Een proef op de afdeling KNO van het Deventer Ziekenhuis afgelopen jaar, waarbij audiciens direct naar de KNO-arts verwijzen is positief uitgevallen. Dat is te lezen op de website van Medisch Contact. Zowel patiënten, audiciens als huisartsen bleken tevreden te zijn. Het direct doorverwijzen door de audicien naar de KNO-arts vermindert de werklast voor huisartsen én de zorgkosten vallen er lager door uit.
Afspraken tussen verzekeraars en audiciens onderling kunnen verschillen. Dat is de contracteervrijheid die in Nederland het uitgangspunt vormt. De uitvoering door de verschillende veldpartijen zou echter soepeler kunnen verlopen wanneer zorginkopers bij het doorverwijsbeleid op één lijn zitten.

Triage door de audicien
In Nederland voert de audicien triage uit. Bij deze triage bepaalt de audicien welke cliënten die zich bij hem melden hij direct mag voorzien van een hoortoestel, en welke (eerst) een ander traject dienen te volgen. Daar zijn indicatiecriteria voor beschreven in de NOAH-veldnorm, het StAr Handhoek en in het Hoorhulpmiddelen protocol. Bij de triage voert de audicien een uitgebreide medische en psychosociale anamnese uit, beoordeelt globaal het oor (een zogeheten otoscreen) en voert gehooronderzoek uit. Op basis van deze uitkomsten beoordeelt hij of een bezoek aan de KNO-arts en/of een Audiologisch Centrum door zijn cliënt noodzakelijk is. Volgens de NOAH-veldnorm moet de patiënt worden verwezen naar de KNO-arts of het audiologisch centrum in het geval van niet-pluis of indien deze jonger is dan 67 jaar. Kinderen onder de 16 jaar en bij volwassenen met een complexe zorgvraag verloopt het traject altijd via het audiologisch centrum.
In de praktijk hebben zorgverzekeraars met audiciensbedrijven, soms andere werkafspraken gemaakt waarmee ze afwijken van de veldnorm.
Minder omslachtige route
De kern van de regelgeving die is voortgekomen uit de Regeling Hulpmiddelen uit 2002 en de Zorgverzekeringswet uit 2006, is dat de regels rondom de zorg voor verzekerden moet worden verminderd en vereenvoudigd. Dit is ook goed om tot kostenbeheersing te komen.
In het Nationaal Overleg Audiologische Hulpmiddelen (NOAH) zijn afspraken gemaakt over de taakverdeling binnen de hoortoestelverstrekking tussen veldpartijen. Tegelijkertijd hebben zorgverzekeraars de mogelijkheid om voor cliënten ook een minder omslachtige nevenroute te creëren. De eerste zorgverzekeraar die voor de gecontracteerde audiciens een route beschikbaar maakte om in het geval van een zogeheten pluis beoordeling, cliënten die jonger waren dan 67 jaar direct te helpen was Zilveren Kruis. Zorgverzekeraar ASR volgde dit voorbeeld een aantal jaren later.
Daarnaast organiseerde diverse zorgverzekeraars de mogelijkheid van direct doorverwijzen door de audicien naar de KNO-arts en het audiologisch centrum. Tijdens de Corona pandemie is op verzoek van de koepels De Kwaliteits Audiciens (DKA), Hoorprofs en het Collectief van Zelfstandige Audiciens (CVZA) via Zorgverzekeraars Nederland voor elkaar gekregen dat directe doorverwijzing mogelijk was. Vrijwel alle zorgverzekeraars hebben deze maatregel ook na de Corona-pandemie aangehouden.
Regels verschillen per zorgverzekeraar
Afspraken tussen verzekeraars en audiciens onderling kunnen verschillen. Dat is de contracteervrijheid die in Nederland het uitgangspunt vormt. Sommige zorgverzekeraars eisen van KNO-artsen in sommige gevallen wél een verwijzing van de huisarts om hun consult uiteindelijk te vergoeden. Daardoor willen ziekenhuizen in de praktijk nog weleens één lijn trekken en een verwijzing eisen van alle verzekerden. Het lijkt erop dat zorginkopers soms afspraken maken die zij onderling niet delen met elkaar. Dit bemoeilijkt uiteindelijk de uitvoering door de veldpartijen.
Bij sommige ziekenhuizen en audiologische centra wordt overigens wél onderscheid gemaakt tussen verzekerden: als hun zorgverzekeraar dit toestaat mogen patiënten met een doorverwijzing van hun audicien zich direct melden bij de balie.
Dennis Havermans: “Het is positief om te zien dat veldpartijen met elkaar afspraken maken die de klantvriendelijkheid vergroten, zorgkosten beheersbaar houden en de doorlooptijden verkorten.”
Test met nieuwe manier van verwijzen en telefonisch consult
In het Deventer Ziekenhuis is in 2021 een proef gestart met een nieuwe manier van verwijzen. Daarbij was de tussenkomst van de huisarts bij de verwijzing vanuit de audicien niet meer nodig. Arts onderzoeker Coby Lindeboom geeft tegenover Medisch Contact aan dat zowel patiënten, audiciens en huisartsen tevreden zijn met de nieuwe manier van werken. Het direct doorverwijzen door de audicien naar de KNO-arts vermindert de werklast voor de huisartsen. Tegelijkertijd worden daarmee ook de zorgkosten verlaagt. Ook bleek dat patiënten minder lang op de wachtlijst staan voor een afspraak bij de afdeling KNO van het Deventer ziekenhuis. In het ziekenhuis is dezelfde periode ook een proef gestart met een telefonisch KNO-consult. Hierdoor konden patiënten veel sneller terecht bij de KNO-arts.
Reactie uit het veld
We vroegen Dennis Havermans directeur Strategie & Allianties bij Beter Horen en tevens vice-voorzitter bij Stichting Audiciensregister (StAr) hoe hij tegen het direct doorverwijzen aankijkt. Havermans: “Het is positief om te zien dat veldpartijen met elkaar afspraken maken die de klantvriendelijkheid vergroten, zorgkosten beheersbaar houden en de doorlooptijden verkorten. Dit is een goede invulling van het ondernemerschap van de zorgprofessionals, en de velen innovaties die voorhanden zijn. Essentieel is wel dat deze en andere innovaties de kwaliteit van de gehoorrevalidatie voorop stellen.”
Bron onderzoek: Medisch Contact