De film “Ongehoord hard” is voortgekomen uit een initiatief van onder andere Hans Troost (oorbewust.nl) en, Ton Panken (regisseur). Met de documentaire wordt duidelijk wat gehoorschade voor gevolgen kan hebben. Uit onderzoek uitgevoerd door het LUMC en AMC onder 250 musici blijkt dat gehoorschade veel voorkomt en er ook tal van neveneffecten zijn zoals oorsuizen en overgevoeligheid voor harde geluiden (hyperacusis).
De documentaire stelt musici en direct betrokkenen in staat kennis te nemen van wat er mis kan gaan bij deze beroepsgroep en maakt mensen bewust van de pijnlijke beperkingen en ook de psychische gevolgen van gehoorschade. Daarnaast hopen de makers de informatievoorziening op gang te brengen om zo preventieve maatregelen te stimuleren.
Reeds langer is bekend dat professionele (orkest-) musici last kunnen krijgen van hun gehoor. Op verzoek van een groot aantal beroepssymfonieorkesten hebben het LUMC en het AMC een onderzoek uitgevoerd onder 250 beroepsmusici.
Het geluidsniveau op de werkvloer van musici wordt steeds hoger. Dat is zowel bij versterkte als niet versterkte muziek. `Een moderne viool produceert makkelijk 20 decibel meer dan een van honderd jaar oud`, zegt dr.ir. Jan de Laat Audioloog bij het LUMC. Daarbij komt dat de musici vaak ook urenlang met het hoge geluidsniveau worden geconfronteerd.
Preventie is op allerlei manieren mogelijk, stelt Jan de Laat. Hij somt ze op. ‘Het belangrijkste is dat musici zelf kritisch zijn en zorgen voor gehoorbescherming, met name tijdens repetities. Daar zijn diverse goed functionerende, op maat gemaakte oorstukjes voor te verkrijgen. In het begin zijn ze soms vervelend, maar als ze eenmaal comfortabel in het oor zitten dan went het wel. Voorts is het belangrijk om ook kritisch te zijn op de akoestiek van de ruimte waarin wordt gespeeld. Muziekdocenten bijvoorbeeld, kunnen eisen dat geluiddempende voorzieningen in hun lokaal worden aangebracht.’
In het Doelencomplex in Rotterdam zijn preventiemaatregelen genomen. Zo is er verschil aangebracht in hoogte bij de verschillende delen van het podium, waardoor de musicus niet meer in het oor van degene die vóór hem zit speelt. `Bovendien produceert het ene instrument veel meer geluid dan het andere en kun je het “lawaai” met geschikte geluidschermen verminderen. En tenslotte kan er ook rekening worden gehouden met de programmering. `Niet teveel harde stukken achter elkaar op het programma zetten`, zegt De Laat.
Bron website: LUMC en Hans Troost