Door gebruik te maken van genetisch diagnostische tests is betere zorg op maat mogelijk voor jonge slechthorende kinderen. Dat concluderen onderzoekers van het UW Medicine en het Seattle Kinderziekenhuis in een recent onderzoek dat zij begin januari publiceerden in het tijdschrift ‘JAMA Otolaryngology-Head & Neck Surgery’.
Uitgelichte conclusies
De onderzoekers lichten de volgende conclusies uit:
- Genetisch testen op slechthorendheid kan een genetische oorzaak identificeren bij de meeste slechthorende kinderen. Gehoorscreening bij pasgeborenen mist slechthorendheid bij ongeveer een derde van de kinderen die er mee te maken hebben. Dit omdat de slechthorendheid dan nog niet bij de geboorte is te onderkennen. Genetisch testen kan dit gat dichten.
- De technieken voor genetische analyse verbeteren snel. Wanneer een kind al een genetische test heeft gehad met negatieve resultaten, kan opnieuw testen wél een genetische oorzaak aan het licht brengen die eerder over het hoofd is gezien.
- Genetisch testen kan syndromale vormen van slechthorendheid identificeren en kan zorgen voor de noodzakelijke doorverwijzing van kinderen naar specialisten.
- Genetische diagnose kan effectief worden ingezet om tot precisiebehandeling te komen bij kinderen met slechthorendheid. Wanneer de verwachte klinische karakteristieken van een genetische oorzaak bekend is, kan de informatie gebruikt worden om de prognose te evalueren en behandeling op af te stemmen.
1 op 400 pasgeboren door slechthorendheid getroffen
In Amerika wordt 1 op de 400 pasgeborenen door slechthorendheid getroffen. Meestal veroorzaakt door sensorische problemen in het binnenoor. Ongeveer de helft van deze kinderen heeft een genetische oorzaak voor hun gehoorverlies.
Maar liefst meer dan 120 genen en duizenden genetische varianten kunnen tot slechthorendheid bij kinderen leiden. Vrijwel alle kinderen met een genetisch gehoorverlies hebben een mutatie of mutaties in slechts in één gen.
Wanneer een slechthorend kind een aantal jaar geleden op grond van genetische test geen diagnose heeft gekregen, zorgt de recente vooruitgang in genetica ervoor dat het de moeite waard is om nogmaals te testen. Dat stellen wetenschappers in dit onderzoeksveld.
“Met genetische diagnose is het mogelijk om te anticiperen op toekomstig gehoorverlies bij bepaalde frequenties en de progressie met de leeftijd” geven de onderzoekers in hun artikel aan. “Deze informatie kan worden geïntegreerd met de huidige ernst van de slechthorendheid om de behandeling te bepalen.”
Het genetisch onderzoek onder slechthorende kinderen
De onderzoekers hebben bij 400 kinderen met tweezijdig sensorisch gehoorverlies de genetische oorzaak proberen vast te stellen. Ook keken ze hoe iedere genetische oorzaak verband hield met een specifiek soort gehoorverlies. Daarnaast zijn ze nagegaan of de gevonden genetische oorzaken verband hielden met het succes van een behandeling met een cochleair implantaat. Volgens de onderzoekers is de kennis over de verschillende genetische oorzaken van slechthorendheid bij jonge kinderen flink vooruitgegaan. Hierdoor kan de inzet van genetische tests helpen bij de planning van de behandeling zoals de optimale timing van de inzet ervan.
De onderzoekspopulatie
Aan het onderzoek deden 449 kinderen mee uit 406 gezinnen. Genetische analyse resulteerde in een genetische diagnose bij 210 van de 406 gezinnen, waarbij 55 van de 82 gezinnen meer dan één kind had met gehoorverlies. Daarnaast hadden 155 van de 324 gezinnen één kind met slechthorendheid. In de onderzochte groep ontdekte de onderzoekers varianten in 43 verschillende genen die verantwoordelijk waren voor slechthorendheid. Op een uitzondering na, had de genetische diagnose te maken met slechts één gen.
Resultaten genetisch onderzoek onder slechthorende kinderen
Genetische test slechthorende kinderen waardevol middel
De resultaten van het onderzoek laten zien dat genetisch testen een waardevol middel is om de prognose van de slechthorendheid van een kind te bepalen. Daarnaast is er mee te voorspellen hoe nuttig een cochleair implantaat voor het verstaan van spraak is voor een kind.
Echter de onderzoekers concluderen wel dat verschillen in succes met een cochleair implantaat in relatie met de genetische diagnose niet substantieel genoeg was om een kind uit te sluiten voor een cochleair implantaat (in de groep die anders wél aan de criteria voldeed).
Gevonden mutaties
De ernst van de slechthorendheid, de meest aangedane geluidsfrequenties en veranderingen in slechthorendheid over de tijd varieerde per gen en in sommige gevallen door het type variant binnen een gen. Kinderen die mutaties in de genen MYO6, OTOA, SLC2644, TMPRSS3, of met de meest ernstige mutatie in het GJB2 gen, hadden progressief gehoorverlies.
Variatie op succes met cochleair implantaat klein
Alle kinderen die al een cochleair implantaat hadden, scoorden beter op het verstaan van spraak dan dat zij voor de implantatie deden. De mate van succes van het cochleair implantaat varieerde een klein beetje wanneer gekeken werd naar de genetische diagnose.
Spraakverstaan met cochleair implantaat het best bij mutatie in MITF of TMPRSS3 genen
Wanneer de leeftijd van het kind waarop het een implantaat kreeg en de duur dat het implantaat al aanwezig was, meegenomen werd, bleek het verstaan van spraak het best te zijn bij kinderen waar de slechthorendheid werd bepaald door de mutatie in de MITF of TMPRSS3 genen.
De onderzoekers
Het onderzoek naar de waarde van genetische tests bij slechthorende kinderen stond onder leiding van neurowetenschapper Ryan Carlson een promovendus aan de University of Washington School of Medicine. Het onderzoek werd uitgevoerd samen met Mary-Claire King, professor in de geneeskunde en genetische wetenschappen aan de UW School of Medicine, en met Jay Rubinstein. Rubinstein is professor otolaryngologie en hoofd- en nekchirurgie.
Bronnen:
Carlson RJ, Walsh T, Mandell JB, et al. Association of Genetic Diagnoses of Childhood-Onset Hearing Loss With Cochlear Implant Outcomes. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. Published online January 12, 2023. doi:10.1001/jamaoto.2022.4463
Website: UW Medicine