Hoorbranche negatief in het nieuws. Stichting Hoormij slaakt noodkreet

1 december 2016
Auteur: Rene van der Wilk
Leestijd: 9 min

De afgelopen weken is de hoorbranche veelvuldig in het nieuws geweest. Er verschenen artikelen op internet waaruit bleek dat zorgverzekeraars niet gediend zijn van commerciële activiteiten van audiciensbedrijven en de Volkskrant had het over herrie en heibel in de hoorbranche. Op het moment dat het stof wat leek neer te dalen, kwam Stichting Hoormij met een persbericht, waarin de stichting alle partijen in de hoorbranche oproept om de hoorzorg te redden.
Vier jaar na invoering van de wet op de functionele aanspraak op hoorzorg concludeert de Stichting Hoormij en patiëntenorganisaties die de dove en doofblinde patiënten vertegenwoordigen, dat de uitvoering ervan onder druk staat. De patiëntenverenigingen  maken zich met toenemende mate zorgen over de kwaliteit van de geleverde hoorzorg. Daarom roepen zij een ieder binnen de hoorbranche om actie te ondernemen.

hoorbranche negatief in het nieuws

Stichting Hoormij: Marktwerking in de hoorzorg is race naar het putje

De invoering van de wet op functionele hoorzorg in 2013 zou ervoor moeten zorgen dat slechthorenden en doven dat hoorhulpmiddel krijgen waarmee zij goed kunnen functioneren. Het uitgangspunt is mooi, maar de praktijk laat volgens Stichting Hoormij een ander beeld zien. Stichting Hoormij zegt daarom in hun persbericht dat de marktwerking in hoorzorg zoals deze nu plaatsvindt een race naar het putje is.
Het persbericht leidde tot een item in het RTL-nieuws afgelopen maandag. Hierbij werd een wel erg eenzijdig en negatief beeld geschetst van de werkwijze van de audicien. Tevens werden de nieuwste generatie hoortoestellen op de website weggezet als luxe, nieuwe ontwikkelingen erin als snufjes of ze werden als middel weggezet voor audiciens om het hoofd boven water te houden.
De positieve 
intentie achter het persbericht van de Stichting Hoormij kwam daardoor jammer genoeg niet goed naar voren.

patientenverenigingen hoormij bewust doof dovenschap

Noodkreet Stichting Hoormij

Hoe heeft het zover kunnen komen dat een noodkreet van de Stichting Hoormij en andere patiëntenverenigingen nodig is?
Dat dit zit zo: Sinds 2013 schrijven zorgverzekeraars jaarlijks tenders uit waarop audiciensbedrijven kunnen inschrijven. Door het grote aantal audiciensbedrijven en een gering aantal zorgverzekeraars waar zij mee kunnen onderhandelen, is een contract voor veel bedrijven met een van deze verzekeraars belangrijk om levensvatbaar te blijven. De contracten zijn daardoor nauwelijks onderhandelbaar: het is stikken of slikken. De verzekeraars hebben dus een hele stevige machtspositie. De prijzen voor de hoorzorg die door audiciensbedrijven moet worden geleverd zijn de afgelopen jaren steeds lager geworden. Dat deze zogenaamde marktwerking (van echte marktwerking is natuurlijk geen sprake) tot steeds lagere prijzen voor hoortoestellen leidt, lijkt in eerste instantie positief voor clienten. Immers ook de eigen bijdrage die de client moet bijbetalen (25% van de prijs van het hoortoestel plus de eventuele eigen bijdrage), wordt lager. Wat daarbij vergeten wordt is dat het totale tarief van de hoorzorg die de audicien levert voor ruim 60% bestaat uit arbeid. De steeds lagere prijs die audiciens krijgen voor het verstrekken van een hoortoestel, leidt daarmee uiteindelijk helaas ook tot minder beschikbare tijd voor de client en daarmee een verarming van de hoorzorg. Dat deze tendens nog niet
 is gestopt is te zien aan de prijzen van de nieuw afgesloten contracten voor 2017. Deze liggen nog lager dan voorheen.
Bij deze nog verder dalende prijzen, kunnen volgens Stichting Hoormij audiciens niet én een goed hoorhulpmiddel én de aanpassing én ook nog eens vijf jaar goede hoorzorg leveren.
Dit betekent volgens de stichting dat er moet worden getornd aan de kwaliteit en/of de keuzevrijheid of dat de hoortoesteldrager zelf meer moet betalen voor goede kwaliteit, met name bij de geavanceerde hoortoestellen. In beide gevallen is de slechthorende de dupe. Dit kan volgens de stichting niet de bedoeling zijn van verzekerde zorg. De eerste signalen zijn zichtbaar: er is minder keuzevrijheid, de waardering van de zorg wordt lager gewaardeerd en er vindt zorgweigering plaats. Ook merken sommige audiologen dat hoortoestellen door audiciens slechter worden afgesteld.

