De hoge geluidsniveaus in sporthallen kunnen op den duur zorgen voor gehoorschade bij gymleraren. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs zoals de officiële benaming van het beroep luidt, hebben vaak ook last van hoofdpijn, concentratieverlies en overprikkeling. Ook ondervinden gymleraren vaker last van tinnitus dan gemiddeld. Dat blijkt uit onderzoek dat docentonderzoeker Saskia Tuinder van Fontys Paramedisch samen met meerdere experts, bedrijven en instanties deed. Uit het onderzoek blijkt ook dat de helft van de gymdocenten niet bekend is met het recht op gehoorbeschermers vanuit hun werkgever. Op donderdag 15 februari aanstaande om 20:53 uur besteedt het onderzoeksprogramma Pointer op NPO2 aandacht aan gehoorschade door lawaai op de werkvloer.

Onderzoek naar lawaai in sportzalen
Bij het onderzoek ‘Grip op geluid’ dat onder leiding stond van epidemioloog Saskia Tuinder waren meerdere experts, bedrijven en instanties betrokken. Tuinder die verbonden als onderzoeker aan de Fontys Hogescholen werkte voor de studie samen met de Hogeschool Rotterdam, het bedrijf Level Acoustics and Vibrations, de ontwikkelaar van akoestische apparaten Sorama, VeiligheidNL, sporttechnisch adviesbureau Odin Wenting, de vereniging van leraren in het bewegingsonderwijs KVLO en Sportgemeente Maastricht.
Geluidsmetingen in sporthallen en gehoormetingen bij gymleraren
De onderzoekers voerden de afgelopen anderhalf jaar geluids- en akoestische metingen uit in sporthallen. Daarnaast deden ze gehoormetingen bij de vakleerkrachten bewegingsonderwijs en namen ze vragenlijsten af. De gehoormetingen zijn uitgevoerd bij Specsavers, zodat elke meting met gestandaardiseerde apparatuur werd uitgevoerd.
Resultaten onderzoek naar effecten lawaai in sporthallen op gymleraren
Veel gymleraren geven aan aanzienlijke last te ervaren van de hoge geluidsniveaus in de sporthallen. Daarnaast blijken ook klachten zoals hoofdpijn, concentratieverlies en overprikkeling veelvuldig voor te komen. Gymleraren moeten doordat de akoestiek in sporthallen veelal niet optimaal is, vaak ook schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Daardoor doen zich ook stemproblemen bij deze beroepsgroep voor. Een probleem dat zich ook voor bij docenten voordoet die voor de klas staan (lees meer).
Lawaai in gymzaal ook invloed op de kwaliteit van leven
De klachten die de vakleerkrachten bewegingsonderwijs ondervinden lijken weliswaar op klachten die zich ook bij overspannenheid en burn-out kunnen voordoen, toch blijken ze gerelateerd te zijn aan het lawaai in de sporthallen. Saskia Tuinder daarover: “Het zijn geen burn-out-achtige klachten, maar juist klachten die ontstaan gedurende de gymles of vlak erna als het weer rustig is.” Tuinder vervolgt: “Gymleraren die in een zaal met rustige akoestiek werken, hebben minder last van overprikkeling en van hoofdpijn. De klachten nemen vaak weer af als de gymleraar enige tijd in een rustige omgeving is geweest. Het gebeurt ook dat de overprikkeling ertoe leidt dat de gymleraar buiten het werk om minder sociale contacten opzoekt, omdat hij of zij eerst moet afschakelen. Het heeft op die manier ook invloed op de kwaliteit van hun leven.”
Eerste tekenen van gehoorschade in vorm lawaaidip
Op de vraag of er al sprake is van een zogeheten lawaaidip in het audiogram van de docenten of dat de geluidsniveaus alleen in potentie risicovol zijn om op termijn voor gehoorschade te zorgen, zegt Tuinder het volgende: “De deelnemende vakleerkrachten waren relatief jong, gemiddeld 35 jaar. We zagen ondanks dat wel al de eerste tekenen van gehoorschade, namelijk een kleine dip in het gehoor bij de 4000 Hz en 6000 Hz. Een verlies in deze frequenties is specifiek voor lawaaislechthorendheid. We hebben de gevonden audiogrammen daarbij vergeleken met de leeftijds- en geslachtspecifieke normwaarden van de ISO 7029/2017.”
Tuinder vervolgt: “De metingen zijn bedoeld om een indicatie te geven van de kwaliteit van het gehoor van de vakleerkrachten. De opzet van de studie is niet zodanig dat er een causale relatie kan worden aangetoond. Echter de geluidsniveaus tijdens de gymles zijn zorgwekkend hoog en overschrijden de arbonorm voor geluid. Vaak boven de 80 dB en soms zelfs boven de 90 dB. Daardoor lijkt het wel aannemelijk dat een dip in het gehoor op de specifieke frequenties voor lawaaislechthorendheid veroorzaakt wordt door het geluid tijdens het werk.”
Gymleraren vaker last van tinnitus
Uit het vragenlijstonderzoek onder de gymdocenten kwam naar voren dat een op de drie ondervraagden een piep in het oor ervaart. Gemiddeld geeft een op vijf mensen met een overeenkomstige leeftijd dat aan. De blootstelling aan de hoge geluidsniveaus in de gymzalen kan daar debet aan zijn. Blootstelling aan hoge lawaainiveaus kunnen op de lange termijn tot gehoorschade leiden met tinnitus als gevolg. Dat is een geleidelijk proces wat een werknemer vaak in het begin zelf niet in de gaten heeft.

