Actief sociaal leven gekoppeld aan lager risico op dementie

16 februari 2025
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 3 min

Onderzoek uitgevoerd door de Rush Universiteit in Chicago laat zien dat een actief sociaal leven een belangrijke rol kan spelen bij het voorkomen of vertragen van dementie op latere leeftijd. De minst sociaal actieve ouderen blijken gemiddeld vijf jaar eerder dementie te ontwikkelen dan hun meest sociale leeftijdsgenoten. Dit bevestigt de theorie dat sociale interactie het cognitieve systeem stimuleert en hersennetwerken versterkt. Om goed mee te kunnen komen in sociale activiteiten is een goede communicatie natuurlijk van wezenlijk belang. Hoortoestellen en cochleair implantaten kunnen daarbij een essentiële rol spelen.

| Wetenschap en Onderzoek

actief sociaal leven minder dementie sociale activiteit voorkomt cognitieve achteruitgang
Een actief sociaal leven zorgt mogelijk voor behoud cognitieve vermogens en vertraging van dementie

Sociale activiteit en dementie

De nieuwe studie waarvan de resultaten zijn te lezen in Alzheimer’s & Dementia, volgde 1.923 ouderen zonder dementie en onderzocht hoe vaak zij deelnamen aan sociale activiteiten zoals het bezoeken van vrienden, restaurants, of culturele evenementen. De deelnemers werden jaarlijks geëvalueerd op cognitieve functies en het optreden van dementie of een milde cognitieve stoornis. Dat is een tussenvorm tussen normale ouderdomsgerelateerde cognitieve achteruitgang en dementie.

De resultaten van het onderzoek naar sociale activiteit en dementie

De resultaten toonden aan dat een actief sociaal leven het risico op dementie met 38% vermindert en het risico op milde cognitieve achteruitgang met 21%. Dit wijst erop dat het onderhouden van een sociaal netwerk een effectieve strategie kan zijn om cognitieve achteruitgang te vertragen.

Bryan James, PhD, universitair hoofddocent interne geneeskunde aan de Rush Universiteit: “In deze studie laten we zien dat sociale activiteit samenhangt met een verlaagd risico op het ontwikkelen van dementie en milde cognitieve stoornissen. De minst sociaal actieve ouderen ontwikkelden dementie gemiddeld vijf jaar eerder dan de meest sociaal actieve.”

Het onderzoek liet zien dat 545 deelnemers dementie en 695 deelnemers MCI. De analyse, gecorrigeerd voor factoren zoals leeftijd, geslacht, opleiding, ras/etniciteit en burgerlijke staat, toonde aan dat de minst sociaal actieve individuen een gemiddelde leeftijd van 87,7 jaar hadden bij het ontstaan van dementie, terwijl de meest sociaal actieve een gemiddelde leeftijd van 92,2 jaar bereikten. Een vergelijkbaar verschil werd gezien bij de aanvang van de milde cognitieve stoornis. Deze bevindingen suggereren dat sociale activiteit een beschermende factor kan zijn tegen cognitieve achteruitgang.

Beperkingen onderzoek

Hoewel de onderzoeksopzet er robuust uitziet, zijn er wel enkele beperkingen. De meting van sociale activiteit was gebaseerd op zelfrapportage, wat kan leiden tot zogeheten ‘recall bias’. Dit is een vorm van informatiebias die optreedt wanneer deelnemers in een studie zich bepaalde gebeurtenissen, ervaringen of gedragingen onnauwkeurig of onvolledig herinneren. Dat kan de resultaten van onderzoek vertekenen. In het onderzoek naar dementie en sociale activiteit is het dus mogelijk dat deelnemers hun activiteiten in het verleden verkeerd inschatten. Dat kan bijvoorbeeld door zichzelf als sociaal actiever of minder actief te herinneren dan ze werkelijk waren.

Daarnaast kunnen factoren die niet zijn meegenomen in het onderzoek, zoals erfelijke aanleg of andere gezondheidsproblemen, de resultaten beïnvloeden. Omdat het onderzoek alleen kijkt naar verbanden, is het lastig om met zekerheid te zeggen dat sociale activiteit écht de oorzaak is van een lager risico op dementie.

