Het is eerder regel dan uitzondering dat iemand die (beginnend) slechthorend is dat ontkent. Hierdoor is hij of zij dan ook niet bereid iets aan zijn hoorprobleem te doen. Het onderwerp lijkt vaak onbespreekbaar en wijzen op mogelijke oplossingen door de omgeving leidt vaak tot irritaties en boosheid, terwijl er al genoeg irritaties over en weer zijn door de miscommunicatie, misverstanden en misschien ook over het hoge volume van de tv of hifi installatie.
Als u zelf een partner, vader, moeder, goede vriend of kennis heeft die slechthorend is, heeft u vast hem of haar wel eens aangespoord naar de huisarts of audicien te gaan om zijn oren eens te laten inspecteren of een gehoortest te doen. Als u dit al voor elkaar heeft gekregen dan is de kans groot dat het alsnog niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. U heeft waarschijnlijk wel gelijk gekregen dat het gehoor minder is geworden, maar aan een oplossing van het hoorprobleem is uw naaste nog echt niet toe.
Wat u vooral niet moet doen:
- boos worden
- geïrriteerd reageren
- verwijten maken
- hem of haar er telkens op wijzen dat hij of zij niet goed hoort
- zeggen dat hij of zij ‘hartstikke doof’ is
- zeggen dat hij ‘zo’n apparaatje’ nodig heeft
- hij of zij nu echt naar de KNO-arts moet
Boos worden, irritaties tonen en verwijten maken richting een slechthorende, blijkt niet de juiste weg te zijn om hem zijn slechthorendheid te laten onderkennen of te motiveren naar een oplossing voor zijn of haar probleem te zoeken. Ook oplossingen aandragen heeft meestal niet het gewenste resultaat. Hoe kunt u dit dan wel aanpakken?
Wat u eigenlijk wilt bereiken is dat uw slechthorende naaste zijn gedrag gaat veranderen: in plaats van het hoorprobleem te ontkennen of te verdedigen wilt u dat hij dit juist onderkent en zich openstelt voor een oplossing in de vorm van een hoorhulpmiddel wat hij het liefst ook gaat gebruiken.
Wat in de praktijk blijkt is dat het weinig zinvol is mensen alleen te wijzen op een probleem en de nadelige gevolgen ervan, zoals in het geval van slechthorendheid het niet meer kunnen deelnemen aan gesprekken bij verjaardagen, het missen van grapjes, het ontstaan van misverstanden, irritaties van buren door een te hoog volume van de tv of het niet meer mee willen meegaan naar concerten of lezingen. Inzicht in de negatieve consequenties van de hoorprobleem zijn zeker noodzakelijk, maar breng dit uw naaste niet aan het verstand door hem hier telkens op te wijzen.
Het is natuurlijk ook niet zo heel vreemd dat dit niet het effect heeft dat u wellicht zou willen. Als we kijken naar de effectiviteit van gezondheidscampagnes die ons alleen wijzen op de negatieve consequenties van onze leefstijl (bijvoorbeeld roken, vet eten en drinken), blijkt dat dezen veelal niet tot een gedragsverandering leiden. Ook hier geldt inzicht is belangrijk maar inzicht alleen is onvoldoende om gemotiveerd te raken om het gedrag uiteindelijk te veranderen.
Het is daarom allereerst belangrijk inzicht te hebben wat er op psychologisch gebied zich zoal kan voordoen als iemand langzaam maar zeker slechthorend wordt. Als u daar inzicht in heeft, zult u vast bereid zijn een andere beter werkende aanpak te kiezen.
