De weg naar een hoorapparaat

De weg naar een hoorapparaat

Wanneer u merkt dat u minder goed hoort, een hoorapparaat overweegt of toe bent aan een nieuw hoorapparaat, kan de vraag opkomen waar u naar toe moet. Kunt u bij een audicien binnenlopen? Of moet u eerst langs de huisarts? Of wellicht ook langs de KNO-arts? En wanneer is een audiologisch centrum de aangewezen plek? Als u twijfelt aan uw gehoor kunt u en afspraak maken bij een audicien in de buurt. Een audicien mag namelijk beoordelen of er een reden is voor u om naar de KNO-arts of audiologisch centrum te gaan. Als hem dat verstandig lijkt, zal hij u verzoeken naar uw huisarts te gaan om daar een verwijzing te krijgen. Er zijn verzekeraars die inmiddels toestaan dat hun audicien direct naar de KNO-arts verwijst. Op deze pagina leest u welke weg u kunt volgen of met welke instanties u te maken krijgt, wanneer u twijfelt aan uw gehoor en van plan bent een hoorapparaat te gaan dragen.

Lees verder
Inhoud tekst

Let op!

Zorgverzekeraars hebben de regie over wie de zorg moet leveren en
kunnen daardoor eigen eisen stellen. Kijk in uw zorgpolis of informeer
bij uw zorgverzekeraar welke specifieke eisen deze stelt. De hieronder
beschreven gang van zaken kan dus soms afwijken. 

Ouder dan 18 jaar en een minder functionerend gehoor? Ga naar de audicien

Iedereen vanaf 18 jaar die twijfelt aan het functioneren van zijn gehoor en denkt dat hij in meer of mindere mate slechthorend is, mag zich wenden tot een register-audicien. Natuurlijk mag u ook als eerste stap naar uw huisarts gaan. Bent u ouder dan 67 jaar en heeft u een gehoorverlies, dat niet erg ernstig is en aan beide zijden gelijk én een gehoorverlies dat perceptief van aard is, dan mag de audicien met u een afspraak maken om een hoorapparaat bij u aan te passen. Perceptieve verliezen zijn gehoorverliezen die onder meer veroorzaakt zijn door lawaai en zich voordoen bij het toenemen van de leeftijd. Uw audicien kan bepalen wat voor soort gehoorverlies u heeft.

Via de KNO-arts

Bent u jonger dan 67 jaar dan gaat u na het bezoek aan uw audicien (en met een verwijzing van uw huisarts) langs de KNO-arts. Na het consult aan de KNO-arts komt u weer terug bij uw audicien.

Wanneer u al een hoorapparaat draagt en uw audicien geen reden ziet om naar een KNO-arts of een audiologisch centrum te gaan, mag hij samen met u gelijk kijken naar een nieuw geschikt hoorapparaat. Een audicien kan u naast informatie over hoorapparaten, speciale telefoons, wek- en waarschuwingssystemen, ook advies geven over gehoorbescherming en deze voor u op maat laten maken.

audicien den haag Enginears Unitron Moxi Jump R

Wat een audicien doet

Audiciens zijn detaillist en zorgverlener tegelijkertijd. Zij verkopen hoorhulpmiddelen waaronder hoorapparaten, onderhoudsproducten en gehoorbeschermers.

Zij zijn ook opgeleid om hoortests af te nemen en de oorschelp, de gehoorgang en het trommelvlies te inspecteren. Ook mogen ze bepalen of het raadzaam is om bij uw huisarts langs te gaan. De huisarts zal in bepaalde gevallen clienten ook doorverwijzen naar een KNO-arts of audiologisch centrum. Audiciens mogen van sommige verzekeraars u direct doorverwijzen naar de KNO-arts.
Veelal begint de audicien met een vragenlijst waarbij medische zaken aan de orde komen. Zo zal uw audicien u vragen naar klachten die zich eerder in uw leven hebben voorgedaan zoals oorpijn, oorontstekingen, duizeligheidsklachten en naar eventuele lawaaibelasting op uw werk of tijdens de vrijetijdsbesteding. Hiermee kan een beeld worden verkregen van de ontstaansgeschiedenis. Ook maakt dit duidelijk of slechthorendheid wellicht vaker voorkomt in de familie of dat het gewoon te maken heeft met uw leeftijd. In dat laatste geval is er sprake van  zogeheten ouderdomsslechthorendheid.