Hoge geluidsniveaus in sporthallen
Uit geluidsmetingen die de onderzoekers uitvoerden bleken de slechtst presterende sporthallen een daggemiddelde te bereiken van 92 dBA met piekbelastingen van wel 130 dBA.
Saskia Tuinder: “Een sportzaal moet natuurlijk voldoen aan de norm voor bouwakoestiek. Zo mag een zaal niet te veel galmen. Echter: al voldoet een ruimte hieraan, dan zegt dat nog niets of het geluidsniveau daar wel veilig is voor de docent.”
Gymleraar moet zelf om geluidsonderzoek vragen
Ondanks dat werkgevers verplicht zijn boven een geluidsniveau van 80 dBA gehoorbeschermers te verstrekken en werknemers deze boven de 85 dBA verplicht zijn te dragen, blijkt 50% van de ondervraagde gymleraren niet te weten dat ze hier recht op hebben. Een deel van de vakleerkrachten uit het onderzoek geeft aan gehoorbescherming onmisbaar te vinden. Een ander deel zegt dat het de communicatie beperkt. Dat vinden ze zeker zo wanneer ze les moeten geven aan jonge kinderen omdat het verstaan van spraak dan erg belangrijk is. Gelukkig bestaan er goede gehoorbeschermers met filters, waarmee de spraak redelijk goed behouden blijft.
Saskia Tuinder: “Nu is het nog zo dat de vakleerkracht zelf om een geluidsonderzoek moet vragen. Wij denken, op basis van ons onderzoek, dat de elke vakleerkracht hier standaard recht op heeft.”

Symposium
De onderzoekers komen nog voor de zomer met aanbevelingen. Op 4 juni dit jaar organiseren ze een symposium waar we de onderzoeksresultaten presenteren.
Vervolgonderzoek
We vroegen Saskia Tuinder of er vervolgonderzoek komt in andere sectoren. Epidemioloog Tuinder daarover: “Dit onderzoek heeft ons geleerd dat het belangrijk is om voor geluid en gehoor aandacht te blijven vragen. Gehoorschade is een moeilijk waarneembaar arbeidsrisico, je ziet het niet, het treedt sluipenderwijs op, en als je gehoorschade hebt, is het onomkeerbaar. Daarom willen we hier graag mee verder, om een gezonde werkomgeving met betrekking tot geluid stevig op de kaart te zetten.”
Aandacht voor gehoorschade door lawaai op de werkvloer op tv
Op donderdag 15 februari aanstaande om 20:53 uur besteedt het onderzoeksprogramma Pointer op NPO2 aandacht aan gehoorschade door lawaai op de werkvloer. Ze vragen zich af of werkgevers wel voldoende doen om dit te voorkomen. Saskia Tuinder komt in het programma ook aan het woord.
Achtergrondinformatie:
Meer ziekteverzuim onder werknemers met gehoorproblemen
Werknemers met gehoorproblemen blijken meer risico’s te lopen dan goedhorenden. Zo is er onder werknemers met gehoorproblemen meer stress-gerelateerd verzuim. Ook melden zij zich in het algemeen vaker ziek. Werknemers met tinnitus hebben daarnaast 25% meer kans op ongevallen op de werkvloer. Dat laten de cijfers zien die zorgverzekeraar CZ in een brochure presenteert (lees meer). Onder werkenden blijken vandaag de dag maar liefst 195.000 mensen een chronisch gehoorprobleem te hebben.
Gehoorbeschermers niet of onvoldoende gebruikt
Ondanks dat werkgevers meestal gehoorbeschermende middelen ter beschikking stellen, maken werknemers er vaak niet of onvoldoende gebruik van. Als reden geven ze vaak aan dat gehoorbeschermers de communicatie bemoeilijken. Zo geven hulpverleners aan dat gehoorbeschermingsmiddelen het ruimtelijk horen en daarmee ook het bewustzijn van de omgeving verstoren. Ook vinden ze dat het in de gaten houden van spraaksignalen bemoeilijkt (lees meer). Een deel van de gymleraren in het onderzoek gaf dit ook aan.
In fabrieken geven werknemers als reden voor het niet dragen nog weleens aan dat ze het productieproces niet goed kunnen monitoren. Een andere reden om geen gehoorbeschermers te dragen is het comfort. Denk bijvoorbeeld aan de warmte die oorkappen geven of het onprettig gevoel in het oor bij pluggen. Op maat gemaakt gehoorbeschermers kunnen dit onprettige gevoel voorkomen.
Levendlawaai op het werk
Bij gehoorbeschadiging op het werk door lawaai denkt men al snel aan het lawaai van machines en gereedschap. Toch kan er ook lawaaislechthorendheid ontstaan door hoge geluidsniveau door het geluid dat mensen en dieren produceren. Daar is een naam voor: ‘levend lawaai’. Denk aan het lawaai in een dierenasiel, een hondenkennel, of het lawaai van gillende en spelende kinderen in een zwembad, sporthal of kinderdagverblijf. Vaak zijn dit ook gebouwen met ruimtes met een zogenaamde ‘harde’ akoestiek. Om praktische redenen wordt er daar weinig gebruik gemaakt van dempende materialen. Juist door het gebruik van stenen, glas, zeil en hout is de akoestiek niet optimaal. Dat kan voor galm zorgen waardoor het lawaai lang in de ruimte blijft ‘hangen’ en niet wordt geabsorbeerd. Zowel een hoge geluidsintensiteit als een galmende akoestiek hebben nadelige gevolgen voor het verstaan van spraak en dragen bij aan het risico op gehoorschade.