Keuzevrijheid bij aanschaf van een hoortoestel rechtmatig of niet?

25 mei 2022
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 7 min

Interview met drs. Dennis Havermans directeur Strategie & Allianties bij Beter Horen

Slechthorenden hebben vanuit het basispakket recht op een hoorhulpmiddel. Maar hoe zit het nu als je als cliënt bijvoorbeeld een nog geavanceerder hoortoestel wil kiezen dan dat als strikt noodzakelijk wordt gezien of een hoortoestel uit de zogeheten buitencategorie? Heb je dan als verzekerde dan nog recht op een (gedeeltelijke) vergoeding vanuit uw zorgverzekeraar of moet je dan alles zelf betalen? Met andere woorden heb je als verzekerde (en consument) dan nog de vrijheid om te kiezen wat je echt wil, of ben je dan toch verplicht om een toestel uit de database van de zorgverzekeraar af te nemen om het recht op vergoeding te behouden? Door de verplichting die de zorgverzekeraar oplegt, kun je je dan als slechthorende aardig gehinderd voelen. Immers dit vormt op dat moment een financiële belemmering. De meerderheid van zorgverzekeraars staat gelukkig op dit moment bijbetalen toe. Hiermee blijft de vergoeding uit de basisverzekering behouden. Toch klinkt het geluid bij sommige verzekeraars dat het toestaan van bijbetalen helemaal niet rechtmatig is, omdat vanuit de zorgverzekeringswet gezien er een verbod op zou zijn en het daarmee dus eigenlijk niet mag. Dennis Havermans directeur Strategie & Allianties bij Beter Horen heeft zich uitgebreid in de materie verdiept. In een interview vroegen wij hem waarom hij denkt dat bijbetalen met behoud van vergoeding wél rechtmatig en dus geoorloofd is.

keuzevrijheid bij aanschaf van een hoortoestel

Een audicien mag nu toch al afwijken en gemotiveerd kiezen voor een hogere categorie?

Dennis Havermans: Dat klopt. De architecten van het Hoorhulpmiddelen protocol hebben heel bewust de keuze gemaakt dat -onlosmakelijk aan de invoering en toepassing van het protocol- de audicien zijn / haar professioneel oordeel audicien (afgekort POA) mag toepassen. In de design- en testfase bleek dat op circa een derde van de cliënten deze POA van toepassing is. Echter, als de cliënt zelf meer wil dan de strikt noodzakelijke zorg of een nog geavanceerder hoortoestel wil kiezen uit de zogeheten buitencategorie, dan zijn dat aanvullende wensen bovenop de zorgvraag. Die financiering wordt niet geregeld in het hoorhulpmiddelenprotocol. Hier is de cliënt afhankelijk van zijn zorgverzekeraar en of deze goede afspraken heeft gemaakt met de audicien. Hoewel de wet hierover duidelijkheid biedt, evenals het Ministerie van VWS, geven sommige zorgverzekeraars aan dat cliënten niet mogen bijbetalen.  


Indeling in categorieën

Wanneer u slechthorend bent en in aanmerking komt voor een hoorhulpmiddel, vult u bij de audicien een vragenlijst in. Aan de hand van de vragenlijst wordt u ingedeeld in een categorie die iets zegt over de mate van uw hoorbeperking. Er zijn vijf categorieën. Hoe hoger de categorie hoe groter de ervaren beperking is. Aan iedere categorie is een overeenkomstige hoortoestelcategorie gekoppeld. Hoe hoger de categorie, hoe geavanceerder het hoortoestel. In iedere categorie zitten flink wat merken en typen hoortoestellen die zijn opgenomen in de Hoortoestellendatabase. Op deze manier krijgt u als slechthorende de strikt noodzakelijke hoorzorg die u nodig heeft en ook niet meer dan dat. Dit zijn keuzes waarmee geprobeerd wordt om de hoorzorg betaalbaar te houden. Deze vloeien voort uit de landelijke keuzes die de politiek maakt rondom gezondheidszorg in algemene zin.


Dennis Havermans directeur strategie en allianties

Wat maakt eigenlijk dat slechthorenden alleen recht hebben op strikt noodzakelijke zorg?

Dennis Havermans: Het ingevoerde hoorhulpmiddelenprotocol bepaalt de beperking van de hoorfunctie. Dat protocol zorgt ervoor dat er invulling wordt gegeven aan het begrip ‘stand van wetenschap en praktijk’ dat op zijn beurt zorgt voor de inhoudelijke invulling van ons verzekerde basispakket. Daarmee ontvangt de slechthorende de strikt noodzakelijke zorg. Dat deze politieke keuzes zijn gemaakt, wil echter niet zeggen dat keuzevrijheid, in dit geval bijbetalen met behoud van vergoeding, onrechtmatig is. Slechthorende cliënten hebben immers mogelijk aanvullende wensen die verder kunnen reiken dan hun ‘zorgvraag naar gehoorrevalidatie’ en willen daarom kunnen kiezen uit het veel grotere aanbod aan hoortoestellen dan dat waar ze aanspraak op kunnen maken vanuit het basispakket.