Selectie hoorhulpmiddelen

Uiteindelijk stelt een audicien samen met u een zorgplan op en selecteert met u de benodigde hulpmiddelen, zoals een hoorapparaat, een speciale telefoon, apparatuur om de tv beter te verstaan of om vergaderingen, lezingen of theatervoorstellingen beter te kunnen volgen (zogeheten soloapparatuur). U krijgt deze hoorhulpmiddelen voor een groot deel vergoed door uw zorgverzekeraar (lees meer over vergoeding van hoorapparaten). Uw audicien zal uiteindelijk ook samen met u de test met hoorapparaten en hoorhulpmiddelen evalueren.

De register-audicien

Audiciens in Nederland staan geregistreerd bij de Stichting Audiciens Register (StAR). Register-audiciens zijn in staat zelfstandig het gehoor te onderzoeken en u op grond daarvan grondig te adviseren. Om geregistreerd te blijven, zijn audiciens na het behalen van een opleiding verplicht zich te blijven scholen. Ook moeten zij hun werk uitvoeren volgens zeer nauwkeurig vastgelegde kwaliteitsvoorschriften.

Wat zijn de taken van een audicien?

Audiciens kunnen en mogen problemen signaleren, hoortests uitvoeren en samen met u een zorgplan opstellen, hulpmiddelen zoals hoorapparaten, randapparatuur en soloapparatuur selecteren en deze samen met u uittesten.  Audiciensbedrijven verkopen de hulpmiddelen die u wilt hebben uiteindelijk ook aan u. De audicien heeft dus in het traject een dubbele rol: hij of zij is niet alleen detaillist maar heeft tegelijkertijd ook de taak van zorgverlener.

Aantal audiciens en waar zij werken

In Nederland zijn er ruim 1600 register-audiciens. Zij zijn werkzaam bij zo’n 900 audiciensbedrijven. Audiciens kunnen werkzaam zijn in winkels van een van de grotere ketens die hoorapparaten verkopen zoals Beter Horen, van Boxtel, Hans Anders, Schoonenberg of Specsavers, maar ook bij kleine(re) zelfstandige audiciensbedrijven.

Het zorgplan

Hoortest met piepjes. Gebruik foto met toestemming van oogvoororen.nl

Uw audicien kijkt samen met u waar uw behoeften liggen en welke doelen u heeft. De een zal vooral de tv beter willen horen of behoefte hebben aan een steuntje in de rug bij het telefoneren, de ander wil in gezelschap beter verstaan of beter lezingen of theatervoorstellingen kunnen volgen. Weer een ander heeft speciale wensen bij het luisteren naar of bij het maken van muziek. Samen met uw audicien kijkt u welke hoorapparaten en of hoorhulpmiddelen in uw specifieke geval geschikt zijn. De audicien maakt zo samen met u een zorgplan.

Doorverwijzen naar huisarts

Wanneer de audicien bij inspectie van uw oor problemen constateert aan de oorschelp, in de gehoorgang of met het trommelvlies zal hij u verzoeken naar uw huisarts te gaan. Dat doet hij bijvoorbeeld ook als er sprake is van een gehoorverlies dat aan het ene oor een stuk groter is dan aan het andere oor, het gehoor plots (plotsdoofheid) of flink achteruit is gegaan of wanneer hij vermoedt dat het gehoorverlies is aangeboren. Wanneer de audicien constateert aan de hand van de afgenomen gehoortest dat het geluid niet goed zijn weg weet te vinden via het middenoor naar het slakkenhuis, zal hij u ook doorverwijzen. Dat gebeurt ook bij bepaalde duizeligheidsklachten.

Aanbeveling voor audiologisch centrum

Bij onder meer ernstige vormen van slechthorendheid, wanneer het verstaan van spraak erg moeilijk verloopt, wanneer er zich problemen op het werk of op school voordoen, zal de audicien u aanbevelen naar het audiologisch centrum te gaan. Een audiologisch centrum is ook de aangewezen plek voor kinderen onder de 18 jaar.

