Op 27 november vierde de Nederlandse Vereniging van Audiciensbedrijven (de NVAB), haar 60-jarig bestaan. De feestelijke bijeenkomst vond plaats in Corpus en werd voorafgegaan door een rondleiding door het menselijk lichaam van knie tot hersenen waar ook het oor natuurlijk ook aandacht kreeg. Alle geledingen vanuit de hoorbranche waren bij het samenzijn vertegenwoordigd.
Na het welkomstwoord van Meindert Stolk voorzitter van de NVAB, nam het diner zijn aanvang onderbroken door een aantal zeer boeiende lezingen waar gesproken werd over de toekomst van hoortoestellen, over de zorg die in de toekomst niet voor, samen, maar juist dóór patiënten geregeld wordt, de noodzaak van proactieve hoorrevalidatie bij de aanpak van dementie en de toekomst van het onderwijs voor het beroep van audicien.
Toekomst hoortoestellen
Rainer Schäfer, hoofd productrainingen bij Starkey in Duitsland, nam de toehoorders mee in de ontwikkelingen van hoortoestellen. Connectiviteit, Internet of Things, de cloud met dataverwerking en dataverzameling om de afstelling van hoortoestellen te optimaliseren.
De toekomst met sensors in hoortoestellen die zowel activiteiten meten als ook de gezondheid zoals onze hartslag, passeerde de revue. Machine learning en artificiële intelligentie mochten in het rijtje natuurlijk niet ontbreken. Ook kwamen de toekomstige controlemogelijkheden naar voren waarbij de slechthorende luisteraar zelf kan beslissen wie hij wil horen. De eerste vertaalmogelijkheden waarbij hoortoestellen worden ingezet samen met een smartphone zijn komend jaar te verwachten. Daarmee is straks iedere vreemde taal door de smartphone te vertalen en direct hoorbaar te maken op het hoortoestel. De innovaties in hoortoestellen gaan in een razend tempo zo bleek.
Zorg niet meer voor en met, maar dóór patienten geregeld
Guus van Montfort hoogleraar in de gezondheidseconomie en medische technologie aan de Universiteit van Twente, nam zijn publiek mee naar de toekomst bezien vanuit zijn vakgebied. De afgelopen decennia zijn de consument en het product steeds verder gescheiden geraakt. Dat is mede een gevolg volgens van Montfort doordat we steeds gespecialiseerdere arbeid zijn gaan verrichten. “Wie kan er immers nog timmeren en breien?”, vroeg hij de gasten.
Bij de nieuwe technologische ontwikkelingen is volgens van Montfort juist alles weer omgedraaid. Zo is de consument die achter zijn computer zit, tegelijkertijd bankier, postbode en nieuwsmaker. Ook produceert hij zelf energie via zonnepanelen en levert die aan derden.
Ook op het gebied van zorg zal de situatie meer en meer omdraaien. Daar waar de consument zorg aangeboden kreeg, zal hij deze in de toekomst steeds vaker zelf regelen. Daarbij is er wel goed opgeleid personeel nodig die hem in die zorg kan voorzien. Dat zelf regelen zien we nu al bij de bestellingen via internet en dat zal steeds verder gaan. De toekomst van de winkel is volgens van Montfoort niet rooskleurig.
Van Montfort laat ook zien dat zorgverleners eerst vóór de patiënt werkten. Op dit moment wordt er samengewerkt mét de patiënt vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid. Waar we heen gaan volgens hem is dat de zorg dóór de patiënt wordt geregeld. De patiënt heeft de regie en regelt locatie en zorgverleners. En dat kan natuurlijk in een aantal gevallen ook heel goed thuis zijn. Dat is dan geen zorg op afstand meer, maar zorg dichtbij.
‘Use it or lose it’: de rol van hoorrevalidatie bij de aanpak van dementie
Olav Wagenaar, klinisch neuropsycholoog, begon met een waarschuwing naar aanleiding van de voorgespiegelde technische innovaties. Hij vindt het prima dat bijvoorbeeld hoortoestellen ervoor zorgen dat deze luisterinspanning reduceren, maar apparaten moeten niet te veel taken gaan overnemen van ons. Dat geeft namelijk problemen. Als ons brein te weinig te doen krijgt, treedt er atrofiering van hersendelen op. Ook doet zich dan ontremming voor op het gebied van gedachten: de controle over het denken verdwijnt. Door deze ontremming kan je volgens Wagenaar een door gedachte gestuurd apparaat precies de verkeerde kant op laten gaan. Daarmee had Wagenaar gelijk een bruggetje naar dementie. Bij het niet gebruiken van zintuigen en onze hersenen neemt de kans op dementie ook toe. Het is dus ‘Use it or lose it’.
