Op de website van Skipr staat te lezen dat de rechter het inkoopbeleid langdurige zorg van tafel heeft geveegd. De rechter heeft daartoe besloten na een kortgeding dat aangespannen is door verschillende zorgaanbieders. De rechtbank vindt dat zorgkantoren tarieven moeten betalen die reëel en kostendekkend zijn. Ook vindt de rechter dat er een wezenlijk verschil is tussen zorgaanbieders en dat de tarieven daar geen recht aan doen. De parallel met de vergoedingen die zorgaanbieders in de hoorbranche krijgen is zeer goed te trekken. Ook daar zijn de vergoedingen ondertussen niet meer reëel en houden zorgverzekeraars bij de toekenning van vergoeding ook geen rekening met verschillen tussen aanbieders.
Tweedeling binnen hoorbranche
Binnen de hoorbranche een tweedeling zichtbaar en daarmee een verschil tussen zorgaanbieders: bedrijven aan de ene kant die uitgaan van een distributiemodel met snelle verkoop van hoortoestellen, en aan de andere kant bedrijven die zich volledig richten op verregaande hoorzorg aan hun slechthorende cliënten.
Audicienbedrijven functioneren op grens van zorg en commercie
Van audiciensbedrijven wordt verwacht dat ze hoorzorg leveren. Ze worden daarvoor betaald door de zorgverzekeraar en normaliter deels door de slechthorende cliënt (25%). Tegelijkertijd zijn het commerciële ondernemingen. Ze huren een pand, doen investeringen in apparatuur, hebben soms een auto voor de buitendienst nodig, nemen ondersteunend personeel aan, maken kosten voor reclame en marketing en natuurlijk ook voor bij- en nascholing en certificering. Daarbij moeten ze ook concurreren met andere audiciensbedrijven. Ze nemen daarbij ook de nodige risico’s. Het acteren als commercieel bedrijf om zo de omzet te verhogen, lijkt ieder jaar afgestraft te worden door zorgverzekeraars: zolang er reclame wordt gemaakt en er aan marketing wordt gedaan, is er nog geld te halen, zo lijken deze te denken.
Vergoeding hoorzorg niet meer reëel
De vergoedingen voor de hoorzorg zijn ondertussen zo laag dat er niet meer gesproken kan worden van een reële vergoeding voor de geleverde prestaties van audiciensbedrijven. Vaak wordt vergeten dat de bedrijven niet alleen een hoortoestel aanmeten en verkopen, maar dat ze ook een uitgebreide hoortests uitvoeren, een anamnese afnemen, evaluatiemetingen doen en sinds de invoering van het hoorprotocol ook nog eens meerdere keren vragenlijsten moeten afnemen. Na de eerste afstelling van het hoortoestel komen cliënten over het algemeen meerdere keren terug voor de fijnafstelling en dan begint de periode van 5 jaar nazorg. In deze periode moeten zij ook nog eens volledige garantie op het hoortoestel geven. Voor dit hele traject, inclusief de nazorg, krijgen ze naar schatting een gemiddelde vergoeding van 660 euro per toestel waarvan vervolgens de inkoopprijs van het product, de bedrijfskosten en de belasting ook nog af moeten. Op een sigarenkistje is uit te rekenen dat dit niet reëel meer is voor een in hoortoestellen gespecialiseerde detaillist.
Nog lagere vergoeding heeft effect op werkwijze
Naar vernomen wordt de vergoeding volgend jaar nog lager. Sluiting van kleinere filialen is daar inmiddels het gevolg van. Ook is er een groei te zien van de private markt en zijn er ondertussen audiciensbedrijven die er voor kiezen geen contracten meer af te sluiten met zorgverzekeraars. Ook zal dit effect hebben op de werkwijze van bedrijven die zich op de intensievere hoorzorg richten.
Aantallen hoortoestellen per audicien per jaar
Audiciens die zich richten op de intensievere hoorzorg verkopen gemiddeld naar schatting tussen de 250 en 300 hoortoestellen per audicien per jaar. Bij de bedrijven die een distributie-insteek hebben liggen deze aantallen met grote waarschijnlijkheid op meer dan het dubbele: naar vernomen tussen de 600 en 650 hoortoestellen per audicien per jaar. Daarbij is het zeker niet zo dat de laatste audiciens veel meer uren maken of harder werken. Bij de audiciensbedrijven die cliënten hebben die om een zorginsteek vragen, gaan er gewoonweg meer uren in de zorg per cliënt zitten. Bedrijven met een distributie-insteek zullen naar alle waarschijnlijk minder veeleisende cliënten in de winkel krijgen dan de bedrijven die zich op intensieve hoorzorg richten.
Voorselectie aan de deur
Audiciens van beide bedrijven leveren vast en zeker goed werk af. Ook bedrijven die uitgaan van een distributie-insteek met snelle verkoop hebben zeer tevreden cliënten. Of een cliënt tevreden is, hangt af van meerdere factoren. Natuurlijk zal allereerst de complexiteit van zijn gehoorverlies een rol spelen en hoe dit gehoorverlies is te compenseren met een hoortoestel. Daarnaast spelen de eisen die hij stelt aan zijn hooroplossing een rol en de situaties waarin hij het product gebruikt. Een andere zeer belangrijke factor is het verwachtingspatroon. Door het soort reclame dat de bedrijven maken vindt er al een voorselectie plaats aan de deur. Advertenties van bedrijven met ‘gratis’ en ‘goedkoop’ zullen immers andere cliënten trekken, dan bedrijven die bijvoorbeeld aangeven een uitgebreid hoorzorgplan voor hen te maken. Daarbij zal een cliënt die een product gratis krijgt minder veeleisend zijn dan wanneer hij er duizend euro of meer voor betaalt.
