Schematherapie biedt mogelijkheden bij de aanpak van problemen die patiënten met tinnitus ervaren. Dat laten wetenschappers zien werkzaam bij het Tinnituscentrum en de Universiteit van Berlijn. Zij publiceerden hun bevindingen in Frontiers in Psychiatry. Het onderzoek komt met het eerste klinische bewijs dat de toepassing van het gebruik van zogeheten ‘schema-modi’ bij de behandeling van patiënten met chronische tinnitus zinvol kan zijn. In een eerder artikel concludeerden Berlijnse onderzoekers dat de huidige aanpak bij de behandeling van chronische tinnitus te eenzijdig is. Zij lieten toen zien dat het belangrijk is om rekening te houden met persoonlijkheidstrekken en individuele emotionele copingstrategieën. In de resultaten van het nieuwe onderzoek zien ze het eerste bewijs voor de behulpzaamheid van de inzet van schematherapie bij patiënten met chronische tinnitus.
| Wetenschap

Eerder onderzoek: tinnituspatiënten hebben andere persoonlijkheidstrekken
Uit het eerdere Berlijnse onderzoek bleek dat patiënten met chronische tinnitus andere persoonlijkheidstrekken hebben dan anderen. Mensen met chronische tinnitus blijken bijvoorbeeld een groter sociaal gevoel te hebben en meer betrokken te zijn bij de zorgen van anderen. Ook zijn ze sneller geïrriteerd, overwerkt, gevoelig en gehaast én ze voelen zich sneller overbelast, gestrest, nerveus en uitgeput. Ook klagen ze meer over lichamelijke aandoeningen en ze voelen zich vaker moe, geprikkeld of minder sterk. Daarnaast bleek uit het eerdere onderzoek dat patiënten met chronische tinnitus zich geremd voelen bij het uiten van emoties en dat ze vaker sociaal passief zijn.
Cognitieve gedragstherapie gouden standaard
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is vandaag de dag de gouden standaard bij de behandeling van tinnitus. De reguliere behandelingen in Nederland zijn gebaseerd op deze methode. De onderzoekers vinden dat het bij de behandeling goed is om ook de emotionele problemen in de context te plaatsen van de persoonlijkheidstrekken van de cliënt en hoe hij of zij omgaat met emoties. Dat worden ‘coping mechanismen’ genoemd. De Berlijnse wetenschappers vinden dit cruciaal bij het begrijpen van de problemen én om de klachten bij patiënten met chronische tinnitus daadwerkelijk te kunnen verminderen.
Of bij de behandeling van tinnitus in Nederland met cognitieve therapie eventuele persoonlijkheidsproblematiek meegenomen wordt, zal per behandellocatie verschillen. Daar zal niet overal de ruimte (tijd) en of de expertise voor zijn.
Achtergrond schematherapie
Schematherapie is net als cognitieve gedragstherapie een wetenschappelijk bewezen vorm van psychotherapie. De therapie is bruikbaar gebleken bij mensen met persoonlijkheidsproblematiek of langdurige klachten. Denk daarbij aan depressie en angstklachten. De manier waarop iemand zijn situaties ervaart en interpreteert noemen therapeuten een schema. Zo kan iemand extreem wantrouwend zijn of zichzelf als minderwaardig ervaren.
Oorsprong van patronen doorgronden en veranderen
Schematherapie helpt de oorsprong van hardnekkige patronen te doorgronden en uiteindelijk te veranderen. Bij de behandeling kijkt de therapeut naar de ervaringen uit de jeugd en welke invloed deze hebben op het denken en doen. Na het herkennen van de verschillende patronen start de patiënt met het veranderen van denkbeelden. Hierdoor is het mogelijk dat hij zich ook beter gaat voelen en zaken uiteindelijk ook anders gaat aanpakken.
Schematherapie derde generatie cognitieve therapie
Bij de aanpak van denkbeelden en het gedrag zit de overlap met andere vormen van cognitieve gedragstherapie. Schematherapie is dan net als ACT (Acceptance and Commitment Therapy) te zien als een derde generatie cognitieve therapie, alleen wel met een andere insteek. Schematherapie helpt om vastgeroeste patronen die hun oorsprong in de jeugd hebben te doorbreken. Daarnaast leert de patiënt bij deze therapie ook te kijken waar zijn eigen behoeften liggen en hoe deze op een gezonde manier zijn in te vullen.
Onderzoek naar schema-modi bij patiënten met chronische tinnitus
Aan het onderzoek deden 696 patiënten mee met chronische tinnitus met een leeftijd tussen de 19 en 82 jaar (gemiddelde leeftijd 52 jaar). Bij hen werden de zogeheten verschillende schema modi in kaart gebracht en daarnaast vulden ze de Tinnitus Handicap Inventory vragenlijst in. Ook werd bij hen de ervaren stress, angst en depressie in kaart gebracht. De frequentie en intensiteit van de gevonden geactiveerde schema’s vergeleken de onderzoekers met een gezonde controlegroep.
