In verband met de Corona-crisis zijn de regels in de hoorzorg tijdelijks anders. Audiciens mogen in de periode tussen 23 oktober en 1 december 2020 bij gehooraandoeningen direct doorverwijzen naar de KNO-arts. Tussenkomst van de huisarts is in deze periode niet nodig. Ook kan de geldigheidsduur van een voorschrift voor een hoortoestel eenmalig worden verlengd met 3 maanden.
Hoormij pleitte eerder voor betere hoorzorg tijdens Corona-crisis
Begin deze maand stuurde stichting Hoormij een brief aan de zorgverzekeraars omdat zij vindt dat tijdens de Coronacrisis er voor slechthorenden extra barrières zijn. Denk hierbij aan mondkapjes waardoor spraakafzien moeilijk verloopt, kuchschermen die het verstaan bemoeilijken en natuurlijk het afstand houden. Door de verminderde sociale contacten en door de bemoeilijkte communicatie liggen eenzaamheid en gevoelens van uitsluiting en isolement volgens de stichting op de loer. Hoormij pleitte onder meer voor het eerder in aanmerking komen voor een nieuw (beter) hoortoestel (i.p.v. binnen 5 jaar binnen 4) en een vereenvoudiging van de indicatie voor de toekenning van soloapparatuur (audiciens die tijdelijk de indicatie mogen vaststellen in plaats van het audiologisch centrum). Door de lange wachttijden bij veel audiologische centra en de gehanteerde procedure duurt het nu erg lang voordat speciale apparatuur die in de Coronatijd cruciaal is, toegekend wordt.
Deze verzoeken zijn door de zorgverzekeraars helaas nog niet ingewilligd.
Audiciensbedrijven sturen ook brief
Ook de audicienbedrijven verzochten zorgverzekeraars om soepelere maatregelen voor hun slechthorende cliënten. Van Dennis Havermans (directeur Strategie en Allianties bij Beter Horen) kregen we een korte toelichting op de 4 punten die de sector gezamenlijk onderschreef.
Havermans: “Het eerste punt kwam overeen met de wens van stichting Hoormij: Het loslaten van de vereiste voor een verplicht recept van een voorschrijver voor overige hoorhulpmiddelen zoals soloapparatuur, ringleidingsystemen, speciale telefoons voor slechthorenden en apparatuur om het verstaan van de tv en radio te vergemakkelijken. Verder is vanuit de bedrijven in de hoorsector verzocht de triage door de audicien toe te staan vanaf een leeftijd van 18 jaar en ook de geldigheidsduur van een bestaand voorschrift met 3 maanden te verlengen. Als laatste verzochten de bedrijven in de hoorsector om rechtstreeks te kunnen verwijzen naar de tweedelijns hoorzorg.”
Zorgverzekeraars Nederland gaat akkoord op twee punten
Om in de huidige fase van de Corona crisis zo efficiënt mogelijk om te gaan met contacten en consulten, zijn volgens Havermans de zorgverzekeraars akkoord gegaan op twee van de vier verzochte punten:
- Als eerste mogen audiciens in de periode tussen 23 oktober en 1 december bij gehooraandoeningen direct doorverwijzen naar de KNO-arts. Tussenkomst van de huisarts is in deze periode dan ook niet nodig.
- Als tweede kan de geldigheidsduur van een voorschrift voor een hoortoestel eenmalig worden verlengd met 3 maanden. Dit mag als een controlemeting geen noemenswaardige achteruitgang van het gehoor laat zien.
Voor slechthorenden die door de Corona-omstandigheden niet eerder naar hun audicien konden of durfden, betekent dit dat het niet nodig terug te gaan naar hun KNO-arts voor een nieuw recept als dit verlopen is.
Loslaten verplicht recept overige hoorhulpmiddelen niet gehonoreerd
Het is jammer dat het verzoek van Stichting Hoormij en de audiciensbedrijven om het loslaten van de vereiste voor een verplicht recept van een voorschrijver voor overige hoorhulpmiddelen zoals soloapparatuur, ringleiding en apparatuur om het verstaan van de tv en radio te vergemakkelijken niet gehonoreerd is door Zorgverzekeraars Nederland, stelt Havermans.
De teleurstelling is begrijpelijk: zeker in de Corona-tijd is immers een goede communicatie en het meekrijgen van nieuws essentieel.
Het is te hopen dat audiciens in de toekomst ook rechtstreeks mogen blijven verwijzen naar de KNO-arts. Veel beginnende slechthorenden vinden het een bijzondere gang van zaken dat zij drie keer in een wachtruimte moeten plaatsnemen alvorens ze een test met een hoortoestel kunnen aanvangen.