolymfatic duct blockage’

Er wordt vanuit gegaan dat de ‘saccus endolymfaticus’ in het evenwichtsorgaan voor afvoer zorgt van de endolymfe. Bij een eerder toegepaste operatietechniek poogde de chirurg de druk van deze saccus af te halen. Helaas was het succespercentage van deze operatie niet erg hoog (30-40%) en ook was het nodig veel revisiechirugie uit te voeren. Om deze reden vindt deze operatietechniek nauwelijks toepassing. Voordeel van deze operatietechniek is wel dat het gehoor en het evenwicht onaangetast blijven.

Sinds kort is er een nieuwe operatietechniek waarbij blokkade van de ductus plaatsvindt.

Onderzoek naar nieuwe operatietechniek

In Canada is naar deze operatiemethode onderzoek gedaan door KNO-arts Saliba. De onderzoeker verdeelde 57 patiënten random in twee groepen. Bij vijfendertig vond blokkade van de  ductus plaats (endolymfatic duct blockage) en bij 22 anderen vond decompressie van de saccus plaats. Van de laatste groep bleek na operatie 38% aanvalsvrij, terwijl met de nieuwe operatietechniek waarbij de ductus blokkade plaatsvond het succespercentage op bijna 97% lag. Er was geen verschil in het gehoor tussen beide groepen. Wat verder opviel was dat de groep die de blokkade-operatie had ondergaan nog maar 25% druk in het oor waarnam, terwijl dit bij saccus decompressiegroep 81% was. Ook was het percentage in de groep die de zogeheten ‘endolymfatic duct blockage’ operatie had ondergaan en nog tinnitus ervaart veel lager (31%) dan in de saccus decompressiegroep (80%).

Goede resultaten

Dat de nieuwe operatietechniek zulke goede resultaten behaalt, zal veel medici verbazen. Immers het gaat in tegen de verwachtingen. Een mogelijke verklaring waarom de nieuwe operatietechniek bij Ménière wel succesvol is, is dat er toch ook productie van endolympfe in de saccus plaatsvindt.

Nieuwe operatie ook in Haagse regio

De toepassing van de nieuwe operatietechniek neemt toe. De nieuwe techniek vindt inmiddels ook in de Haagse regio en in Assen plaats. De KNO-artsen Dr. Blom (Hagaziekenhuis Den Haag), mevrouw Dr. Kruijt (Reinier de Graaf Gasthuis in Delft) en Dr. Holm (Wilhelmina Ziekenhuis in Assen) voeren deze uit. De operaties in Nederland maken onderdeel uit van een studie naar deze nieuwe operatietechniek die ook in Montreal, Grenoble en Parijs plaatsvindt. De eerste patiënten in Den Haag zijn succesvol geopereerd. Naar de uitkomsten van deze nieuwe studie kijkt men halsreikend uit omdat de onderzoeksresultaten tot dusver bijna te mooi zijn om ook waar te zijn.

Hoortoestel bij Ménière

Een hoortoestel kan baat hebben om het gehoorverlies te compenseren en het oorsuizen te maskeren. Mogelijk kan een hoortoestel ook een positief effect hebben op het evenwicht. Immers geluiden hebben ook een orientatiefunctie voor de ruimte waarin we ons bevinden. Geluiden geven structuur aan de ruimte om ons heen doordat we in staat zijn zowel de afstand tot als de richting van waaruit geluiden komen, kunnen bepalen.

Of hoortoestellen ook een positief effect hebben op het evenwicht van Meniere patienten moet nog blijken uit onderzoek. Wel zijn er aanwijzingen dat bij ouderen het evenwicht verbeterd (lees meer) en daarmee de kans op valincidenten wordt verkleind.

Lotgenotendagen voor patienten met Ménière

De commissie Meniere van Stichting Hoormij organiseert met regelmaat lotgenoten dagen voor patienten met de ziekte van Ménière.

Disclaimer