Disfunctionele ouder-, kind- en copingmodi
De onderzoekers keken bij het in kaart brengen van de schema modi naar de disfunctionele ouder-, kind- en copingmodi. Wanneer een of meerdere onderliggende schema’s worden geactiveerd reageert een patiënt op een specifieke manier. Dat heet een modus. Zo’n modus bestaat uit zowel gedachten, gevoelens als gedrag. Er zijn ‘gezonde’ functionele modi en er zijn disfunctionele modi. Een gezonde modus helpt de patiënt vooruit in zijn leven en een disfunctionele modus zal juist verstorend werken. Zo’n disfunctionele modus kan direct negatieve consequenties hebben, maar even zo goed zorgt deze daar pas veel later voor.
De oudermodus is een toestand die zich kenmerkt door zelfkritische en vijandige overtuigingen. Dit terwijl de kindmodi zich kenmerken door onvervulde emotionele behoeften waaraan in het verleden niet is voldaan. De copingmodi zijn starre pogingen om emoties te reguleren om zo een gevoel van zelfstabiliteit te behouden. Voor meer uitleg over de verschillende modi uit de schematherapie klik hier.
Resultaten onderzoek naar schema-modi bij tinnitus
De onderzoekers die de resultaten van hun onderzoek publiceerden in Frontiers in Psychiatry, zagen bij patiënten met chronische tinnitus allereerst relatief hoge activatie van de kindmodi, maar ook van vermijdende en overgevende copingmodi. Opvallend genoeg vonden de onderzoekers relatief lage uitingen van de straffende oudermodus. Verkennende analyses suggereren dat de oudermodi dergelijke processen wel kunnen beïnvloeden.

Activatie kwetsbare en boze kind
De onderzoekers zagen in de data dat het schema van het kwetsbare en boze kind werd geactiveerd. Dat wijst in de richting van hoge niveaus van emotionele kwetsbaarheid en pijnlijke emoties zoals angst, bedroefdheid, schaamte, verlies en boosheid. De resultaten suggereren verder dat de tinnitusklachten te maken hadden met een interactie van sterke gevoelens van kwetsbaarheid en boosheid. Daarmee bestaat op zijn beurt een verband met emotionele behoeften waar in het verleden niet aan is voldaan. Patiënten gaan daardoor vervolgens emotionele afstandelijkheid vertonen. Affectieve verdoving en vermijding van emotionele thema’s en samengaande gevoelens en gedachten spelen daarbij een rol.

Effect in het contact met therapeut
Patiënten met chronische tinnitus kunnen bij deze vermijdende coping-modi zich niet bewust zijn van hun emoties. Ook is het mogelijk dat ze terughoudend zijn om er therapeutisch mee om te gaan. In klinisch contact kunnen patiënten verschillende subtiele vormen van emotionele afstandelijkheid vertonen, zoals intellectualisatie, afstandelijkheid, oppervlakkige of overdreven ‘cognitieve’ reflecties, vaagheid en vermijding van betekenisvolle of emotionele onderwerpen. Ook kan de vraag komen naar concrete ‘oplossingen’ in plaats van ruimte te bieden voor aandacht aan emotionele onderwerpen en thema’s.
Modus in contacten met anderen
In contacten met anderen domineerde bij onderzochte patiënten de ‘meegaande overgave modus’. Deze modus wordt ook wel de ‘willoze inschikkelijke modus’ genoemd. Patiënten onderwerpen zich daarbij makkelijk aan de wil van een ander. Daarmee proberen ze problemen, discussies of ruzies te voorkomen. De patiënt negeert daarbij tegelijkertijd veelal zijn eigen behoeften. Met dit passieve en gehoorzame gedrag hoopt de patiënt waardering te krijgen. Net zoals een kind graag een aai over zijn bol wil en goed gevonden wil worden. Patiënten proberen in het heden eigenlijk iets te krijgen dat ze in het verleden niet of onvoldoende hebben gehad. De buitenwereld vindt een dergelijk iemand als vriend, vriendin, partner of werknemer natuurlijk fijn en gemakkelijk. Daardoor bestaat er ook het risico dat anderen misbruik van hen maken.
Handhaving in contacten met anderen
In contacten met anderen blijken patiënten met chronische tinnitus zich voornamelijk te handhaven door de zogeheten ‘onthechte beschermer modus’ te hanteren. In deze modus probeert de patiënt zich af te schermen voor indringende gevoelens. Daar kan angst achter zitten om overspoeld te worden door heftige gevoelens. Ook kan de patiënt het tonen van gevoelens of het daaraan toegeven, als teken van zwakte zien. Hoewel dat op korte termijn nuttig kan zijn, betaalt de patiënt toch uiteindelijk een prijs voor deze zelfbeschermingsstrategie. Immers ook gevoelens van vreugde en blijdschap worden ermee verdoofd.
Verhoogde niveaus van angst, verwarring en passieve agressie
Tegelijkertijd kunnen patiënten door deze modus onbewust te hanteren verhoogde niveaus van angst, verwarring en passieve agressie ervaren. Ook kunnen ze deze laten zien op het moment dat anderen niet aan de eigen verwachtingen voldoen. Wanneer patiënten in deze modus zitten kunnen ze tijdens de psychologische therapie in eerste instantie passief en onderdanig overkomen. Tegelijkertijd kunnen ze de therapeut of het therapeutische proces op subtiele manieren ondermijnen door indirect woede te uiten.