Slechthorendheid accepteren heeft overeenkomsten met een rouwproces
Slechthorendheid is vaak een van de eerste tekenen van het ouder worden, het is daarmee tegelijkertijd de eerste stap in het afscheid nemen van de gezonde jaren. Om die reden wordt het ook wel gezien als een rouwproces, waarbij dezelfde stadia zijn te herkennen als bij het verlies van van een dierbare (ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie, aanvaarding). De stadia lopen in zo’n rouwproces vaak door elkaar heen en een vaste volgorde is er veelal niet in te herkennen. Iemand die realiseert dat hij slechthorend is, zal dit vaak ontkennen. Iemand wil er gewoon (nog) niet aan. De schuld van de misverstanden zullen vaak bij de buitenwereld worden gelegd: “Overal is tegenwoordig herrie of staat de muziek zo hard”, “Mensen articuleren zo slecht en roepen gewoon van een afstand maar wat en dan denken ze dat je dat maar gewoon kunt horen”; “Ze zijn te belabberd om naar je toe te lopen.”;“Tegenwoordig staat in elk tv programma wel een muziekje op de achtergrond waardoor de presentator niet meer hoorbaar is.” Hiermee zegt de slechthorende tegen zichzelf dat het probleem er eigenlijk niet is of niet bij hemzelf ligt.
“Al dat gewauwel op verjaardagen hoeft van mij niet meer”
Omdat de communicatie steeds moeilijker verloopt en zich pijnlijke situaties voor doen, is vaak te zien dat slechthorenden zich meer en meer gaan terugtrekken en niet meer mee naar feestjes of sociale bijeenkomsten zoals kaartavonden of naar concerten en lezingen gaan. Vervolgens wordt de behoefte aan sociaal contact of uitjes vaak ontkend. De slechthorende kan zoiets zeggen als: “Al dat gewauwel op die verjaardagen hoeft van mij niet meer”, “Op die kaartavonden gaat het toch nergens over”, “Ik luister net zo lief thuis naar muziek als naar een concertzaal te gaan”. Daarmee wordt ook de behoefte aan sociaal contact en aan uitjes die voorheen als plezierig werden ervaren, ontkend. Deze verloochening of ontkenning is een onbewust proces. Ook kan het zijn dat de herinneringen aan bijeenkomsten en uitjes onbeschikbaar worden, omdat er zich pijnlijke situaties in voordeden door de miscommunicatie en misverstanden. Dezelfde slechthorende zegt dan vervolgens: “Ik heb er nooit veel aan gevonden om naar verjaardagen (kaartavonden, concerten e.d.) te gaan.” De slechthorende gelooft daadwerkelijk dat het echt waar is wat hij zegt en voelt. Het probleem wordt op deze manier verdrongen.
Eenzaamheid en sociale isolatie en gebrek aan emotionele steun
Onder slechthorenden komt eenzaamheid en sociale isolatie vaker voor dan onder goedhorenden. Ook vinden zij het moeilijker om vrienden te maken, ervaren een gebrek aan emotionele steun en voelen zich vaker buitengesloten uit het familieleven. Het mag duidelijk zijn dat het uiten van irritaties en boosheid richting uw naaste er niet toe leidt dat deze zich emotioneel gesteund voelt. De kans is groot dat hij zich hierdoor juist verder terugtrekt of (nog) nukkig(-er) wordt.
Slechthorenden proberen hun slechthorendheid ook vaak te maskeren. Dit kunnen zij doen door net te doen of ze iets wel hebben verstaan, meelachen terwijl ze een grap eigenlijk niet hebben begrepen, of dominant aan het woord zijn om maar niet te hoeven luisteren.
Omdat dit natuurlijk ook erg onbevredigend is, kan dit weer tot boosheid leiden, die zich richt op de buitenwereld en wellicht ook op u als partner, ouder, kind, vriend of kennis. Vaak is dit een uitlaatklep van gestapelde frustraties, die hun oorsprong vinden in de onderliggende zorgen en angsten.
Uiteindelijk legt een slechthorende de problemen bij zichzelf neer
Doordat slechthorenden zich buitengesloten kunnen gaan voelen, zullen zij de problemen uiteindelijk bij zichzelf neerleggen en tegen zichzelf zeggen dat ze niet voldoen doordat ze niet meer mee kunnen komen: “Ik zal het wel niet waard zijn om rekening mee te houden”,”Ik kan niet meer mee in de maatschappij”, “Ik ben niet meer productief genoeg”, ”Ik hoor er niet meer bij”. Dat zijn natuurlijk gedachten die tot gedeprimeerdheid of depressiviteit kunnen leiden. Achter al deze gevoelens kan op zijn beurt weer angst zitten: angst om afgewezen te worden, uitgelachen te worden, angst voor het verlies van maatschappelijke of sociale positie, angst voor verdere lichamelijke of psychische aftakeling. Ook kan de slechthorende bang zijn respect te verliezen of angst voor de toekomst hebben. Denk hierbij aan zorgen over de het kwijtraken van een baan of carrière of verlies van belangrijke relaties.
