Gehoorschade door muziek. Een interview met HBO-audioloog en geluidstechnicus Robert Kettenis

27 april 2017
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 12 min

De afgelopen jaren is er meer en meer aandacht gekomen voor preventie van gehoorschade in de vrije tijd. Aandacht en regelgeving voor de risico’s op gehoorschade door lawaai op het werk bestaan al lang en op dit gebied wordt reeds veel aan preventie gedaan. De preventie van gehoorschade, ook wel met gehoorpreventie aangeduid, heeft zich de afgelopen jaren op een nieuwe doelgroep gericht: op de veelal jonge bezoekers van evenementen, concerten en uitgaansgelegenheden én op gebruikers van muziekspelers.

Een aantal jaar geleden is er in Nederland een convenant gesloten met een aantal partijen in de muziekbranche om het gemiddeld geluidsniveau te beperken tot 103 dB (A) (Leq). In 2016 scherpten de VVEM en VNPF en het ministerie van VWS de bestaande afspraken in het Convenant Preventie Gehoorschade Muzieksector aan. De onafhankelijke Stichting Kwaliteit Evenementen gaat vanaf nu toezien op de afspraken rondom maximale geluidsniveaus, geluidsmetingen en de beschikbaarheid van goede gehoorbescherming tijdens Nederlandse muziekevenementen. Op de muzieklocaties van de VVEM en de VNPF komen jaarlijks circa negen miljoen mensen. Het gaat onder meer om Paradiso, Melkweg, Ziggo Dome, Lowlands, Pinkpop en Concert at Sea.

Robert Kettenis is gevraagd naar zijn visie op de huidige voorlichting over gehoorschade en hoe hij aankijkt tegen het convenant vanuit zowel zijn audiologische expertise (HBO Audiologie), als vanuit zijn ervaring in zijn werk als geluidstechnicus.

“Veel van de grenzen die worden genoemd bij de voorlichting zijn niet van toepassing op de doelgroep”

Wat vind je van de voorlichting, zoals die de afgelopen tijd wordt gegeven over muziek in vrije tijd?

“Ik vind het opmerkelijk dat de voorlichting zich er momenteel op lijkt te richten dat het bezoeken van een concert of fijn naar muziek luisteren over je koptelefoon per definitie slecht of gevaarlijk is. Eigenlijk is dat helemaal niet nodig, als je maar op de juiste manier duidelijk kunt maken waar men rekening mee moet houden wanneer je met koptelefoon of oortjes naar muziek luistert of een concert bezoekt. Het is namelijk niet per definitie slecht, maar er zijn natuurlijk wel grenzen. Helaas zie ik dat veel van de grenzen, zoals genoemd in de voorlichting, niet van toepassing zijn op de doelgroep waarover gesproken wordt: bezoekers die af en toe een concert of evenement bezoeken, zo nu en dan uitgaan of af en toe naar muziek luisteren via een headset. Ook is de voorlichting helaas veelal niet ‘evidence based’. Uit een wetenschappelijk overzichtsartikel dat een paar jaar geleden werd gepubliceerd in Ear and Hearing blijkt dat voor gehoorschade door vrijetijdslawaai geen bewijs is gevonden. De auteurs stellen dat er vooral veel gespeculeerd wordt. Dat is in de voorlichting in Nederland nu ook te zien, zo ook in het recent uitgezonden TV- programma Radar over gehoorschade.

Robert Kettenis

Robert Kettenis – HBO-Audioloog en geluidstechnicus

“Voorlichting vanuit publieke organisaties, stichtingen, specialisten en wetenschappers zou ‘evidence based’ moeten zijn”

In het TV-programma RADAR wordt gesteld dat er gehoorschade optreedt bij 10 minuten in 103 dB en in 1 uur met een koptelefoon bij 95 dB. GGD Groningen stelt op hun website dat bij 100 dB al na 4 minuten gehoorschade kan optreden. Op de website van VVEM zegt een podiumbaas dat zelfs 90 dB al schadelijk is als je er lang in staat. Wat vind je van deze getallen?

