Varibel Hoorbril
Op 6 april 2006 heeft het het Meppelse bedrijf Varibel een nieuw soort hoorbril op de markt geïntroduceerd. Deze hoorbril stelt de slechthorende in staat zich zeer goed te richten op de spreker tegenover hem. De hoorbril zoomt net als een lens van een fototoestel in op de spreker die voor de slechthorende staat, terwijl storende geluiden vanuit andere richtingen worden onderdrukt.
Dit is mogelijk door de toepassing van maar liefst 4 minuscule microfoons in iedere brillenpoot. Het resultaat is een geweldige directionaliteit (zoom) van ruim 8 dB, wat resulteert in een goed verstaanbaarheid van spraak in moeilijke situaties, zoals in lawaai en geroezemoes.
De Varibel hoorbril heeft vandaag terecht veel aandacht op radio en tv gekregen. De mogelijkheden van de huidige generatie hoortoestellen werden hierbij in vergelijking helaas erg ongenuanceerd naar voren gebracht.
HOorzaken zet voor u de feiten op een rij.
Bij de presentatie van de hoorbril door dr. Boone in Nieuwegein voor Varibel en de informatie op de radio en tv werd de suggestie gewekt dat de huidige generatie hoortoestellen meestal niet voldoet. Daarbij werd op tv ook ook nog eens de suggestie gewekt dat de huidige hoortoestellen nog eens groot en lelijk zijn.
Jammer dat de journalisten zich niet eerst wat grondiger in de materie verdiept hebben om zo een genuanceerd beeld neer te zetten van de huidige generatie hoortoestellen en voor wie de hoorbril in het bijzonder geschikt is.
Een nog vollediger beeld zou zijn verkregen als ook de mogelijke nadelen werden belicht. Was dit door de journalisten wel gedaan, dan zou de meerwaarde van de Varibel hoorbril, die het zeker heeft voor een groep slechthorenden, in een juist perspectief zijn geplaatst.
Zo blijkt niet bekend bij de pers dat de nieuwste generatie hoortoestellen qua toegepaste signaalbewerking en automatische werking op een aantal fronten veel verder gaan, onzichtbaarder zijn aan te passen en een uitmuntend design kennen (er zijn meerdere designprijswinnaars onder hoortoestelfabrikanten onder meer van de Red Dot Designprijs).
Niet alle slechthorenden hebben hetzelfde nodig of willen hetzelfde
De toegepaste directionele techniek van de Varibel hoorbril zorgt zonder meer voor een geweldige verbetering van het verstaan van spraak in geroezemoes. Echter niet alle slechthorenden hebben zoals dr. Rinus Boone van TU Delft tijdens de introductie suggereerde een enorme winst in signaalruisverhouding nodig en zullen liever met een kleinere onzichtbare hooroplossing door het leven gaan, wanneer zij slechts een steuntje in de rug nodig hebben bij een klein en middelmatig gehoorverlies.
Veel slechthorenden hebben een dergelijke vergaande oplossing dus niet nodig of willen om cosmetische of prijstechnische redenen simpel weg zo’n oplossing niet. Daarnaast zitten aan de toepassing van een niet-automatische in- en uitschakelende directionaliteit zoals bij de Varibel ook nadelen. De gebruiker kan het idee krijgen de hele dag de wereld door een verrekijker te zien.
Individuele verschillen
Hoe zit het allereerst met individuele verschillen in het hoorvermogen tussen slechthorenden? Dit is het beste uit te leggen aan de hand van de capaciteit die goedhorenden en slechthorenden hebben bij het verstaan in achtergrondlawaai. Een goedhorende kan wanneer de spraak 6 dB zachter is dan de achtergrondruis nog 50% van de zinnen verstaan. Er wordt dan gesproken van een signaalruisverhouding van -6 dB. Bij een beginnend gehoorverlies zal dit 50% punt op -5, -4 of bij een iets groter verlies op -3 dB liggen. De nieuwste generatie hoortoestellen maakt geluiden niet alleen hoorbaarder, maar zorgt ook door de toepassing van directionele systemen en geavanceerde lawaaireductie voor een betere directionaliteit. De winst in de directionaliteit ligt hierbij op zo’n 4 dB. Dit betekent dat de beginnende slechthorende hiermee al ruim wordt gecompenseerd voor zijn verlies. In de praktijk zal bij deze doelgroep niet de behoefte bestaan aan een nog grotere compensatie.
Cosmetiek
Wil de beginnende slechthorende nog meer compensatie, dan betekent dit dat hij in plaats van een kleine onzichtbare hooroplossing een -weliswaar modieuze- bril moet gaan dragen. Ondanks het mooie design zit er echter wel een duidelijke zichtbare geluidsslang naar het oorstukje in het oor toe.
Dit terwijl veel van de huidige generatie hoortoestellen juist met zogeheten onzichtbare ’thin tubes’ (zeer dunne slangetjes) zijn uitgerust. De onderstaand afgebeelde kleine hooroplossingen werken met zo’n dun slangetje.
De beginnende slechthorende zal veelal de voorkeur hier aan geven.
