Hoortoestelletje ‘voâh wènag’

21 januari 2020
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 3 min

Heeft u ook gekeken naar het programma Meldpunt? Ik vind het toch wel bijzonder dat hoortoestellen telkens weer als duur worden weggezet. Hoezo duur? Oké 4000 euro voor twee buitencategorie hoortoestellen is natuurlijk een forse investering, maar als je 5 jaar met je hoortoestel doet, kost je dat net aan 2,20 euro per dag. Daarvoor krijg je je sociale leven terug, ga je je zekerder voelen, ondervind je betere relaties met familieleden en vrienden én ga je mentaal beter voelen. Het scheelt daarnaast een boel luisterstress en je voelt je energieker omdat ook de luistermoeheid verdwijnt. Daarmee heb je gelijk een oplaadbare headset waarmee je draadloos kan telefoneren en naar muziek kan luisteren. Als klap op de vuurpijl wordt de kans op dementie ook nog eens kleiner. Mijn dagelijkse kopje koffie van 2,70 euro op de Grote Markt hier in het Haagse heeft minder positieve effecten vermoed ik.

Dat de toestellen uit de bak van de zorgverzekeraars geschikt zouden zijn voor 90 tot 95% van de cliënten is een cijfer dat plots uit de audiologische lucht komt vallen in het tv-programma. Waar dat op gebaseerd is, blijft onduidelijk.
Ik heb me trouwens ooit laten uitleggen dat zorgverzekeraars vinden dat een hoortoestel adequaat is, als je daar als slechthorende in 80% van de tijd mee kan functioneren. Het lijkt erop dat je als slechthorende in de overige 20% van de gevallen maar moet aanmodderen met de geleverde hoortoestellen.

De vraag is wat je als audioloog of audicien uiteindelijk wil bereiken voor je cliënt. Ga je mee in het denken van zorgverzekeraar en accepteer je dat adequaat eigenlijk sober en net niet goed genoeg betekent, of wil je het meest optimale voor je cliënt? En nog veel belangrijker: Wat wil de cliënt zelf en wat heeft hij daarvoor over? Om daarachter te komen is een open communicatie nodig, zonder de wensen van de cliënt in te vullen of van aannames uit te gaan.  

Wat ook bijzonder is, is dat er bijna niemand adequaat geholpen blijkt te kunnen worden met hoortoestellen uit de onderste twee categorieën van het hoorprotocol. Als er in totaal 1400 hoortoestellen in de database zitten, zoals Meldpunt aangeeft, dan worden er 560 daarvan dus nauwelijks gebruikt. Dat kan betekenen dat het hoorprotocol slechthorenden niet goed weet te categoriseren, maar kan net zo goed iets zeggen over de kwaliteit van deze vergoede hoortoestellen.

De meeste audiciens die voor het ambacht kiezen, zijn bereid dag in dag uit voornamelijk met ouderen te werken en hebben over het algemeen een ontzettend zorgzame en cliëntgerichte instelling. Het heeft directies van grootwinkelbedrijven vele hoofdbrekens gekost om hun zorgverlenende audiciens juist iets commerciëler te krijgen. Dat was de afgelopen jaren dringend nodig om enigszins uit de rode cijfers te komen.

Het is natuurlijk zeer spijtig te horen dat er audiciens zijn die hun cliënten onvolledig informeren en naar het lijkt op onethische wijze cliënten toestellen in hun maag splitsen.

Het gedrag van deze kleine groep audiciens is zeker niet goed te praten, maar als je als audiciensbedrijf je inkomsten de afgelopen jaren hebt zien halveren en tegelijkertijd ook nog eens van de verzekeraar meer werk moet doen voor minder geld en dat bij een moordende concurrentie, dan snap ik dat tijd een belangrijke factor wordt. Met een buitencategorie hoortoestel heb je, zoals Paul Valk aangeeft in het programma, sneller een schot in de roos. En als je zo’n hoortoestel als klant eenmaal gewend bent, wil je die extra adequate procenten natuurlijk ook niet meer zo snel inleveren. Op die manier heeft de audicien dus sneller een goed eindresultaat, zowel qua tijd als geld.

De leerschool is dat het essentieel blijft klanten van volledige en gedegen informatie te voorzien en keuzevrijheid te geven. Zo blijft het vertrouwen in de audicien als beroepsgroep ook in de toekomst behouden en lijden de goeden niet onder de kwaden.

Een goed geïnformeerde cliënt kan uiteindelijk na een testperiode zelf beslissen of hij voor een high end hoortoestel gaat of binnen de vergoede zorg wil blijven.
En als een cliënt met minder aandacht en service genoegen neemt of voor iets minder adequaat wil gaan, dan kan hij altijd nog wel ergens een hoortoestelletje ‘voâh wènag’ scoren zoals we dat op zijn Haags zeggen.  

Reacties (16)
  1. Amen! Prachtig verwoord.

  2. Ik sluit mij aan bij de woorden van Renee, niets meer aan toe te voegen!

  3. Goed artikel, René!

    • Helemaal mee eens René. Het systeem met categorieen is ouderwets en krom. Als je de gelegenheid hebt om van het optimale gebruik te maken, dan moet je dat doen. Geniwt dagelijks van het comfort van deze toestellen! En heerlijk om naar muziek te kunnen luisteren.

