Tympanogram
Een tympanogram zegt iets over de beweeglijkheid van het trommelvlies en de weerstand die het middenoor geeft bij het geleiden van geluid naar het binnenoor. De test die dit meet, de tympanometrie, is een objectieve test.
Lees verderTympanometrie
Bij tympanometrie wordt de beweeglijkheid van het trommelvlies gemeten en daarmee de weerstand die het middenoor geeft om een geluid door te geven aan het binnenoor. Deze test is een objectieve test in tegenstelling tot bijvoorbeeld het toonaudiogram en spraakaudiogram die beiden tot de subjectieve tests horen. Immers bij zowel het spraakaudiogram als toonaudiogram is de onderzoeker afhankelijk van het subjectieve oordeel van de persoon die getest wordt. Bij de afname van een tympanogram, hoeft de persoon die wordt onderzocht geen respons te geven. Het enige wat hij wel moet doen is meewerken aan het onderzoek.
Wanneer bij tympanometrie tevens gekeken wordt naar de weerstand van het trommelvlies bij verschillende frequenties spreekt men van impedantiemetrie.
Bij deze tests wordt de gehoorgang door een dop luchtdicht afgesloten. In de afsluitdop lopen drie buisjes.
- één die de luchtdruk in de gehoorgang kan wijzigen
- één waardoor geluid de gehoorgang wordt ingeleid
- en één die de hoogte van het geluidsniveau meet dat wordt opgebouwd in de gehoorgang.
Via een toongenerator en versterker wordt een geluid in de gehoorgang geleid. Op het zelfde moment meet een microfoon de geluidsterkte in de gehoorgang. Wanneer het trommelvlies en middenoor stijver en dus minder mobiel is dan normaal wordt er een groter deel van het geluid teruggekaatst. De microfoon zal dan relatief veel geluidsdruk meten. Als het trommelvlies en middenoor normaal werken zal de microfoon relatief weinig geluidsdruk meten. De hoeveelheid teruggekaatst geluid (de echo) is dus een maat voor de effectiviteit van het middenoor.
Met het luchtpompje kan de druk op het trommelvlies gevarieerd worden. Hiermee kan de hoeveelheid teruggekaatst geluid dus worden gevarieerd. Met de luchtpomp kan zowel een overdruk als een onderdruk voor het trommelvlies worden gegenereerd. Wanneer de luchtdruk gelijk is aan de luchtdruk buiten is de echo normaliter minimaal.
Compliantie
Bij het maken van tympanogram wordt gekeken wat er met de geluidsoverdracht gebeurt wanneer we de luchtdruk variëren. Bij een tympanogram wordt bovenstaande grafiek omgekeerd weergegeven. Op de verticale as staat de compliantie uit, uitgedrukt in cm3; op de horizontale as de druk. Meestal wordt de meting gestart bij een overdruk van +200 mm H2O. Hierbij wordt de compliantie gemeten van de lucht in de uitwendige gehoorgang.
Bij de meting wordt de druk gevarieerd van +200 mm H2O, naar 0 mm H2O en vervolgens negatief gemaakt tot -400 mm H2O.
Aan de hand van de vorm van het tympanogram kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende vormen geleidingsverliezen.
Tympanogram bij een normaal werkend oor
Bij een normaal oor wordt onderstaande curve verkregen:
Het trommelvlies kan het gemakkelijkst bewegen als de druk aan beide zijde van het trommelvlies aan elkaar gelijk is. Er wordt op dat moment de kleinste mogelijke hoeveelheid geluid weerkaatst.
Verstopte buis van Eustchius
Zit de buis van Eustachius nu verstopt, dan zal het trommelvlies het makkelijkst bewegen bij een onderdruk. Immers in de trommelholte bestaat reeds een onderdruk doordat de buis van Eustachius langere tijd verstopt is geweest. Het trommelvlies staat hierdoor iets naar binnen toe gedrukt. Creëren we nu ook een onderdruk in de gehoorgang dan kan het trommelvlies weer makkelijker bewegen en zal minder geluid reflecteren. Maken we druk nu door middel van het pompje lager, dan kan het trommelvlies weer makkelijker bewegen. Bij een lagere druk wordt nu het minste geluid gereflecteerd. De vorm van het tympanogram heeft echter een normaal verloop.
Tymponogram bij otosclerose
Bij otosclerose waarbij de keten stijver is geworden, wordt het maximum wel bij dezelfde waarde gevonden als bij een normaal werkend oor, maar ligt de top van de curve lager. Bij een gelijke druk is er veel weerkaatsing van het geluid. Het lager liggen van de top wil echter niet in alle gevallen zeggen dat er sprake is van Otosclerose: bij normaal werkende oren is de spreiding aanzienlijk en kan dus ook een lagere top gevonden worden.
Tympanogram bij middenooronsteking
Wanneer er sprake is van otitis media of wel een middenooronsteking, kan het middenoor vol gaan zitten met vocht. Het trommelvlies is nu helemaal niet meer in staat om te bewegen. Hoe hoog of laag de luchtdruk in het oor ook gemaakt wordt er verandert weinig. Bij elke druk wordt evenveel geluid weerkaatst. Met andere woorden de geleiding van het geluid blijft moeizaam verlopen.
Tympanogram bij gaatje in trommelvlies
Wanneer er zich een gaatje in het trommelvlies bevindt, is het moeilijk een overdruk of onderdruk te creëren. Immers de lucht kan vrijelijk tussen de gehoorgang en trommelholte stromen. Er zal slechts weinig geluid worden gereflecteerd.
Bij onderbreking in keten
Wanneer er sprake is van een onderbreking in de keten, vinden we onderstaande curve:
Er wordt een hele grote compliantie gevonden.
Met deze methode kan ook worden nagegaan of bij een sterke geluidsprikkel de musculus stapedius zich aanspant. Dit wordt ook wel de stapediusreflex of stijgbeugelreflex genoemd. Hierbij kantelt het trommelvlies
Wanneer dit spiertje zich aanspant, wordt het trommelvlies minder beweeglijk, doordat het een andere positie inneemt. Bij deze meting wordt gebruik gemaakt van een toon van 85 dB of groter. De reflex doet zich binauraal voor. Dit wil zeggen dat wanneer aan één oor de reflex wordt opgewekt deze zich ook in het andere oor zich voordoet.
Is deze reflex in tact, dan kan geconcludeerd worden dat er geen sprake is van een ernstig geleidingsverlies.
Bij otosclerose is een dergelijke stijgbeugelreflex moeilijk of niet meer meetbaar.
Daarnaast kan met tympanometrie gemeten worden of de reflex aanhoudt of verdwijnt. Dit wordt de zogeheten stapedius reflex vervaltest genoemd. Is er sprake van verval, dan kan dit wijzen op uitputbaarheid van het oor. Een reflexverval bij 500 en 1000 Hz kan wijzen op een abnormale uitputbaarheid.