Altzheimer niet de enige vorm dementie
Bij Altzheimer wat volgens Wagenaar zeker niet de enige vorm van dementie is, zijn eiwitten te vinden die samen tussen klonteren tussen de hersencellen (plaques) en ook een soort kluwen van eiwitten binnen in de hersencellen (tangles). Ook is te zien dat de hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer steeds kleiner worden. Vermoed wordt dat het eiwit amyloid dé oorzaak is van de ziekte van Alzheimer. Roken, diabetes, hoge bloeddruk, weinig beweging en hart- en vaatziekten blijken risicofactoren. Deze hebben weliswaar geen verband met de aanmaak van het eiwit, maar wel mogelijk een negatieve invloed op de afvoer ervan. Of de verminderde afvoer van eiwit echt dé oorzaak is, moet nog verder onderzocht worden. Tot op heden heeft onderzoek naar dementie volgens Wagenaar waar Altzheimer dus slechts één vorm van is, weinig tot niets opgeleverd. Volgens zijn visie is er dan ook sprake van tunnelvisie.
Hoorzorg ‘missing link’ in strijd tegen dementie
De hoorzorg vormt volgens Wagenaar mogelijk de missing link in de strijd tegen dementie. Wagenaar wijst op het risico van cumulerende gehoorschade van blootstelling aan muziek op jonge leeftijd met die van andere risicofactoren tijdens het leven. Hij wijst dan ook op het belang van een aanhoudende voorlichting op het gebied van gehoorschade die in zijn ogen best wel agressief mag zijn. Gehoorverlies is immers de meest voorkomende zintuigelijke beperking bij de mens en komt in elke leeftijdsgroep voor. De technologie, maatschappelijke ontwikkeling en de vergrijzing maken dat het aantal mensen met gehoorverlies onevenredig toeneemt, zo stelt Wagenaar.
Kosten slechthorendheid
Slechthorendheid kost in Europa nu al zo’n 213 miljoen per jaar wat neer komt op een kleine 475 euro per Europeaan. Onbehandelde slechthorendheid alleen al kost de Nederlandse samenleving 60 miljoen per jaar. Wat blijkt is dat 15% van de mensen boven de 80 jaar oud geen hoortoestel gebruikt. Dat is relevant volgens Wagenaar omdat dementie geen ziekte is, maar een gevolg van ouderdom, ouderdomskwalen en een ongezonde levensstijl. Dementie leidt ook tot meer lijdensdruk dan feitelijk zou hoeven. Psycho-educatie en tijdige zorgnetwerkopbouw, waar ook hoorzorg een belangrijke rol heeft, kan een hoop indirect leed bij het verschrikkelijke dementiesyndroom besparen.
Dementie hangt samen met cognitieve dementie
Wagenaar legt uit dat dementie een mentale toestand is waarin denken, herinneren, onthouden en aandachtreguleren, waarnemen en interpreteren van zintuigelijke informatie en het handelen in het dagelijks leven, problemen oplevert. Dat gebeurt op zodanige manier dat de zelfredzaamheid wordt aangetast. Wagenaar geeft daarbij aan dat het kerncriterium niet vergeetachtigheid is, maar het feit dat er hulp noodzakelijk is. Dementie hangt dan ook samen met cognitieve reserve: het vermogen om een tandje bij te zetten om zo tot hetzelfde resultaat te komen als voorheen. Dat vermogen hangt weer samen met intelligentie, conditie, gezondheid en weerbaarheid. Fitheid stelt het brein in staat achteruit te gaan, zonder daarbij dement te worden.
Gehoorbeperking geassocieerd met cognitieve achteruitgang
Wagenaar maakt vervolgens duidelijk dat gehoorbeperking geassocieerd is met 30 tot 40% versnelling van de cognitieve achteruitgang. Hoe groter het gehoorverlies, hoe groter het risico. Maar zelfs een mild gehoorverlies verhoogt de kans op dementie binnen 10 jaar al met een factor 2, zo stelt Wagenaar.
Wagenaar laat vervolgens een drietal theorieën de revue passeren over het mechanisme van de relatie tussen gehoorverlies en cognitieve achteruitgang op neuronaal niveau. Hoe het ook zij, duidelijk wordt dat gehoorverlies niet goed is voor ons brein. Dat blijkt ook uit afname van het volume van de hersenschors en versnelde afbraak van de temporale lob bij mensen met slechthorendheid.