Techniek – automatische werking
Welke technieken kennen de huidige generatie hoortoestellen op het gebied van directionaliteit en lawaaionderdrukking? Moderne toestellen als de Oticon Delta en Phonak MicroSavia kennen bijvoorbeeld beide een geavanceerd systeem dat permanent de omgeving in de gaten houdt. Zo wordt er nagegaan of er spraak en lawaai is en vanuit welke richting het lawaai komt.
Is het noodzakelijk dat het toestel directioneel gaat, dan schakelt het toestel automatisch dit systeem in, daarbij wordt ook nog eens het zogeheten polarplot aangepast aan de plaats waarvandaan het lawaai komt. Spreekt er bijvoorbeeld iemand achter de slechthorende dan gaat het toestel vanzelf weer in de rondom stand om deze hoorbaar en verstaanbaar te maken. Ook wordt de lawaaireductie aan en uit gezet wanneer dit nodig is en wordt ook de mate van lawaaireductie automatisch geregeld.
Hierbij komt een nadeel naar voren van deze eerste versie van de hoorbril van Varibel. De hoorbril kent een zeer sterke beam die handmatig in en uitgeschakeld moet worden. Deze sterke directionaliteit kan in de praktijk ook een nadeel zijn. Immers de bril richt zich zeer sterk op de kijkrichting. Zodra iemand gaat praten naast de slechthorende, bijvoorbeeld tijdens een vergadering of in een groter gezelschap, is deze niet goed (eerste woorden worden gemist) of helemaal niet hoorbaar. Het voordeel wordt in zo’n situatie dus een nadeel.
Een intelligenter systeem dat in de gaten houdt of er directionaliteit nodig is en ook bepaalt in welke mate dit nodig is, is een welkome verbetering voor een eventuele nieuwe versie van de hoorbril.
Windruis
Bij hoortoestellen met directionele microfoons is bekend dat het aanzetten van het directionele systeem leidt tot een vergrote hinder van windruis. Intelligente hoortoestellen hebben hiervoor speciale regelingen ingebouwd. Zo gaan zij bijvoorbeeld alleen directioneel in de hoge frequenties en blijven omni-directioneel in de lage frequenties waar wind de meeste storing geeft. Ook wordt windruis door middel van speciale signaalbewerking onderdrukt. Hiermee wordt hinder van windruis voorkomen. Bij de hoorbril bevinden zich aan iedere poot maar liefst vier microfoons. Door de turbulenties om het hoofd heen staat elke microfoon bloot aan de wind en dit zal veel hinderlijk geruis tot gevolgd hebben. Bij een conversatie buiten op straat of op een terras zal dit een negatief effect hebben op het comfort en de spraakverstaanbaarheid.
Voor wie wel?
Voor ernstige slechthorenden die in omgevingslawaai echt zware problemen hebben, is de Varibel hoorbril een uitmuntende oplossing. Dit zijn slechthorenden waarvoor de spraak vaak boven het achtergrondlawaai moet liggen om nog wat te kunnen verstaan. In situaties waar deze groep niets meer verstaat kan de Varibel hoorbril het verschil maken tussen een gesprek kunnen volgen of alleen maar een brei van geluiden horen. Dat de buurman dan niet verstaan wordt is dan een verlies dat dan op de koop toe wordt genomen. Wel is ook voor deze groep het van belang te realiseren dat je niet even je bril af kunt zetten.
Conclusie
De Varibel hoorbril is een goede ontwikkeling en heeft voor een bepaalde groep slechthorenden zeker een grote meerwaarde. Het kan gezien worden als een aanvullende techniek op de bestaande hoortoestellen met name voor slechthorenden die ernstige problemen ondervinden in geroezemoes.
Ondanks het innovatieve karakter van de bril en de uitstekende beamvorming (zoom) is er momenteel in de bril nog een achterstand op het gebied van intelligente regelingen, die reeds wel voorhanden zijn in de nieuwste generaties hoortoestellen.
Verstandig is het voor de slechthorende met de audicien of audioloog te overleggen welke oplossing het meest geschikt is voor hem, zowel audiologisch, praktisch als qua cosmetiek. Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met levensstijl, de omgeving en de situaties waarin het hoorhulpmiddel wordt gebruikt.
Nieuwsgeving waarin hoortoestellen worden afgeschilderd als producten van 100 jaar geleden waarin geen enkele ontwikkeling heeft plaatsgevonden, die niet werken en groot zijn, duidt op een groot gebrek aan kennis van de audiologische en technische ontwikkelingen van de afgelopen jaren.
De pers zou er goed aan doen zich goed te informeren om zo een genuanceerd beeld te schetsen van de meerwaarde van de nieuwste ontwikkelingen. Ook ligt hier een taak weggelegd voor de onderzoekers waarvan ondanks hun grote betrokkenheid verwacht mag worden dat ze een objectief beeld neerzetten. Nieuwsgeving op deze wijze schaadt het imago van hoorhulpmiddelen, en zal veel vruchtbaar werk van audiciens, verenigingen en stichtingen teniet doen. Immers hoorhulpmiddelen zijn tegenwoordig fraai vormgegeven, kennen state-of-the-art technologie en zien er ronduit cool uit.
Goede berichtgeving scheelt voor zorgverleners in de hoorzorg een hoop werk. Immers deze worden geconfronteerd met de onjuistheden of een verkeerde beeldvorming van nieuwe en bestaande producten, die door hun recht gezet moeten worden.