Behandeling van misofonie met cognitieve gedragstherapie helpt bij een groot deel (56%) van de onderzochte patiënten die daaronder lijden. Dit blijkt uit onderzoek van Inge Jager en collega’s van de afdeling psychiatrie van het Amsterdam UMC. De resultaten zijn ook blijvend: ook na een jaar functioneerden de onderzochte patienten mentaal, fysiek en sociaal beter.
Misofonie
Misofonie betekent letterlijk ‘haat voor geluiden’. Patiënten die er aan lijden reageren met zeer heftige negatieve emoties op een specifiek geluid. Ze kunnen door bijvoorbeeld adem- of eetgeluiden overvallen worden door een hele sterke afkeer. Ook tikgeluiden of geritsel van papier of een krant kan zo’n reactie oproepen. Geluiden die de emotionele respons uitlokken worden ook wel trigger-geluiden genoemd.
Patiënten kunnen geïrriteerd, boos of woedend reageren richting de maker van de trigger-geluiden. Ook kunnen zij situaties gaan vermijden waardoor sociale isolatie kan ontstaan.
Ontstaan misofonie
Over de oorzaak van het ontstaan van de aandoening is geen overeenstemming. Er wordt een erfelijke component vermoed omdat het in sommige families vaker voorkomt. Mogelijk heeft het ook te maken met een verstoring in de neurologische ontwikkeling. Andere deskundigen vermoeden een audiologische component.
Wat wel bekend is, is dat misofonie vaak samen gaat met psychische problemen zoals een stemmings- en angststoornis. Ook autisme en AD(H)D lijken er verband mee te houden. Ondanks dat er nog weinig bekend is over de precieze oorzaak, wordt misofonie in het algemeen wel gezien als een beperkende aandoening.
Behandeling van misofonie
De afdeling psychiatrie van het Amsterdam UMC biedt behandeling aan voor misofonie. Ook doet de afdeling onderzoek naar de effectiviteit van de door hun aangeboden behandelingen. Inmiddels is gebleken dat blootstelling aan trigger-geluiden, ook wel exposure genoemd, geen goed resultaat geeft. Exposure behandeling kan bij fobieën en ook bij tinnitus wél positief uitpakken.
De behandeling die het Amsterdam UMC momenteel aanbiedt bestaat uit cognitieve gedragstherapie en psychomotorische therapie. Bij de laatste therapie ligt de nadruk op aandachtstraining en ontspanning.
Onderzoek naar behandeling misofonie
Naar de effectiviteit van behandelingen voor misofonie is tot op heden nog weinig gecontroleerd onderzoek gedaan. Daarom heeft klinisch psychologe Inge Jager bij het Amsterdam UMC onderzoek gedaan naar de effecten van aangeboden cognitieve gedragstherapie bij misofonie.
Resultaat van cognitieve gedragstherapie bij misofonie
Uit onderzoek van Jager blijkt dat cognitieve gedragstherapie bij misofonie positief blijkt uit te pakken: 56% van de deelnemers die de therapie onderging ging erop vooruit. In de zogeheten controlegroep die niet deelnam aan de therapie maar wel op de wachtlijst stond, ging 0% erop vooruit.
“De positieve resultaten van ons onderzoek pleiten voor de toepassing van deze therapie voor misofonie in de klinische praktijk.”
Inge Jager: ”Het onderzoek bevestigt de positieve effecten van cognitieve gedragstherapie die we eerder vonden bij een studie die we deden naar deze vorm van therapie. De positieve resultaten van ons onderzoek pleiten voor de toepassing van deze therapie voor misofonie in de klinische praktijk.” Jager vervolgt: “Aan de hand van de toepassing in de praktijk en nader onderzoek kunnen de resultaten in de toekomst mogelijk nog positiever uitvallen. Ook willen we nog onderzoeken of extra therapiesessies of grotere spreiding tot verdere verbeteringen leiden. Daarnaast hebben we een veelbelovende pilotstudie gedaan naar EMDR bij misofonie. We hopen in de toekomst de behandelmogelijkheden verder te vergroten.”
Ook op lange termijn positief resultaat
De gevonden positieve effecten van de therapie blijken bij de groep die baat heeft bij de therapie blijvend te zijn: na een jaar functioneerden de deelnemers mentaal, fysiek en sociaal nog steeds beter.
“De hoeveelheid tijd die de patiënt besteedt aan oefenen lijkt invloed te hebben op het succes van de therapie.”
Voorspellers succes behandeling misofonie
Op dit moment is het nog niet duidelijk wat maakt dat de therapie bij de een wél goed werkt en bij ander minder of niet. Inge Jager daarover: “De hoeveelheid tijd die de patiënt besteedt aan oefenen lijkt invloed te hebben op het succes van de therapie. Om inzicht te krijgen in deze voorspellers van succes zouden we een nog grotere studie moeten opzetten.”
Bron: Jager IJ, Vulink NCC, Bergfeld IO, van Loon AJJM, Denys DAJP. Cognitive behavioral therapy for misophonia: A randomized clinical trial. Depression and Anxiety. 2020;1–11. https://doi.org/10.1002/da.23127