Aan de andere kant blijkt gehoorverbetering er juist voor te zorgen dat er in de hersenen reorganisatie plaatsvindt met name in die gebieden die verantwoordelijk zijn voor de auditieve verwerking.
Bij achteruitgang in de hersenen spelen twee belangrijke zaken een rol: gehoorverlies en leeftijd. Aan dat ouder worden kunnen we niks doen, maar door te blijven bewegen en door te zorgen voor een verbeterd gehoor, kan de complicatie van de achteruitgang van het brein (wat op zijn beurt weer een kenmerk is van dementie), worden voorkomen, aldus Wagenaar.
Wagenaar wijst er ook op dat gehoorverlies niet iets is wat zomaar moet worden geaccepteerd als “Ach dat hoort bij de leeftijd”.
Gehoor onvoldoende benut bij revalidatie hersenen
Volgens Wagenaar is het gehoor een onvoldoende benutte ‘brein-revaliderende factor’ bij het ouder worden. Hij wijst erop dat er weliswaar onderzoek wordt gedaan naar het vinden van een medicijn tegen dementie, maar dat dit niet wil zeggen dat er verder niks moet gebeuren. Er moet juist alles in het werk worden gesteld om de wél voorhanden interventies toe te passen. Hoorrevalidatie valt daaronder. Daarmee kan cognitieve achteruitgang worden voorkomen, geremd én beheerst. Hiermee kan hoorrevalidatie een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van het probleem van de toekomst: dementie.
Gebruik van hoortoestellen kunnen helpen sociale isolatie en eenzaamheid tegen te gaan. Dat op zijn beurt zorgt voor meer en betere communicatie en daarmee gedachtenuitwisseling. Zo wordt een risicofactor voor dementie voorkomen.
Hoortoestellen zorgen er daarnaast ook voor dat het brein efficiënter wordt, in plaats dat het zich bezig moet houden met het compenseren van het gehoorverlies is er ruimte over voor andere taken. Als laatste voordeel noemt Wagenaar dat het bijdraagt aan de training van het werkgeheugen en mentale belastbaarheid. Als de mentale belastbaarheid vergroot is er ook daardoor weer meer cognitieve reserve over.
Proactieve benadering
Wagenaar pleit voor een proactieve benadering. Nu krijgt iemand een hoortoestel als de client erom vraagt. Dat moet volgens hem veranderen in een proactieve benadering door (psycho-) educatie van het publiek op zowel het gebied van gehoorbescherming als gehoorverbetering.
Noodzaak van voldoende en goed opgeleide audiciens
Bart Wendrich, directeur van de Dutch Health Tech Academy (DHTA) een van de scholen in Nederland waar audiciens hun diploma kunnen halen, nam de genodigden mee naar het onderwijs voor audiciens en stelde daarbij de vraag ‘Hoe zorgen we voor voldoende en goed opgeleide audiciens in 2033’. Wat blijkt is dat er momenteel nauwelijks tot geen werkeloosheid is onder audiciens. In andere branches ligt dat minimaal op zo’n 4%. Daarmee zijn er ook voldoende werknemers beschikbaar en is er niet de schaarste aan personeel zoals we dat nu kennen aan audiciens in de hoorbranche.
Momenteel volgen veel aankomende audiciens de opleiding nadat ze eerst een andere (beroeps-) opleiding hebben gedaan. Wendrich zou het goed vinden als meer instroom komt van jongere leerlingen. Leerlingen die hun middelbare school recent hebben afgerond. Andere opties die Wendrich de revue liet passeren, waren de mogelijkheden van een voltijd opleiding, de derde leerweg en een modulaire opleiding.
Bij een derde leerweg opleiding is er geen wettelijk vastgestelde urennorm of studieduur. Het voordeel van een derde leerwegtraject is dat er minder beroepspraktijkvorming wordt gevolgd en ook de totale opleidingsduur korter is. Leerlingen halen wel een erkend mbo diploma. Het Ministerie financiert deze leerweg echter niet, zoals dat bij de huidige opleiding wel het geval is. Een derde leerweg opleiding is flexibeler en sneller maar tegelijkertijd wel duurder.
Wendrich gaf verder aan dat het nodig is gezien de ontwikkelingen in de markt om het commerciële karakter in de opleiding te versterken. Ook pleitte Wendrich voor een betere samenwerking tussen de drie opleidingen in Nederland die tot het beroep van audicien opleiden.
Klik voor informatie over de NVAB