“De grenswaarden die daar en ook elders worden gegeven maken het eigenlijk onmogelijk om.  zonder bang te zijn voor gehoorschade, van muziek te genieten. Het geeft een onjuist beeld van de werkelijkheid. De gepresenteerde grenswaarden in dB(A) zijn immers niet van toepassing op vrijetijdslawaai. Deze grenswaarden zijn gekoppeld aan arbeidslawaai en zijn pas van toepassing als iemand 8 uur per dag en 5 dagen per week en jaren achtereen in een omgeving verblijft waar de gegeven intensiteitsniveaus van toepassing zijn. Daar zit dus het grote verschil, want bij vrijetijdslawaai is de kans dat je aan de expositieduur komt die behoort tot arbeidslawaai veel kleiner, dan wanneer je in bijvoorbeeld een luidruchtige fabriek werkt of als DJ elke dag muziek aan het produceren bent. Zoals ook het overzichtsartikel laat zien is het niet bewezen dat vrijetijdslawaai – zoals af en toe een bezoek brengen aan een concert of van je muziek op de mp3 speler genieten – leidt tot gehoorschade. Helaas wordt verondersteld dat dit wel het geval is. Dat er geen grenswaarden zijn vastgesteld door middel van degelijk wetenschappelijk onderzoek voor vrijetijdslawaai betekent natuurlijk niet dat organisaties en wetenschappers, die voorlichting geven zomaar de cijfers kunnen overnemen die feitelijk niet zijn gebaseerd op hun doelgroep. Zoals de auteurs van het artikel stellen zou juist de voorlichting vanuit publieke organisaties, stichtingen, specialisten en wetenschappers wél ‘evidence based’ moeten zijn. Daar ontbreekt het nu aan.

Het is onwaarschijnlijk dat iemand die af en toe een koptelefoon op heeft en soms naar een concert gaat aan de expositieduur komt (per week of over een langere periode) die binnen de genoemde tijden schade op kan leveren. Ook valt op in de uitzending van Radar dat er een DJ als voorbeeld wordt genomen. Een situatie die uiteraard niet te vergelijken is met iemand die af en toe naar een concert gaat. Immers, deze DJ gaat veel meer richting de expositieduur die bij arbeidslawaai hoort. Je kunt in zijn geval dus niet meer spreken van vrijetijdslawaai. Het andere voorbeeld in de uitzending gaat over iemand die mogelijk gehoorbeschadiging en tinnitus heeft opgelopen door harde muziek. Dit onderstreept zeker dat we niet weg moeten kijken, maar realistisch naar het probleem moeten kijken. Hoe groot is het probleem in werkelijkheid en hoe kun je voorlichting geven zodat mensen signalen gaan herkennen waardoor ze weten dat ze  beter bescherming kunnen dragen. Bekend is immers dat gevoeligheid voor harde geluiden en het risico op lawaaibeschadiging per persoon sterk kunnen verschillen”.

“Het publiek wordt onnodig bang gemaakt en zelfs geluidsangst aangepraat”

gehoorschade muziek

Je hebt het over bang worden. Vind je dat een probleem?

“Ik vind dat het publiek nu onnodig bang wordt gemaakt, er wordt zelfs geluidsangst aangepraat. Door de genoemde getallen te hanteren wordt het bijna onmogelijk om nog te genieten van een concert, zonder bang te worden dat je de week erop met gehoorbeschadiging door het leven moet. Iets wat in werkelijkheid niet per se waarschijnlijk is. Maar men moet het ook niet te eenvoudig zien natuurlijk. Van een impulsgeluid met zeer hoge intensiteit kun je wel degelijk permanente gehoorbeschadiging oplopen. De voorlichting kan zich wat mij betreft beter richten op het gebruik van ‘gezond verstand’. Het is met name belangrijk om het gehoor rust te gunnen. Geniet van een concert, maar doe de week erna rustig aan met die mp3 speler. Dus geniet van de muziek, maar met mate op de hogere niveaus. Dat is eigenlijk het beste advies dat ik kan geven.
Let tevens ook goed op de signalen die je van je eigen lichaam krijgt. Die piep in je oren kan er wel degelijk op duiden dat het voor jou toch wat te hard was. Neem dan maatregelen om de volgende keer die piep te voorkomen. En als je zelf het geluid te hard vindt, dan houdt uiteraard niemand je tegen om goede gehoorbescherming te dragen. Er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de mensen aan de knoppen. Zij moeten op de hoogte zijn van de risico’s die hard geluid met zich mee kan brengen. Maar dan uiteraard wel met de kennis, die voor deze doelgroep bedoeld is en waar ze in de praktijk dus ook echt iets mee kunnen. Laten we niet kijken naar hoe het probleem lijkt te zijn, maar naar wat het probleem daadwerkelijk is, ook al wordt het er misschien niet minder complex door”.