Dat wordt toch vaak als luxe aangemerkt?

Dennis Havermans: Sommige hoortoestellen onderdrukken hinderlijke omgevingsgeluiden beter, zorgen voor een beter verstaan mét behoud van toegang tot de gehele geluidsomgeving of zorgen voor een groter gebruiksgemak. Aangezien het gehoor veelal niet 100% is te revalideren is dat niet te zien als luxe. Daarnaast kan een consument kiezen voor een bepaald hoortoestel omdat dit beter samenwerkt met andere consumentenapparatuur zoals een smartphone (streamingdiensten, Google maps, vertaalfuncties) of een slimme luidsprekers. Gezondheidsfuncties, sensoren die de hartslag meten en valdetectie met een alarmfunctie voor naasten kunnen ook een argument zijn om te kiezen voor een bepaald merk en type hoortoestel. Daarnaast kan ook het design van een hoortoestel een rol spelen. Niet al van deze laatste functies zijn weliswaar toepassingen die direct met de hoorrevalidatie te maken hebben, maar kunnen wél zorgen dat het hoortoestelgebruik wordt gestimuleerd of veraangenaamd. Slechthorende cliënten zijn op het moment van keuze naast zorgvrager natuurlijk ook consument.

Dennis Havermans: “Dat bijbetalen een gangbare praktijk is, zien we ook op andere vlakken in gezondheidszorg in Nederland.”

Is het behoud van vergoeding nu uniek voor de hoortoestellen of is dit ook elders in de gezondheidszorg te zien?

Dennis Havermans: Wanneer we kijken naar de afgelopen 15 jaar zien we dat zorgverzekeraars het behoud van vergoeding toepassen in zowel hun polisvoorwaarden als in de contracten met de audiciensbedrijven. Soms verruimen ze de keuzevrijheid en soms beperken ze die. De afgelopen jaren hebben bijvoorbeeld de zorgverzekeraars ONVZ, Menzis en VGZ ervoor gekozen om deze keuzevrijheid niet alleen toe te passen voor hoortoestellen, maar ook overige hoorhulpmiddelen zoals streamers of ringleidingen. Zilveren Kruis daarentegen veranderde in 2018 juist hun beleid de andere kant op: de keuzevrijheid voor verzekerden met een restitutiepolis werd bij deze verzekeraar beperkt. Gelukkig staan op dit moment 7 van de 10 zorgverzekeraars toe dat hun verzekerden een hoortoestel of hoorhulpmiddel aanschaffen dat aan hun wensen voldoet, maar waar ze volgens de verzekering eigenlijk geen aanspraak op mogen maken. Dus het merendeel van de zorgverzekeraars staat bijbetalen dus deels of volledig toe.

Havermens vervolgt: Dat bijbetalen een gangbare praktijk is, zien we ook op andere vlakken in gezondheidszorg in Nederland. Zo staan Zorginstituut Nederland (ZIN) en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) op het standpunt dat voor specifieke lenzen bij een staaroperatie mag worden bijbetaald. Er zijn ook nog andere voorbeelden waar bijbetalen mag. Denk bijvoorbeeld aan de keuze voor meer privacy in een ziekenhuis door extra te betalen voor een eigen kamer. Een privé-kamer is natuurlijk medisch gezien helemaal niet noodzakelijk. Bij fysiotherapeuten kan en mag de verzekerde trouwens ook bijbetalen en soms moet hij dat zelfs op het moment dat het aantal van zijn vergoede behandelingen vanuit zijn aanvullende verzekering is overschreden. Bijbetalen gebeurt dus nu al veel en blijkt dus ook te mogen!

Dennis Havermans: “De wetgever heeft volgens ons de mogelijkheid tot keuzevrijheid opengelaten en heeft nimmer een verbod of beperking opgenomen voor bijbetalen. Dat blijkt ook uit het standpunt van Zorginstituut Nederland uit 2013.”

Dat het gebeurt en wordt toegestaan wil toch nog niet zeggen dat dit ook rechtmatig is?