Zoals u ziet spelen er aardig wat psychologische processen op de achtergrond bij slechthorendheid en zult u begrijpen dat alleen de waarheid over het slechte gehoor er eens goed inwrijven niet helpt. Net zo min helpt het om goedbedoelde adviezen te geven of oplossingen aan te dragen. Een slechthorende moet uiteindelijk zelf tot het inzicht komen dat hij of zij slechthorend is, dat er negatieve consequenties aan vast zitten en dat de voordelen van een hooroplossing tegen de eventuele nadelen opwegen. Dit proces zal zeker geruime tijd in beslag nemen. Gemiddeld wachten slechthorenden tussen de 5 en 7 jaar voordat ze de eerste stap richting een hooroplossing zetten. Geduld is dus belangrijk, tegelijkertijd kunt u wel een bijdrage leveren om het proces richting de gewenste gedragsverandering te bespoedigen.
Toon compassie en stel vragen
Mocht u met regelmaat boos of geïrriteerd raken door de misverstanden of het uzelf moeten herhalen, probeer dan dit niet telkens weer te uiten en laat verwijten achterwegen. Toon in plaats daarvan compassie en stel vragen zoals: “Wat betekent het voor je als je anderen niet meer verstaat?”, “Hoe is het om de (klein-) kinderen niet meer aan de telefoon te kunnen horen?”, Wat doet het met je als je op het verkeerde moment lacht?”, “Wat deed het met je dat je bezoek voor niks aan de deur heeft gestaan”, “Wat betekent het op je werk om niet alles meer mee te krijgen?”, “Hoe is het voor je niet meer met je collega’s te kunnen lunchen in de kantine”, “Ik heb het idee dat de sfeer verandert in huis, wat merk jij daarvan?”.
Met dit soort vragen wordt het allengs duidelijk wat de negatieve consequenties zijn van het minder goed horen voor uw slechthorende partner, ouder, kind, vriend of kennis. U bent nu niet degene die vertelt waar de schoen wringt, maar uw naaste realiseert zelf door dat u hem in de gelegenheid stelt zich te uiten over de ervaren problemen dat er negatieve effecten met zijn slechthorendheid samengaan.
Met inzicht is veel gewonnen
Wanneer er inzicht ontstaat in de negatieve gevolgen van de slechthorendheid en wat dat voor effecten heeft op het eigen welbevinden is er al veel gewonnen. Echter dit inzicht alleen is niet voldoende om een eerste stap te zetten richting de huisarts of audicien en uiteindelijk naar een oplossing voor het hoorprobleem.
Slechthorende moet belang inzien en voordelen moeten opwegen tegen de nadelen
Uw slechthorende naaste moet uiteindelijk het belang gaan inzien om wat te gaan doen aan zijn slechthorendheid. Daarbij moeten de voordelen ook nog eens opwegen tegen de nadelen. Zo kan het als een nadeel worden gezien dat de buitenwereld aan de slechthorende kan zien dat hij slechthorend is door het dragen van een hoortoestel. Samen een lijstje met uw naaste maken waarin u op schrijft wat de voordelen van niks doen zijn, wat de mogelijke kosten van actie ondernemen zijn, wat de kosten van geen actie ondernemen zijn en als laatste opschrijven wat de potentiële voordelen van wel actie ondernemen zijn, kan daarbij zeer behulpzaam zijn. Hiervoor kunt u onderstaande tabel gebruiken.
In deze tabel staan een aantal voorbeelden die in de praktijk zijn genoemd.
Voordelen van geen actie
|
Kosten van geen actie
|
Potentiële kosten van actie ondernemen
|
Potentiële voordelen van actie ondernemen
|
Wanneer u dit lijstje klaar heeft, heeft u gelijk inzicht in de mogelijke weerstanden waarop u op kunt doorvragen. In de tabel hieronder staan een aantal voorbeeldvragen.