“Bij vrijetijdslawaai gaat het erom dat je bewust omgaat met het luisteren naar geluid met hoge intensiteitsniveaus. Doe je dat niet, dan is er mogelijk een risico op gehoorschade en/of tinnitus”

Bij voorlichting over alcohol en sigaretten zet voorlichting die zich alleen richt op het gezonde verstand weinig zoden aan de dijk. Is een beetje angst inboezemen dan toch niet belangrijk om mensen te motiveren om de risico’s serieuzer te nemen?

Angst kan mogelijk een positief effect hebben op voorlichting, maar wel met één hele belangrijke randvoorwaarde: het risico moet aanwezig en op feiten gebaseerd zijn. Persoonlijk ben ik van mening dat je angst weg moet nemen in plaats van creëren. Bij vrijetijdslawaai gaat het erom dat je bewust omgaat met het luisteren naar geluid met hoge intensiteitsniveaus. Doe je dat niet, dan is er mogelijk een risico op gehoorschade en/of tinnitus. Doe je dat wel, dan is er feitelijk geen reden voor angst. Angst kan er overigens ook voor zorgen dat mensen juist wegkijken”.

“De vraag is of je 20 duizend bezoekers van een evenement moet uitrusten met gehoorbescherming als er bij wijze van spreke twee mensen bij zitten die daadwerkelijk overgevoelig zijn”

Gevoeligheid voor geluid en het risico op gehoorschade kan per persoon verschillen. Iedere audicien, KNO-arts of audioloog kent wel een aantal cliënten die na een avondje uitgaan of bezoek aan een concert er met gehoorschade en/of tinnitus vandaan komen. Moet de voorlichting en de limieten dan niet zo zijn dat de meest kwetsbare groep beschermd wordt?

“Allereerst is elke situatie waarschijnlijk anders. Is het een gehoorbeschadiging die alleen van doen heeft met dat ene event dat is bezocht of is het een resultaat van meerdere factoren over een langere periode? Dat zal per individueel geval mogelijk sterk verschillen. De vraag is of je 20 duizend bezoekers van een evenement moet uitrusten met gehoorbescherming als er bij wijze van spreken twee mensen bij zitten die daadwerkelijk overgevoelig zijn. We zien natuurlijk overal mensen die extra kwetsbaar zijn. Een zwakke rug, allergisch voor insectensteken, noem maar op. Ik denk dat dit helaas een stukje ‘bad luck’ is. Heel vervelend voor die overgevoelige groep en dat onderstreept nog eens extra dat het van belang is om voorlichting te geven, maar wel ‘evidence based’. De mensen bewust maken van de risico’s en de signalen die ze van hun eigen lijf krijgen”.

Ons gehoor blijkt een erg gevoelig orgaan en wordt tijdens ons leven niet alleen beschadigd door muziek hard lawaai, maar ook onder meer door het gebruik van alcohol, roken, medicatie en ook genetische factoren spelen een rol. Omdat het om een stapeleffect gaat, is het toch juist goed van jongs extra voorzichtig te zijn?

“Dat het om een stapeleffect gaat, klopt zeker. In onze beleving maken we wel onderscheid tussen verschillende soorten geluid, maar voor het gehoor is geluid gewoon geluid. Of dat nu muziek is of een boormachine. Er is ook onderzoek gedaan waaruit blijkt dat bijvoorbeeld overmatig gebruik van alcohol een negatief effect kan hebben op het gehoor. Echter, dan spreken we niet van een lawaaibeschadiging. Deze wordt uitsluitend veroorzaakt door geluid van buitenaf en is vaak door een karakteristieke dip rond de 4kHz in het audiogram te herkennen. Uiteraard telt uiteindelijk elke vorm van schade bij elkaar op. Om een lawaaibeschadiging te veroorzaken, is bekend dat het gehoor over een langere periode blootgesteld moet worden aan hoge geluidsintensiteiten of bijvoorbeeld een kort impulsgeluid, zoals vuurwerk met een zeer hoge geluidsintensiteit. Goed om hier bewust en verstandig mee om te gaan”.