Om bij een audiologisch centrum terecht te kunnen heeft u een verwijzing van uw huisarts of KNO-arts nodig.

Hoorprotocol bij selectie hoorapparaat

In alle gevallen werkt uw audicien bij de selectie van een hoorapparaat volgens het vastgestelde hoorprotocol. Afhankelijk van de problemen die u ervaart en doelen die u heeft, wordt u ingedeeld in een categorie. Op grond daarvan komt u ook in aanmerking voor een hoorapparaat uit een van de vijf categorieën die door uw zorgverzekeraar wordt vergoed.

Nieuwste en betere hoorapparaten niet vergoed

Door de prijsdruk die is ontstaan door de aanbestedingen vanuit zorgverzekeraars, worden de nieuwste en betere hoorapparaten niet vergoed. Die kunnen voor het geld dat de audicien krijgt voor het hoorapparaat inclusief zijn werkzaamheden niet worden geleverd binnen de vergoede zorg. Deze zogeheten high-end hoorapparaten worden dan ook door fabrikanten niet aangemeld bij de zorgverzekeraars en zijn dan ook niet binnen de vergoede zorg verkrijgbaar. Voor veel slechthorenden hebben deze hoorapparaten meerwaarde maar zeker niet voor iedereen. Wilt u een hoorapparaat met de nieuwste techniek of een beter hoorapparaat uit een hogere categorie dan hangt het af van uw verzekeraar of u mag bijbetalen voor een hoorapparaat of dat u het hele aanschafbedrag zelf moet betalen (lees welke zorgverzekeraars bijbetalen toestaan).

Aanpassing van een hoorapparaat

Uw audicien kijkt, nadat hij een hoortest heeft afgenomen, samen met u wat voor soort hoorapparaat u wilt en nodig heeft. Voor een in-het-oor hoorapparaat en wanneer een oorstukje nodig is voor een achter-het-oor hoorapparaat zal de audicien een afdruk maken van uw oor. Bij beginnende gehoorverliezen is een oorstukje bij een achter-het-oor hoorapparaat over het algemeen niet nodig.

De audicien zal een hoorapparaat en eventuele andere apparatuur voor u bestellen en een nieuwe afspraak maken voor het aanpassen ervan. Hoorapparaten hebben veel instelmogelijkheden en opties. Samen met uw audicien kijkt u naar de meest optimale instelling. Soms zijn meerdere controle aanpassingen nodig voor een optimaal resultaat. Tegenwoordig hebben audiciens ook de mogelijkheid om de instellingen van hoorapparaten op afstand te optimaliseren. Een bezoek aan de winkel is daarbij niet nodig.

De KNO-arts

Mensen die hoorproblemen ervaren en jonger zijn dan 67 jaar komen altijd voor controle van het gehoor bij de KNO-arts terecht. Bij de KNO-arts wordt een gehoortest afgenomen en wordt het oor uitgebreid onderzocht. Een goede aanpassing van een hoorapparaat begint immers bij een schoon en gezond oor. De KNO-arts zal als onderdeel van de diagnostiek het oor met een zogeheten otoscoop inspecteren.

Inspectie

Niet alleen de KNO-arts, ook de huisarts of de audicien kunnen uw oor, gehoorgang en trommelvlies bekijken. Als zij vermoeden dat er iets niet pluis is, zal u doorverwezen worden naar een KNO-arts. Voordat de audicien met een aanpassing van een hoorapparaat begint, moeten eventueel geconstateerde problemen met de oorschelp en ook gehoorgangproblemen zoals een ontsteking, eczeem of oorsmeer worden verholpen. Dat geldt ook voor problemen in het middenoor. Denk hierbij aan een perforatie van het trommelvlies, een loopoor, vocht achter het trommelvlies of een ingetrokken trommelvlies.

Soms wordt naast een hoortest die met toontjes (toonaudiogram) en een test met woordjes (spraakaudiogram), bij de KNO-arts ook een test gedaan die de beweeglijkheid van het trommelvlies meet (tympanogram).