Zorgverzekeraar maakt geen onderscheid tussen bedrijven
Ondanks dat er flinke verschillen zijn tussen de bedrijven qua werkwijze en het soort cliënten dat zij hebben, maakt de zorgverzekeraar net als bij de langdurige zorg geen onderscheid in de toegekende vergoeding. Die is tot op heden voor de twee soorten audiciensbedrijven volledig gelijk.
Tarieven afhankelijk van zorgintensiteit
Zorgverzekeraars zouden tarieven moeten hanteren die rekening houden met de werkwijze van de audiciensbedrijven en zorgintensiteit die bedrijven leveren. Als ze dat doen kunnen beide bedrijven een reële vergoeding krijgen voor de prestaties die zij leveren.
Dat kan bereikt worden door een onderscheid te maken tussen vergoeding van het product en de tijd die aan de werkelijke hoorzorg besteed wordt. Een andere mogelijkheid is terug naar een basisvergoeding voor hoortoestellen zoals we deze in het verleden kenden. Bedrijven kunnen dan concurreren op grond van prijs en geleverde zorg.
Schijn van gelijke hoorzorg
Nu is er de schijn dat alle bedrijven gelijke hoorzorg leveren, omdat alle zij allemaal werken volgens het hoorprotocol en met hoortoestellen uit de vijf hoortoestelcategorieën die vallen onder de vergoede zorg. Dat is dus niet zo.
Door de steeds lagere vergoedingen worden ook audiciensbedrijven die zich met intensieve hoorzorg bezig houden meer en meer gedwongen een distributie-insteek te hanteren. Dat dit ten kosten gaat van de hoorzorg voor slechthorenden die wél extra zorg nodig hebben, behoeft geen betoog.
Audiciens keren het vak de rug toe
Met enige regelmaat zijn er audiciens die aangeven dat zij door de werkwijze die de prijsdruk vanuit de zorgverzekeraars met zich meeneemt het vak de rug toekeren. Dat is zonde. Zo berichtte recent een zeer ervaren audicien op LinkedIn: “Ik heb besloten om volledig te gaan stoppen als audicien binnen de branche. Door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren vanuit de STAR en de verzekeraars haal ik persoonlijk niet meer voldoende energie uit het vak om hier mee door te gaan.”
Zeker gezien het toenemende aantal ouderen is er dringend behoefte aan goed geschoold en ervaren personeel. Als zorgverzekeraars een reële vergoeding zouden geven en rekening houden met verschillen tussen bedrijven, zouden ook audiciens die ervoor kiezen met intensieve veeleisende hoorzorg-clienten te willen werken, meer werkplezier en tevredenheid uit hun beroep kunnen halen.
Helemaal eens met het artikel!
Zorgverzekeraars die quota hanteren voor de categorieën (CZ !!) Maar dat wordt niet aan de klant gecommuniceerd. De audicien hangt grote boetes boven het hoofd als ze niet aan de quota voldoen. Audiciens communiceren dit niet aan de klant uit angst de klant kwijt te raken.
Helaas, de branche is verziekt. Zonde.
Helemaal met artikel eens. Voor uitgebreide en deskundige zorg krijgt de audicien te weinig betaald.
Krokodillentranen van een branche die jarenlang veel te hoge tarieven in rekening heeft gebracht, nauwelijks innoveert in de dienstverlening en zich door de nieuwe aanbieders links en rechts heeft laten inhalen. De markt zal beslissen welke aanbieders dit gaan overleven.
Helaas is de slechthorende cliënt die intensievere hoorzorg nodig heeft wel uiteindelijk de dupe van de verschraling van hoorzorg die gepaard gaat met de strijd tussen de aanbieders. Dat kan nooit de bedoeling zijn.
Nieuwe aanbieders…. verklaar nader. En welke partij heb je het over die ingehaald wordt?
Frank, roep je nou maar wat of probeer je olie op het vuur te gooien?
De branche met haar producten innoveert wel degelijk. Maar als het allemaal niets meer mag kosten (door druk vanuit de zorgverzekeraars) dan zal er verschraling in de hoorzorg optreden. Een gat waar de prijsvechters met hun snelle verkoop inspringen.
En omschrijf eens wat je onder te hoge tarieven verstaat! Weet je precies wat voor een product en (5 jaar!) dienstverlening je voor jouw te hoge tarief krijgt dan?
Het email adres dat Frank heeft opgegeven is niet echt. Dus wellicht een bezoeker die zijn ongenoegen over de inhoud van het artikel anoniem wil uiten.
Goed geschreven artikel weer! Jammer dat er door geen enkele partij binnen de branche wat bereikt is de afgelopen jaren. De zorgverzekeraar bepaald en dat zal nooit veranderen.
En zo is het !