stichting hoormij oproep tot actie

Oproep tot actie

De patiëntenorganisaties voor doven, slechthorenden en doofblinden roepen daarom op tot actie. Allereerst vragen zij zorgverzekeraars te stoppen met het steeds verder verlagen van de prijzen. Daarnaast moeten verzekeraars en audiciens zich houden aan gemaakte afspraken over wat goede hoorzorg is. De organisaties vragen de zorgverzekeraars en audiciens met klem om de verbeterde versie van het hoorhulpmiddelenprotocol (versie 2.0) te omarmen en vanaf 2017 in te voeren en samen met hen te blijven werken aan verbeteringen. Audiciens zouden volgens de organisaties daarbij gezamenlijk de gemaakte afspraken moeten verdedigen in plaats van elkaar alleen maar te beconcurreren.

Voorstel: splitsing tussen prijs hoortoestel en zorguren

Ook roepen de patiëntenorganisaties minister Schippers, politiek, ambtenaren, Zorginstituut Nederland en andere betrokken organisaties op nog eens goed te kijken naar de marktwerking in de hoorzorg en de ‘race naar het putje’ te stoppen. De patiëntenorganisaties stellen voor bijvoorbeeld een splitsing tussen de prijs van het hoortoestel en de uren die nodig zijn om dit hulpmiddel aan te passen. Volgens de stichting zouden de de uren vastgesteld kunnen worden door de beroepsgroep audiciens. Zorgverzekeraars zouden met audicienbedrijven dan kunnen onderhandelen over de uurtarieven en niet meer, zoals nu, indirect tornen aan de uren die een audicien kan besteden aan zijn cliënt. Ook kan, net als op andere terreinen zoals de thuiszorg, een minimum worden gesteld aan de tarieven.

Extra betalen bovenop eigen bijdrage

In het persbericht roepen de verenigingen hun eigen achterban op zich heel kritisch op te stellen, zowel bij aanschaf van een hoorhulpmiddel als bij het kiezen van een nieuwe zorgverzekeraar. Ook wijzen zij slechthorenden erop dat zij recht hebben op een hoortoestel waarmee ze goed kunnen functioneren. Onderzoeken zouden volgens de Stichting Hoormij aantonen dat binnen de verzekerde zorg nog prima en adequate hoortoestellen te verkrijgen zijn.

Hoortoesteldatabase verzekerde zorg

Het klopt dat er binnen de database waaruit geput moet worden voor verzekerde zorg prima hoortoestellen zitten. Tegelijkertijd worden veel nieuwere hoortoestellen niet meer aangemeld door de hoortoestelfabrikanten. Dat is logischer wijs ook niet mogelijk gezien de steeds verder dalende prijzen. Zowel fabrikanten als audiciensbedrijven hebben een winstoogmerk. Fabrikanten gaan geen hoortoestellen onder de kostprijs aanmelden en audiciensbedrijven gaan geen hoortoestellen en hoorzorg leveren waar nauwelijks of niets meer meer op te verdienen is. Door de dalende prijzen zullen hoortoestellen die via de verzekerde zorg beschikbaar zijn steeds verder achter gaan lopen qua techniek en mogelijkheden. Ook wordt er door de prijsdruk door audiciensbedrijven steeds selectiever ingekocht (grotere aantallen betekenen lagere inkoopprijzen) waardoor de keuzemogelijkheden aan merken en types bij één en hetzelfde audiciensbedrijf kleiner worden. Ook vindt er momenteel een vorm van verticale integratie plaats: fabrikanten kopen audiciensbedrijven. Door de zo ontstane kortere bedrijfskolom kan er meer (of eindelijk weer) winst worden gemaakt omdat er immers een schakel tussenuit valt. Ook dit zal (op termijn) leiden tot een kleinere merkendiversiteit bij de overgenomen audiciensbedrijven. Slechthorenden die een hoortoestel gaan aanschaffen krijgen aan de ene kant te maken met een database met hoortoestellen van 2 à 3 generaties terug waaruit de audicien of audioloog moet kiezen en tegelijkertijd is er bij één en dezelfde audicien door het selectieve inkoopbeleid minder keuze dan voor de invoering van de functionele aanspraak. En hoe zit het met de meerwaarde van de nieuwste generatie hoortoestellen? Zit het verschil alleen maar in luxe snufjes zoals door een audioloog wordt gesuggereerd op de website van RTL-nieuws of hebben deze daadwerkelijk meerwaarde?