Er is een convenant gesloten waarbij er een limiet is gesteld van 103 dB.
Is bij muzieksoorten als metal, dubstep en techno nog wel een goede beleving te krijgen met 103 dB? Of is dit de ondergrens?

“Dat is heel moeilijk te zeggen. Zoals de vraag al aangeeft, gaat het om de beleving en die is heel persoonlijk en subjectief. De ene persoon prefereert de muziek zo hard mogelijk en de andere vindt het fijner als de muziek wat zachter staat. Ik heb zalen meegemaakt waar je prima wat zachter kunt draaien en het publiek nog steeds uit hun dak gaat, maar ook zalen waar ik echt wat meer moest geven om aan de gewenste muziekbeleving te komen. Toch blijft ‘beleving’ een lastig begrip omdat het ontzettend subjectief is en voor iedereen anders kan zijn. Mijn ervaring uit de praktijk is dat 103 dB(A) een niveau is waar in de meeste situaties goed mee te werken is. Dit betekent uiteraard niet dat je er vanuit moet gaan dat je altijd deze 103 dB(A) moet halen. Op locaties waar het moeilijk is om op of onder deze 103 dB(A) te blijven vraag ik mij wel eens af of de locatie eigenlijk wel geschikt is”.

Kan het nog zachter?

“Met welke intensiteit de muziek ‘lekker’ gaat klinken hangt mede af van de locatie, en zeker ook de apparatuur die gebruikt wordt. In sommige situaties ervaren bezoekers genoeg beleving met een intensiteit minder dan 100 dB(A) en in andere situaties is de beleving pas bevredigend boven de 100 dB(A). Als geluidstechnicus meet ik die beleving door gewoonweg naar het publiek te kijken. Welke doelgroep is het en gedragen ze zich zoals je verwacht in relatie tot de muzieksoort? Ik probeer er als geluidstechnicus het beste uit te krijgen, de ene keer zal dat wat zachter zijn dan de andere keer. Er wordt vaak gedacht dat het bij hoge geluidsintensiteiten een kwestie is van de volumeregelaar – de fader op de mengtafel of mixer – omlaag te schuiven, maar zo simpel is het helaas niet. Zeker niet met live muziek. De akoestiek is een grote factor die ervoor kan zorgen dat het geluid niet zachter kan zonder dat de beleving volledig instort of de muziek ‘onhoorbaar’ wordt. Zo ken ik een zaal waar zonder enige versterking te bieden de bekkens van een enthousiaste drummer bij de mengtafel al 101 dB(A) kunnen geven. Als geluidstechnicus heb je dan de taak om te zorgen dat de rest van de band ook te horen is en de balans tussen alle instrumenten goed is. Als het geluidsniveau met een dergelijke enthousiaste drummer niet hoger uit komt dan 103 dB(A) dan is dat al een mooie prestatie. Naast de akoestiek speelt de apparatuur ook een grote rol. Met het ene geluidssysteem is het makkelijker om zachter te mixen dan met het andere. Hier zit in de praktijk veel verschil in, waarbij de beheersbaarheid van het geluid per systeem behoorlijk kan verschillen. Zo kun je, door gebruik te maken van goed ingeregelde line-array systemen (de banaanvormige sliert van luidsprekers, hangend onder elkaar), het geluid buiten goed beheersen. Daarmee kunnen verschillende parameters goed beheerst worden waaronder bijvoorbeeld de richtingskarakteristiek waar men wilt dat het geluid neerkomt op het publiek. Met een traditionele stack-PA, dat is zo’n gestapelde muur van luidsprekers, is de beheersbaarheid minder. Het is uiteraard sterk af te raden om dicht bij de luidsprekers te gaan staan. Het geluid moet immers een bepaalde afstand overbruggen waardoor de intensiteit in de buurt van de luidsprekers snel toeneemt. De intensiteit van geluid neemt gemiddeld gezien (over de gehele bandbreedte) met 6dB per verdubbeling van de afstand tot de bron af, ook bij gebruik van een line-array systeem. En wanneer alle zaken op orde zijn is daar nog de geluidstechnicus zelf. Hij of zij heeft de grootste invloed op het geluid in de zaal. Zachter mixen is over het algemeen lastiger dan harder mixen dus de ervaring van een technicus speelt hierin ook zeker een grote rol. Vervolgens komt geld ook direct om de hoek kijken want de ervaren technicus is duurder dan een beginneling, en daarmee voor veel kleine locaties minder aantrekkelijk om in te huren of aan te nemen. Professionele geluidstechnici zijn over het algemeen niet gefocust op een geluid dat zo hard mogelijk is, maar streven een zo goed mogelijk geluid na. Dat een hardrock concert harder is dan een concert met een klassieke gitaar zal denk ik niemand verbazen. Dus op de vraag ”kan het zachter dan 100 dB(A)” is het antwoord: de ene keer wel en de andere keer niet. Daarbij moet ik wel de kanttekening maken dat een opgenomen plaat van bijvoorbeeld een DJ door alle factoren die spelen over het algemeen makkelijker zachter te zetten is dan een voltallige liveband”.
“De akoestiek is een grote factor die ervoor kan zorgen dat het geluid niet zachter kan, zonder dat de beleving volledig instort of de muziek ‘onhoorbaar’ wordt”