Dennis Havermans: De wetgever heeft volgens ons de mogelijkheid tot keuzevrijheid opengelaten en heeft nimmer een verbod of beperking opgenomen voor bijbetalen. Dat blijkt ook uit het standpunt van Zorginstituut Nederland uit 2013. ZIN spreekt zich uit voor het bijbetalen binnen de hoorzorg. Zij stellen namelijk dat (ik pak het er even bij): ‘In het geval de verzekerde kiest voor een ‘luxer’ hoortoestel dan waarop hij of zij redelijkerwijs is aangewezen, verzet de Zvw (redactie: zorgverzekeringswet) zich niet tegen betaling van de meerkosten voor de ‘luxere’ uitvoering door de verzekerde.’ Ook het CVZ heeft in 2012 een gelijksoortig standpunt ingenomen. Zij schrijft aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het ministerie van VWS dat de verzekerde ‘mag bijbetalen voor niet noodzakelijke hoorzorg’. Overigens heeft VWS zich in 2021 naar aanleiding van diverse vragen middels de ‘Memo eigen bijdragen hoortoestellen – VWS’ nog expliciet uitgesproken dat bijbetalen niet verboden is in de Zorgverzekeringswet.

Ook het hoorprotocol zelf legt geen beperkingen op aan het bijbetalen. Gezamenlijk zijn vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, patiënten en audiciens tot de overeenstemming gekomen dat bijbetalen mag bij de toepassing van het hoorprotocol.

Bijbetalen is dus toegestaan en er zijn geen wettelijke beperkingen die zorgverzekeraars zou verbieden bijbetalen toe te staan. Het is echt een beleidskeuze van een zorgverzekeraar om bijbetalen toe te staan voor haar verzekerden.  

Wat maakt dat u zich zo hard maakt voor keuzevrijheid? Als directeur bij een grote keten zal al snel de verdenking ontstaan dat de inzet daarvoor voortkomt uit commerciële motieven.

Dennis Havermens: De reden dat wij ons met vrijwel alle Nederlandse audiciens inspannen om keuzevrijheid voor alle Nederlanders te realiseren is meerledig. Allereerst is keuzevrijheid in de zorg een groot goed. Het opwerpen van financiële hindernissen -in dit geval door het niet verstrekken van een vergoeding- is naar onze mening beperkend voor de keuzevrijheid van een cliënt. Daar heeft de Hoge Raad zich expliciet over uitgesproken. Ten tweede vinden wij dat als een cliënt kiest voor een hooroplossing, die hem of haar aanvullende mogelijkheden biedt bovenop op de gehoorrevalidatie, dat dit mogelijk moet zijn met behoud van de vergoeding. Dat een zorgverzekeraar dan die vergoeding niet uitkeert, is niet terecht. De Consumentenbond sprak zich hier eerder ook over uit door aan te halen dat de verzekerde immers wel de premie zou hebben betaald. Naar onze mening is er aanspraak.  Ten derde zijn er meerdere onderzoeken die wijzen in de richting dat keuzevrijheid de tevredenheid en ‘therapietrouw’ bevordert. Dat betekent een beter gebruik van het hoortoestel. Dat is toch juist wat beleidsmakers voor ogen hebben gehad met de introductie van de marktwerking in de zorg? Meer keuzevrijheid, meer innovatie en hogere gezondheidswinst?

Zijn zorgverzekeraars niet gewoon beducht dat er weer commerciële uitwassen zullen ontstaan, zoals deze plaatsvonden voor de invoering van het hoorprotocol waarbij slechthorenden veel te dure hoortoestellen geadviseerd kregen? Daar wordt de deur toch weer voor open gezet?

Dennis Havermans: Dat zorgverzekeraars kritische vragen stellen, is in de basis toe te juichen. Door hun kennis en ervaring te benutten over bijbetalen bij andere zorgdomeinen kunnen we goede en werkbare afspraken met elkaar maken.  Om te zorgen dat de cliënt goed wordt voorgelicht is het mogelijk een ‘bijbetalingsverklaring’ te ondertekenen. Daar hebben DSW en ASR voor gekozen. Nu helder is dat er geen verbod is op bijbetalen, kunnen we wat ons betreft afspraken maken die ervoor zorgen dat cliënten, zelf kunnen kiezen wat zij willen in aanvulling op hun zorgvraag, maar mét behoud van vergoeding.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer nieuws

Het verhaal van Frances: lees hier over haar ervaringen met haar Cochleair Implantaat

18 april 2024 | Het is oktober 2012 als ik sinds lange tijd weer de wachtkamer van de KNO [...]

Fluoroscopie biedt meerwaarde bij plaatsing cochleair implantaat

15 april 2024 | Duitse onderzoekers zien voordelen van de inzet van een fluoroscopisch beeldvormingssysteem bij het implanteren van [...]

Bernafon Encanta nieuwe hoortoestelfamilie uit de koker van Demant  

14 april 2024 | Demant het moederbedrijf van Oticon en Bernafon lanceerde afgelopen week tijdens een bijeenkomst in Utrecht [...]

Realistische reclames zijn een utopie, ook voor hoortoestellen | Column

11 april 2024 | De roep om realistische reclames voor hoortoestellen komt met enige regelmaat voorbij op sociale media. [...]