Voordelen van geen actie
|
Kosten van geen actie
|
Potentiële kosten van actie ondernemen
|
Potentiële voordelen van actie ondernemen
|
Vraag naar het belang van het beter horen, de wil er wat aan te doen en naar het vertrouwen om met een hooroplossing om te kunnen gaan
Nadat de negatieve consequenties, voor en nadelen van een eventuele hooroplossing duidelijk zijn geworden kunt u uw slechthorende naaste gaan helpen zijn motivatie te vergroten. Welke vragen kunnen daarbij helpen?
U kunt bijvoorbeeld allereerst eens vragen een rapportcijfer te geven voor hoe belangrijk het voor hem is om beter te gaan horen. Geeft uw naaste aan dat dit slechts een 1 of 2 is, dan is het belang dus erg klein. Heb dan nog een tijdje geduld en stel weer wat vaker de eerder genoemde vragen naar de consequenties van de slechthorendheid in het dagelijks leven. Geeft uw slechthorende naaste aan dat dit een 5 is, vraag dan wat maakt dat hij geen 4 scoort. Op dat moment stelt u hem zelf in de gelegenheid aan te geven waarom het voor hem belangrijk is iets te doen aan zijn hoorprobleem en wat het belang van beter horen is. Geeft uw naaste een 7 of 8 dan kunt u vragen wat er voor nodig is om van de 7 een 8 te maken of van de 8 een 9. U zult zo goed inzicht krijgen in de eventuele resterende bezwaren.
Nu weet u hoe belangrijk het is voor hem, maar nog niet of hij eigenlijk wel aan een hooroplossing wil. De volgende vraag die u zou kunnen stellen zou deze kunnen zijn: “Geef eens een rapportcijfer voor je bereidheid een hooroplossing te gaan gebruiken ”. Net als bij de vorige vraag is doorvragen bij een 1,2 of 3 niet heel zinvol. Scoort uw naaste een 4, 5, of 6, vraag dan wat maakt dat hij niet lager scoort. Hij zal zo zelf de redenen aangeven waarom hij dit wel zou willen.Scoort uw naaste een 7 of 8 vraag dan weer wat er voor nodig is daar respectievelijk een 8 of 9 van te maken. Zo krijgt u goed inzicht in wat er voor nodig is om hem over de laatste drempel heen te helpen of waar u samen met hem naar op zoek moet. U kunt dit voorleggen aan uw huisarts of audicien en zien of deze laatste bezwaren zijn te overbruggen. Bij een 9 of 10 is de wil om op zoek te gaan naar een oplossing natuurlijk groot genoeg.
Als u naaste het belang inziet en ook de wil er is om stappen te ondernemen, vraag dan ook nog even een rapport cijfer te geven voor het vertrouwen dat hij heeft om met een eventueel hoorhulpmiddel zoals een hoortoestel of speciale hoofdtelefoon om te kunnen gaan. Als dat vertrouwen heel erg laag is (1,2 of 3), vraag dan eens aan mensen in uw omgeving met een hoorhulpmiddel uit te leggen hoe het werkt. Natuurlijk kunt u dat ook vrijblijvend bij een audicien doen. Ook hier geldt weer: scoort uw naaste een 4, 5, of 6 vraag dan waarom hij niet lager scoort. Waarschijnlijk zal hij aangeven dat hij ook om heeft leren gaan met andere apparatuur zoals de afstandsbediening of wellicht de tablet, smartphone of computer.
Scoort hij een 7 of 8 vraag dan wat er voor nodig is om het vertrouwen in het ermee omgaan te vergroten. Ook hier geld weer ga samen op zoek naar informatie waaruit blijkt dat de omgang met de apparatuur te overzien is.
U ziet dat het aardig wat voeten in aarde kan hebben om iemand die zijn beperking niet onder ogen ziet, het belang van een oplossing niet inziet, de wil nog niet heeft wat aan zijn probleem te doen en wellicht ook niet het vertrouwen heeft ermee om te gaan, in beweging te krijgen. Juist dat in beweging krijgen is de essentie van motiveren. Dat is voor u als naaste geen gemakkelijke maar wel een zeer belangrijke taak waar u hem of haar uiteindelijk enorm mee helpt.