Vind je dat er een wettelijke limiet moet komen voor concerten, discotheken en evenementen?

“Ik ben hier zelf geen voorstander van en vind dat je als professional in het geluid je bewust moet zijn van het werk dat jij neerzet. Er zijn voor dit soort vrijetijdslawaai geen grenswaarden, die gekoppeld kunnen worden aan een concrete expositieduur. Sterker nog, er is geen overtuigend bewijs dat je gehoorschade oploopt wanneer je af en toe een concert bezoekt. De richtlijn, zoals deze er nu ligt, is denk ik voldoende met betrekking tot de concerten en evenementen. Een eerlijke voorlichting is veel belangrijker. Leer jongeren hoe ze ervoor kunnen zorgen dat ze hun gehoor niet overbelasten. Geef de oren rust na het bezoeken van een concert, in plaats van de volgende dag gelijk weer die oortjes met muziek in te doen. Wel denk ik dat het verstandig is om horeca en discotheken los te bekijken van evenementen en concerten. Daar zie je dat het bijvoorbeeld de barman/vrouw is die de volumeregelaar bedient en, naarmate de avond vordert, het geluid steeds harder gaat. Een limiet is dan geen overbodige luxe wat mij betreft”.

Wat vind je de verkoop van gehoorbeschermingsmiddelen bij evenementen en concerten?

“Daar is natuurlijk helemaal niks mis mee. Immers, een huis blussen dat niet in brand staat, heeft mogelijk enkel invloed op het wooncomfort. Bezoekers kunnen zelf kiezen of ze gehoorbeschermers aanschaffen of niet. Ik raad mensen, die weten dat ze snel last hebben van harde muziek, wel aan om zelf gehoorbeschermers aan te schaffen. Dit kan bijvoorbeeld bij de audicien en deze zullen door een betere pasvorm (het beste is op maat gemaakt) en betere filters meer bescherming bieden dan degenen die je kunt kopen tijdens de concerten en festivals.

Robert Kettenis is HBO audioloog en geluidstechnicus vanuit zijn eigen ondernemingen: Geluidsadvies Kettenis en Vintage AudioVisuals. Meer info: www.geluidsadvies-kettenis.nl en www.vintage-av.nl
Dit artikel is eerder verschenen in Earline Magazine

Lees ook:
Voorlichting over gehoorschade door muziek niet ‘evidence based’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer nieuws

Consumentenbond constateert problemen in hoortoestellenbranche

23 april 2024 | De Consumentenbond publiceerde deze week op haar website twee artikelen over de aanschaf van hoortoestellen. [...]

Nieuwe bestuursleden branchevereniging GAIN

22 april 2024 | Branchevereniging GAIN heeft een nieuw bestuur. Met het nieuwe bestuur wil de vereniging de komende [...]

Het verhaal van Frances: lees hier over haar ervaringen met haar Cochleair Implantaat

18 april 2024 | Het is oktober 2012 als ik sinds lange tijd weer de wachtkamer van de KNO [...]

Fluoroscopie biedt meerwaarde bij plaatsing cochleair implantaat

15 april 2024 | Duitse onderzoekers zien voordelen van de inzet van een fluoroscopisch beeldvormingssysteem bij het implanteren van [...]