Het audiologisch centrum

Voor kinderen tot 18 jaar is het audiologisch centrum de aangewezen plek. Een audiologisch centrum houdt zich bezig met onderzoek, probeert het gehoor zo goed als mogelijk te herstellen met behulp van een hoorapparaat, cochleair implantaat of beengeleidingsapparatuur of aanvullende apparatuur (soloapparatuur of wek- en waarschuwingssystemen). Audiologische centra geven ook begeleiding bij complexe gehoorproblemen en wanneer er problemen zijn met de spraak en of taalontwikkeling.

Volwassenen komen bij een audiologisch centrum terecht wanneer het gehoorprobleem lastig vast te stellen is, er sprake is van een ernstig of zeer ernstig gehoorverlies, of wanneer er problemen zijn met de aanpassing van het hoorapparaat. Ook zijn cliënten daar op hun plaats met een meervoudige handicap en met tinnitus en hyperacusis.

Multidisciplinair team

In een audiologisch centrum werkt een multidisciplinair team bestaande uit een of meer audiologen, psychologen, maatschappelijk werkers, logopedistes, audiologie-assistenten en en technici. Audiologische centra werken nauw samen met KNO-artsen.

Een Audiologisch Centrum kan patiënten onderzoeken die verwezen zijn door een huisarts, een KNO-arts, kinderarts of een psychiater. Audiologische centra zijn op een groot aantal plaatsen door heel Nederland gevestigd. (Kijk voor: adressen van audiologische centra)

Kwaliteit hoorzorg onder druk

De audicien heeft in de loop van de jaren steeds meer taken toebedeeld gekregen in het hoorzorgproces. Als zorgverlener moet de audicien volgens steeds verdergaande kwaliteitseisen en een uitgebreid protocol werken. Ook mogen zijn cliënten meerdere hoorapparaten vrijblijvend uittesten. Daarnaast krijgt de audicien regelmaat slechthorenden in zijn winkel met complexe gehoorverliezen waarbij de revalidatie zeer tijdsintensief is. Tegelijkertijd moet een audiciensbedrijf financieel gezond blijven.

Na de invoering van de zogeheten functiegerichte aanspraak op hoortoestellen en bezuinigingsmaatregelen, zijn zorgverzekeraars gaan aanbesteden. Hierdoor zijn de prijzen van hoorapparaten flink gedaald.

Werkwijze bij audicien moet noodgedwongen steeds efficienter

Voor slechthorenden heeft dat enerzijds gunstig uitgepakt: zij zijn minder gaan betalen voor hun hoorapparaten. Tegelijkertijd zijn daardoor de geavanceerdere hoortoestellen die ook duurder zijn, niet meer beschikbaar binnen de vergoede zorg. Slechthorenden zijn doordat zij niet meer mogen bijbetalen voor een beter hoortoestel, een deel van hun keuzevrijheid kwijtgeraakt. Veel grote zorgverzekeraars hebben een stokje gestoken voor het mogen bijbetalen.

De verdiensten van audiciensbedrijven zijn sinds 2013 door de dalende prijzen zo ongeveer gehalveerd, terwijl tegelijkertijd de concurrentie flink is toegenomen. Door zowel de prijsdalingen als de concurrentie zijn veel audiciensbedrijven momenteel verliesgevend. Dat betekent dat er in de nabije toekomst steeds efficiënter gewerkt moet worden om de bedrijven weer enigszins rendabel te krijgen. Dit zal uiteindelijk ook invloed op de kwaliteit van de geleverde hoorzorg hebben.

Merken hoorapparaten bij audiciensbedrijven

De meeste audiciensbedrijven in Nederland leveren een beperkt aantal merken en typen hoorapparaten. Sommige audiciensbedrijven kiezen er juist voor een breed productassortiment aan te bieden.