Slechthorendheid cognitieve achteruitgang en dementie bij ouderen
Gehoorverlies kan een grote impact hebben opgevoelens van eenzaamheid. Mensen met onbehandeld gehoorverlies ervaren vaak een afname in sociale contacten.

Onderzoek dat in 2021 in Den Haag plaatsvond, liet zien dat gehoorverlies een grote impact heeft op eenzaamheid. Mensen met onbehandeld gehoorverlies ervaren vaak een afname in sociale contacten, wat kan leiden tot gevoelens van isolatie en depressie. Bekend is dat ook depressiviteit een risicofactor voor dementie is. Wanneer gehoorverlies communicatie bemoeilijkt, kunnen mensen zich terugtrekken uit sociale situaties. Dat creëert een vicieuze cirkel waarbij zowel cognitieve achteruitgang als eenzaamheid kunnen toenemen.

Hoortoestellen essentieel voor actief sociaal leven

Bij het toenemen van de leeftijd gaat het gehoor onvermijdelijk achteruit. Revalidatie met hoortoestellen en cochleair implantaten kan dan ook een cruciale rol spelen bij het sociaal actief blijven. Hoortoestellen helpen immers mensen om actief deel te nemen aan gesprekken, sociale interacties te onderhouden en betrokken te blijven bij hun omgeving. Zo kunnen hoorhulpmiddelen naast een sociaal activatieprogramma mogelijk bijdragen aan het verkleinen van de kans op cognitieve achteruitgang en dementie.

Verband slechthorendheid en cognitieve achteruitgang

De afgelopen jaren is er steeds meer bewijs gekomen dat slechthorendheid verband houdt met cognitieve achteruitgang en dat het ook een risicofactor is voor dementie bij ouderen (lees meer). Hoe de relatie tussen gehoorverlies, cognitieve achteruitgang en dementie precies zit, is nog niet duidelijk. Gehoorverlies kan mogelijk dementie veroorzaken, maar het kan net zo goed andersom zijn. Ook moet nog gaan blijken of hoortoestellen daadwerkelijk de cognitieve achteruitgang en aantasting van de hersenstructuren weten te voorkomen of remmen.

Conclusie

Het behoud van een actief sociaal leven kan mogelijk bijdragen aan een langer behoud van cognitieve functies en een verminderd risico op dementie. Hoortoestellen en cochleair implantaten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen doordat ze sociale interacties vergemakkelijken en zo de impact van gehoorverlies op sociale activiteiten kunnen verminderen. Dit kan indirect bijdragen aan een betere kwaliteit van leven en mogelijk lagere zorgkosten.

Bron: Yi Chen, Francine Grodstein, Ana W. Capuano, Tianhao Wang, David A. Bennett, Bryan D. James.  Late-life social activity and subsequent risk of dementia and mild cognitive impairment. https://doi.org/10.1002/alz.14316

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer nieuws

Als je het weer hoort, weet je pas wat je miste – over geluid, natuur en verbinding

27 maart 2025 | Wie slechthorend is, denkt vaak aan één ding: moeite met het verstaan van spraak in [...]

B-Audio Lentebijeenkomst 2025: ‘Music to our Ears’ | Professional

21 maart 2025 | Op 2 en 22 april 2025 organiseert B-Audio de online Lentebijeenkomst 2025: ‘Music to our [...]

Cochleaire implantaten effectief bij gehoorverlies dat verband houdt met WFS1

19 maart 2025 | Mensen met zogeheten mono-allelische mutaties in het WFS1-gen, geassocieerd met Wolfram-achtig syndroom en DFNA6/14/38, kunnen [...]

Intelligente geluidslokalisatie met DNN-chip tilt hoortoestellen naar een hoger niveau

18 maart 2025 | Moderne hoortoestellen worden steeds slimmer. Dankzij technieken uit de kunstmatige intelligentie (AI) – en specifiek [...]