55% van de ouders denkt dat het gehoorverlies van hun kind een gevaar vormt tijdens het fietsen. Dat blijkt uit onderzoek van NSDSK en Kentalis die samen onderzoek hebben gedaan naar het fietsgedrag en de fietsbeleving van dove, slechthorende en horende kinderen tussen de 6 en 13 jaar. Uit het onderzoek blijkt ook dat dove en slechthorende kinderen iets ouder zijn als ze zonder zijwieltjes gaan fietsen. Ze blijken ook vaker van hun fiets te vallen en meer te slingeren. Dit terwijl het dragen van een helm soms lastig of onmogelijk wordt gemaakt door het cochleair implantaat of de hoortoestellen.
Onderzoek ‘Fiets je mee’
Met het onderzoek ‘Fiets je mee’ is het fietsgedrag en de fietsbeleving van dove, slechthorende en horende kinderen in de leeftijd tussen de 6 en 13 jaar in kaart gebracht. Dit is gedaan op initiatief van NSDSK en Kentalis. De ouders hebben online een vragenlijst ingevuld over het fietsgedrag van hun kind.
Fietsen met anderen lastig
Voor dove en slechthorende kinderen blijkt het lastiger om met anderen op te fietsen: ze verstaan door het verkeer anderen minder goed. Ook de wind op microfoons van hun hoortoestellen of op de geluidsprocessor van hun cochleair implantaat is storend.
Photo by Jack Alexander
Veiligheid op de fiets
Dove en slechthorende kinderen zijn iets ouder als ze zonder zijwieltjes gaan fietsen. Helaas blijken ze ook vaker van hun fiets te vallen en meer te slingeren. Het dragen van een helm zou de veiligheid ten goede komen. Al dragen ze vaker een helm dan goedhorende kinderen, soms wordt dit lastig of onmogelijk gemaakt door het cochleair implantaat of de hoortoestellen. Dove en slechthorende kinderen maken ook gebruik van SH bordjes, spiegels en soloapparatuur.
Dat er mogelijk ook gevaren kunnen zitten aan het voeren van SH bordjes en ook het zogeheten Limited Hearing bordje is op deze website enige tijd geleden naar voren gebracht.
Evenwichtsproblemen blijken bij dove en slechthorende kinderen vaker voor te komen. Hoortoestellen blijken bij oudere slechthorenden valincidenten te voorkomen (lees meer).
Speciaal onderwijs
Van de groep ouders die denkt dat het gehoorverlies van hun kind een gevaar vormt tijdens het fietsen (55%), zijn het vooral de ouders van dove en slechthorende kinderen die speciaal onderwijs volgen die minder vertrouwen in fietsgedrag van hun kind hebben. Dit komt doordat de kinderen in het speciaal onderwijs minder fietservaring opdoen doordat de school verder weg en daardoor niet op fietsafstand ligt.
Fietsfrequentie
Dove en slechthorende kinderen fietsen minder vaak dan horende kinderen. Als dove en slechthorende kinderen fietsen, fietsen ze wel langer per keer. Dove en slechthorende kinderen in het speciaal onderwijs fietsen minder vaak dan dove en slechthorende kinderen die regulier onderwijs volgen.
Ervaringen van ouders
Ouders die problemen met fietsgedrag ervaren van hun kinderen geven voorbeelden als:
- ‘Het grootste probleem tijdens het fietsen voor mijn dochter is dat ze slecht haar fietsmaatjes kan verstaan. Zeker op dagen met veel wind of als er veel verkeer langs rijdt. Daarom kiest ze er geregeld voor om alleen naar school te fietsen.’
- ‘Wat ik het lastigste vind aan gehoorapparaten in het verkeer is dat mijn zoon het verkeer dat van achter hem komt niet aan hoort komen. Hij kan zich bijvoorbeeld rot schrikken van een brommer die hem inhaalt.’
- ‘Ik zou wel meer tips en adviezen willen om het kind veilig te leren fietsen Ik zou ook meer algemene bekendheid willen over hoe om te gaan met slechthorende deelnemers in het verkeer.’
Vervolg stappen
Veel kinderen leren fietsen min of meer vanzelf. Tegelijkertijd zijn er volgens het NSDSK en Kentalis onder de dove en slechthorende kinderen flink wat kinderen die gerichte begeleiding thuis en op school goed kunnen gebruiken. Dat lijkt zeker te gelden voor dove en slechthorende kinderen in het speciaal onderwijs.
Fietsen doe je meestal niet in je eentje, je neemt deel aan het verkeer met vele anderen. Begeleiding zou zich dus volgens de onderzoekers ook moeten uitstrekken tot hulp bij het verkrijgen van inzicht in het verkeer en tot adequaat handelen in dat verkeer.
Nader onderzoek is volgens de initiatiefnemers nodig om tot betere tips te komen en tot een programma voor dove en slechthorende kinderen én voor hun ouders te maken.
Vragen waarop de onderzoekers nog antwoorden willen krijgen zijn:
- Hoe beleven dove en slechthorende kinderen zélf het fietsen?
- Hoe beoordelen zij hun fietsvaardigheden?
- Wat zien zij zelf als knelpunten?
- Hoe gedragen dove en slechthorende fietsers zich in het verkeer?
- Hoe beoordelen zij complexe verkeerssituaties?
Onderzoek hiernaar wordt binnenkort gestart. Tegelijkertijd gaan de initiatiefnemers aan de slag met het werken aan fietstips, mogelijk zelfs een fietsprogramma.
Bekijk de resultaten in een factsheet!
