Arbowet geluid – de regels

Arbowet geluid – de regels

De regels rondom lawaai op het werk zijn vastgelegd het Arbobesluit (hoofdstuk 6, afdeling 3). Het Arbobesluit is een uitwerking van de Arbowet. Hierin staan de regels waar zowel werkgever als werknemer zich aan moeten houden om arbeidsrisico's tegen te gaan. Een aantal van deze regels zijn al onder de aandacht gebracht op de pagina’s ‘Werk en Gehoor’, ‘Werken in lawaai’ en ‘Gehoortest afnemen’. Hieronder staand de regels over lawaai op het werk zoals die voorkomen in de Arbowet en het Arbobesluit op een rij.

Lees verder
Inhoud tekst

Arbobesluit: lawaai en gehoorschade

arbowet lawaai op het werk geluid arbobesluit
(achtergrond foto: Shutterstock)

In het Arbo besluit staan regels voor zowel werkgevers als voor werknemers. Zo zijn werkgevers verplicht om gehoorschade bij hun werknemers te voorkomen. Tegelijkertijd hebben ook medewerkers hun verplichtingen.

De Arbowet kent de volgende regels over geluid (lawaai) op de werkplek:

  • Bij blootstelling aan een dagelijkse dosis boven de 80 dB(A) moet de werkgever gehoorbeschermers beschikbaar stellen.
  • Bij dagelijkse blootstelling aan een dosis boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen.
  • Bij blootstelling boven de 85 dB(A) moet de werkgever technische of organisatorische maatregelen vaststellen en uitvoeren, om de blootstelling tot een minimum te beperken. Deze maatregelen moeten worden opgenomen in een plan van aanpak. Dat plan van aanpak maakt op zijn beurt weer onderdeel uit van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
  • Als met gehoorbeschermers in de grenswaarde van 87 dB(A) alsnog wordt overschreden moet de werkgever ervoor zorgen dat het lawaai direct onder deze grenswaarde komt. Bij de geluidsmeting gaat het dus om het geluid dat achter de gehoorbeschermer in het oor terecht komt.
  • Werkgevers hebben ook de plicht om hun medewerkers voldoende voor te lichten over de risico’s van blootstelling aan geluid.
  • Werknemers hebben ook het recht op een gehoortest (audiometrisch onderzoek). Daarmee kan worden vastgesteld of de getroffen maatregelen effectief zijn en het gehoor dus niet (verder) achteruitgaat. 
  • Jeugdige werknemers (jonger dan 18 jaar) mogen geen arbeid verrichten op een arbeidsplaats waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is. 

Gehoortest verplicht?

Werknemers zijn volgens de Arbowet niet verplicht om mee te werken aan het periodiek medisch onderzoek, dus ook niet aan de gehoortest. Werknemers kiezen er individueel en op vrijwillige basis voor om de gehoortest te ondergaan. Er kan echter wel een verplichting bestaan voor werknemers om deel te nemen op grond van een wet of de CAO voor een bepaalde branche of sector.

Meting geluidsniveau in dBA – De decibelmeter

arbowet lawaai op het werk geluidmeting decibel dBA

Het geluidsniveau wordt gemeten met een decibelmeter. Daarbij wordt de A-wegingtoegepast. Het geluidniveau wordt dan ook weergegeven in decibel dBA of dB(A). De A-weging wordt gebruikt omdat ons gehoor niet voor alle frequenties even gevoelig is. Het A-filter op de decibel meter houdt daar rekening mee.  

Arbowet geluid: Minder lange blootstellingsduur- Geluidsdosis

Bij het bepalen van de dagelijkse dosis geluid gaat de wet uit van een werkdag van 8 uur. De werkgever kan ervoor zorgen dat de risico’s voor de werknemers kleiner zijn. Dat kan door ze minder lang bloot te stellen aan geluid. De afname bij een halvering van de duur bedraagt 3 dB(A). Bij een blootstelling aan 80 dB(A) bij 8 uur zal de belasting bij 4 uur op 83 dB(A) uitkomen. Dat geldt alleen als de geluidsdosis bij de andere 4 gewerkte uren veel lager ligt.

Arbobesluit geluid: Aanpak lawaai aan de bron voorop

Overeenkomstig de arbeidshygiënische strategie, gelden de volgende beheersmaatregelen (Arbobesluit Artikel 6.11):
Gevaren moeten altijd eerst bij de bron worden aangepakt (niveau 1). Pas als dat niet mogelijk of niet voldoende is, worden aanvullende maatregelen genomen gericht op collectieve bescherming, technische maatregelen (niveau 2) en organisatorische maatregelen (niveau 3). Als dat nog steeds niet voldoende bescherming biedt, volgen maatregelen gericht op individuele bescherming (niveau 4) met als laatste stap het verstrekken van doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen.

Voorkomen van gehoorschade op de werkplek

Er zijn verschillende mogelijkheden voor de werkgever om schadelijk geluid op de werkplek te verminderen en zo gehoorschade bij zijn werknemers te voorkomen:

  • De aanschaf en het gebruik van stillere machines en gereedschap
  • Zorgen dat het productieproces minder herrie veroorzaakt; 
  • Het gebruik van geluiddempende kasten om machines heen; 
  • Medewerkers laten werken in geluiddempende cabines; 
  • Ervoor zorgdragen dat het materieel goed onderhouden is;
  • En de blootstellingsduur zo veel mogelijk beperken.

Als bovenstaande maatregelen op het moment nog niet mogelijk zijn of te weinig effect sorteren, komt de inzet van gehoorbeschermers aan bod.