  4. Prachtige uitleg en transparant!

  5. Fantastisch

  6. En hier is alles goed mee gezegd👍

  7. En zo is het!

  8. Wat een interessant artikel. Ook alle i formatie die ik op deze website heb gelezen. Ik ben 65 en inmiddels bij de KNO arts geweest. Ik kom voor 1 oor in aanmerking voor de zorgverzekering en het ander oor zit nog net voor de grens. De arts heeft wel op de verwijzing aangegeven eventueel toch voor 2 te gaan. Heb behoorlijk last van tinnitus aan 1 oor. Het slechtsthorende.
    Mijn eerste stap wordt nu te beslissen naar welke audicien ik zal gaan. Naar de bekende winkelketen die steeds reclame voert over geen bijbetaling of een die dat niet levert. Ik vind het ook wel een aanlokkelijk idee om voor een geavanceerder toestel te gaan wat buiten de verzekering valt maar als dat bijvoorbeeld maar 5 jaar meegaat dan moet je wel weer opnieuw een heel bedrag op kunnen hoesten.
    Anderzijds komt tijd, komt raad.

  9. Super helder gemaakt!

  10. Mooi artikel! Het gaat er uiteindelijk om dat de slechthorende zelf kan kiezen wat voor haar/hem goed aansluit.

  11. Perfect omschreven René.

  12. Helemaal mee eens: met een ‘ziekenfondstoestelletje’ kan ik in mijn werk niet functioneren. Dus kom ik steevast op ‘buitencategorie’ toestellen uit.
    Kunnen we alsjeblieft weer terug naar het bedrag per oor per vijf jaar?
    En dat je dan zelf kan kiezen of je een toestel koopt dat binnen dat bedrag past of dat je een toestel koopt waar je (flink) op bij moet leggen.
    Heel scheef dat zodra je iets meer kwaliteit nodig hebt, je opeens niks meer vergoed krijgt.

  13. René, je doet alsof er een hemelsbreed verschil is tussen de buitencategorie toestellen en die “uit de bak van de verzekeraars”. Dat is aperte onzin. Bedenk dat de high-end buitencategorie hoortoestellen van drie jaar geleden nu gewoon in die “bak van de verzekeraars” zitten. Met andere woorden: de apparaten waar je drie jaar geleden €4000 voor neer moest tellen, kosten nu maar een fractie van die prijs. En geloof maar niet dat de techniek in drie jaar zo snel gaat dat je dat verschil merkt in beter verstaan. Natuurlijk zijn er uitzonderingen; natuurlijk moeten mensen kunnen vergelijken en moeten ze zelf kunnen kiezen. De werkelijkheid is echter dat de audicien te vaak, zoals je citeert, snel een schot in de roos wil krijgen. Zijn roos wel te verstaan. Met deze column laat je duidelijk zien hoe onafhankelijk je voor wiens parochie preekt.

    • Beste Niek, ik pleit ervoor om slechthorenden te laten vergelijken, zoals jij dat ook voorstaat. Er zijn meerdere redenen mogelijk waarom een hoortoestel uit de buitencategorie klasse meerwaarde kan hebben. Aangezien het gehoorverlies veelal nooit 100% is te compenseren is elke winst meegenomen of dit nu gaat om het verstaan van spraak of verminderde luisterinspanning. Ook kunnen andere opties meerwaarde hebben. Ondervindt de client die winst niet of is het prijsverschil het hem niet waard, dan is een toestel uit de vergoede zorg zeker prima. Ik preek voor niemand zijn parochie, ik wil alleen laten zien dat hoortoestellen gezien de (gezondheids-) winst die ze opleveren niet ‘duur’ zijn. Dat geldt helemaal voor toestellen binnen de vergoede zorg. De prijsontwikkeling die je schetst voor nieuwere modellen hoortoestellen geldt ook voor andere producten zoals smartphones en tv’s. Ook daar heeft de cliënt keuzevrijheid: Kies je voor de nieuwste computer, smartphone of tablet (met een betere camera, snelheid,chip etc) of een tv met hogere resolutie (OLED), of ben je tevreden met een ouder type en is het de meerprijs je het niet waard. Voor een aantal slechthorenden is elk procent winst echter meerwaarde en is beter horen geen luxe zoals dat met andere producten zoals auto’s wel kan zijn. De groep audiciens die alleen met hun eigen financieel gewin bezig zijn en op grond daarvan handelen en cliënten onvolledig informeren vind ik zoals aangegeven in de column kwalijk. Tegelijkertijd zie ik door de prijsdruk voortkomend uit het acteren van zorgverzekeraars dat de service en de tijd voor het uittesten van hoortoestellen sinds de invoering van de functiegerichte verstrekking van hoortoestellen onder druk komt te staan.

  14. Voor mijn moeder was een categorie 5 toestel binnen de zorgverzekeraar een prima toestel toen zij alleen nog binnen kon zitten.
    Voor mij heb ik ontdekt dat een toestel van een buitencategorie als enige helpt om vergaderingen te volgen en om te verstaan tijdens een verjaardag. Ik vind het zeker de €2,20 per dag waard.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer nieuws

Het verhaal van Frances: lees hier over haar ervaringen met haar Cochleair Implantaat

18 april 2024 | Het is oktober 2012 als ik sinds lange tijd weer de wachtkamer van de KNO [...]

Fluoroscopie biedt meerwaarde bij plaatsing cochleair implantaat

15 april 2024 | Duitse onderzoekers zien voordelen van de inzet van een fluoroscopisch beeldvormingssysteem bij het implanteren van [...]

Bernafon Encanta nieuwe hoortoestelfamilie uit de koker van Demant  

14 april 2024 | Demant het moederbedrijf van Oticon en Bernafon lanceerde afgelopen week tijdens een bijeenkomst in Utrecht [...]

Realistische reclames zijn een utopie, ook voor hoortoestellen | Column

11 april 2024 | De roep om realistische reclames voor hoortoestellen komt met enige regelmaat voorbij op sociale media. [...]