Pestkop-aanval modus komt ook vaak voor
Een minder vaak voorkomende maar toch vaak geuite coping-modus was de ‘pestkop-aanval’. De patiënt valt anderen op een gecontroleerde en op strategische wijze aan. Dat kan emotioneel zijn, maar evenzo goed fysiek of verbaal. Daarmee wil de patiënt voorkomen dat hij vernederd of gekwetst wordt. Dat doet hij vervolgens door juist anderen te pesten of te intimideren om zichzelf zo te beschermen tegen de waargenomen dreiging. Dat proces kan subtiel verlopen door dreigende of suggestieve gevolgen te uiten. Het kan ook minder subtiel verlopen doordat de patiënt regelrecht in de aanval gaat.
Afstandelijke coping stijl mogelijk invloed op straffende oudermodus
In het onderzoek onderschreven patiënten met chronische tinnitus verrassend genoeg bijna nooit uitspraken die gekoppeld zijn aan de ‘straffende oudermodus’. Of deze dan ook echt afwezig zijn, vragen de onderzoekers zich af. Zij denken dat het een weerspiegeling is van de afstandelijke coping-stijl van de patiënten die wijst op een emotionele vermijding van kernthema’s op het gebied van kwetsbaarheid, woede, schaamte of stigma. De onderzoekers vinden dit een waarschijnlijke interpretatie omdat de straffende oudermodus en de afstandelijke beschermermodus een sterk verband met elkaar vertoonden. De depressie die bijdraagt aan het in stand houden van de tinnitus kenmerkt zich daarbij door frequente uitingen van straffende ouder-, kind- en vermijdende copingmodi.
Gevoelens van leegte
Door het ‘uitschakelen’ van gevoelens kunnen anderen de patiënt als afstandelijk, ongevoelig of ‘niet echt’ betitelen. Bij de patiënt zelf kan deze modus tot gevoelens van leegte leiden en het gevoel niet meer in verbinding te staan met anderen of zijn omgeving.
Cognitieve manieren om met stress om te gaan
In de onthechte beschermer modus kan de tinnituspatiënt cognitieve manieren gebruiken om met emotionele stress om te gaan. Dat kan door bijvoorbeeld overdreven rationeel te zijn, te intellectualiseren of een sterke focus op lichamelijke klachten te vertonen. Tegelijkertijd kan zo’n cognitieve aanpak juist de stress die samengaat met tinnitus in stand houden.
Om uit zo’n cognitieve aanpak te komen kan de patiënt samen met een therapeut kijken hoe hij anders om kan gaan met emoties om zo stressklachten te verlichten.
Overeenkomst met eerdere bevindingen
De resultaten van het Berlijnse onderzoek weerspiegelen eerdere bevindingen over ‘emotionele prikkelbaarheid’ enerzijds en ‘agressie-onderdrukking’ anderzijds. Beide kunnen leiden tot stress die samenhangt met tinnitus.
Meer aandacht nodig voor emotionele thema’s in klinische praktijk
De resultaten van de data-analyses suggereren volgens de onderzoekers dat de stress die samengaat met tinnitus te maken heeft met interacties van kind- en vermijdende copingmodi. Voor de klinische praktijk zien zij daarin bewijs dat psychologische aanpakken zich minder moeten richten op de aanpak van het symptoom tinnitus of op gedragingen die de patiënt daardoor vermijdt. Dat zijn de thema’s waar cognitieve gedragstherapie zich voornamelijk mee bezig houdt. De onderzoekers vinden dan ook dat er meer aandacht nodig is voor de onderliggende emotionele thema’s met betrekking tot gevoelens van kwetsbaarheid, schaamte of woede.
Schematherapie kan waardevolle aanvulling zijn bij behandeling tinnitus
Uit eerdere onderzoeken is naar voren gekomen dat emotionele vermijding in het algemeen als een belangrijke aanjager van stresservaringen en psychologische problemen is te zien. Het onderzoek door de Berlijnse onderzoekers laat nu een vergelijkbare samenhang zien vanuit het schema-modi model. Een model dat aan de basis ligt van de schematherapie die dan ook een waardevolle aanvulling kan zijn bij de behandeling van tinnitus.
Meer onderzoek naar schematherapie is nog nodig om te bezien of het daadwerkelijk een effectieve behandeling is voor patiënten met chronische tinnitus.
Voor patiënten zijn er meerdere praktische boeken te vinden die uitgaan van schematherapie. Zo is het boek ‘Leven in je leven’ van Young een aanrader. Ook het boek ‘Patronendoorbreken’ biedt veel behulpzame handvatten.
Bron: Boecking B, Stoettner E, Brueggemann P and Mazurek B (2024) Emotional self-states and coping responses in patients with chronic tinnitus: a schema mode model approach. Front. Psychiatry 15:1257299. doi: 10.3389/fpsyt.2024.1257299l
Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door Insentis