Er zijn verschillende redenen mogelijk waarom audiciensbedrijven een beperkt aantal merken hoorapparaten leveren. Dat kan zijn omdat zij verbonden zijn aan bepaalde fabrikanten. Het afgelopen decennium zijn een aantal audiciensketens overgenomen door fabrikanten van hoorapparaten. De verkoop ervan was noodzakelijk doordat de bedrijven onvoldoende rendabel werden. Wanneer een fabrikant eigenaar is, blijft er meer marge over en draagt dat bij aan een gunstiger rendement.

Private-label hoorapparaat

Soms kiezen audiciensbedrijven ervoor met een hoorapparaat met een zogeheten private-label merk te leveren. Dit wordt ook wel een huismerk genoemd. Welk merk en type daarachter schuilgaat is niet altijd duidelijk en mag veelal ook niet worden gecommuniceerd door het audiciensbedrijf. Toch blijkt dit via een omweg te achterhalen (lees meer).

Een andere reden om slechts met een beperkt aantal merken hoorapparaten te werken is het inkoopvoordeel dat dit oplevert voor het bedrijf.

Alle merken hoorapparaten hebben vandaag de dag voldoende opties en instelmogelijkheden. Toch loopt het ene merk soms voor op het andere qua gebruikte technieken of mogelijkheden. Denk hierbij aan de aanpak van het communiceren in geroezemoes, telefoneren met smartphones of bij de aanpak van problemen van het eigen stemgeluid. Soms hebben slechthorenden ook een uitgesproken voorkeur voor een bepaalde klankkleur van een specifiek merk hoortoestel.

Een hoorapparaat kan veel, maar herstelt niet wat defect is in slakkenhuis

Een hoorapparaat kan het verloren hoorvermogen bij een zogeheten perceptief gehoorverlies voor een groot deel compenseren. Helaas lukt dat niet altijd voor de volle honderd procent. Hoorapparaten kunnen immers niet repareren wat er in het slakkenhuis van het oor kapot is gegaan. Hoorapparaten zijn dan ook niet te vergelijken met een bril. Een bril corrigeert relatief eenvoudige afwijkingen bij de bolling van de lens. In de meeste gevallen zijn die wel voor honderd procent corrigeerbaar.

Schade slakkenhuis te vergelijken met schade aan netvlies

Schade in het slakkenhuis is te vergelijken met schade aan het netvlies in het oog. Net als een bril niet kan corrigeren wat er misgaat bij het netvlies, kan een hoorapparaat dat ook niet voor de volle 100% voor het defect in het slakkenhuis.

Het is dan ook raadzaam om alle voorhanden zijnde opties om het hoorvermogen te verbeteren aan te pakken. Het kan zijn dat u met een geavanceerder hoorapparaat beter verstaat of dat het u meer luistercomfort of minder luisterinspanning geeft. Verminderde luisterinspanning is belangrijk omdat slechthorenden vaak sneller moe zijn door de inspanning die zij moeten leveren om te horen en te verstaan.

High end hoorapparaat geen luxe

Wanneer u niet tevreden bent met het behaalde resultaat met het hoorapparaat uit de categorie waarin u via het hoorprotocol bent ingedeeld, kunt u altijd testen of een beter hoorapparaat (uit een categorie hoger) of een high-end hoorapparaat meerwaarde heeft. Soms wordt gesuggereerd dat een high-end hoorapparaat alleen maar luxe is. Dat is zeker niet zo. High End hoorapparaten zijn niet te vergelijken met het rijden in een dure auto. Een dergelijk vergelijk gaat alleen op als een minder geavanceerd hoortoestel het gehoorverlies al volledig weet te compenseren en iemand weer precies zo hoort als vroeger, toen het oor nog voor de volle honderd procent functioneerde.

Vrije markt

Of een hoorapparaat het gehoorverlies voldoende kan compenseren, is onder meer afhankelijk van het gehoorverlies, de taken die u moet uitvoeren, de omgevingen waarin u moet functioneren en de beperking die u in verschillende situaties ervaart. De nieuwste High End hoorapparaten zijn helaas alleen beschikbaar in de vrije markt en worden niet vergoed door de zorgverzekeraar. Zoals eerder aangegeven staan sommige zorgverzekeraars toe om bij te betalen voor een beter hoortoestel.

Lees ook het verhaal van Henk