Nieuwste generatie hoortoestellen: luxe snufjes of echte meerwaarde

De nieuwste generatie hoortoestellen zullen voor een deel van de slechthorenden flinke meerwaarde hebben. Dat zit niet alleen in de snufjes zoals door een audioloog wordt geopperd op de website van RTL-Nieuws. Door de toepassing van nieuwe technieken kan niet alleen het verstaan van spraak verbeteren maar ook de luisterinspanning drastisch worden verlaagd. Slechthorenden geven namelijk vaak aan ’s avonds doodop te zijn, bijvoorbeeld na een dag werken en blijken daardoor vaak geen energie meer over te hebben voor hun gezin, vrienden en (ontspannende) privé-activiteiten. Als horen minder luisterinspanning kost, hebben slechthorenden meer energie over en komt dat hun welbevinden ten goede. Als slechthorenden dit ook daadwerkelijk ervaren dan zijn deze nieuwe technieken zeker geen luxe snufjes zoals een internetverbinding op een hoortoestel, maar maken het verschil tussen dag en nacht voor een slechthorende. Ook telefoneren of muziek luisteren met een hoortoestel met Bluetooth is voor een (veel kleiner) deel van de slechthorenden van grote meerwaarde.
In de discussie of een hoortoestel voldoet, komen steeds weer de termen adequaat en boven-adequaat terug, terwijl niemand daar ooit een definitie van heeft gegeven. Is het niet verstandig de slechthorende zelf te laten bepalen of hij/zij de meerwaarde van de nieuwste hoortoestellen ervaart en of het hem of haar de meerprijs waard is? Dat is het laatste stukje markt dat vooralsnog wél vrij is binnen de hoorbranche. Al zal het niet verwonderlijk zijn dat zorgverzekeraars straks in hun contracten met audiciens ook daar een stokje voor proberen te steken. 
In de Volkskrant spreekt een audioloog uit Rotterdam zijn vermoeden uit dat hoortoestellen die de audicien niet graag verkoopt, bewust door hem slecht afgesteld worden. Er zullen vast binnen de hoorbranche enkele detaillisten zijn die hun clienten geen eerlijk vergelijk laten maken. Gezien het relatief lage percentage hoortoestellen in de vrije markt die in het hoge segment worden verkocht en er ook vanuit gegaan kan worden dat slechts een klein percentage van de audiciens dit risico wil nemen, zullen deze onoorbare praktijken zich maar sporadisch voordoen. Wat namelijk blijkt is dat binnen de 13% die als ‘vrije markt’ wordt aangeduid en waarvan ook op HOorzaken.nl verondersteld werd dat dit de duurdere high-end hoortoestellen zijn, slechts zo’n 8% dit daadwerkelijk is. In de 13% zitten namelijk ook nog eens de hoortoestellen die door audiciens verkocht worden die geen contract hebben met een zorgverzekeraar en waar de client via restitutie het bedrag terug ontvangt.  

Nieuw probleem binnen de hoorbranche: audiologische centra lopen achter

Er blijkt zich een nieuw probleem voor te doen binnen de hoorbranche: de audiologische centra waarvan verwacht kan worden dat zij als expertise centra kennis en ervaring hebben met de laatste ontwikkelingen, lopen ondertussen achter. Zij doen immers geen ervaring meer op met de nieuwere generaties hoortoestellen en zijn naar alle waarschijnlijkheid zelfs niet meer op de hoogte wat deze te bieden hebben.
De hoortoestellen die verkrijgbaar zijn via de verzekerde hoorzorg en waar audiologische centra mee werken lopen zo’n 5 jaar achter bij de nieuwste ontwikkelingen. Nieuwe hoortoestellen waar slechthorende audiciens maar ook hun slechthorende clienten razend enthousiast over zijn en waarvan zij de meerwaarde ervaren, worden op de website van RTL afgedaan als luxe.
De vraag rijst dan: waar kunnen slechthorenden dan nog terecht voor goed advies over deze hoortoestellen? Audiologische centra werken er niet mee en audiciens die wél goed op de hoogte zijn en ervaring hebben met nieuwe hoortoesteltechnieken worden in de nieuwsberichten verweten (te) commercieel te zijn of verwijten elkaar dat, zoals directeur Remco Berkel van Specsavers dat doet in de Volkskant van 19 november jongstleden. Hij zegt daar: “Met de verkoop van meer geavanceerde apparaten hopen zij (redactie: audiciens die duurdere hoortoestellen buiten de database om verkopen) het hoofd boven water te houden.” Dit terwijl andere audiciens in de stijging van de verkoop van duurdere toestellen juist een bewijs zien dat het huidige systeem niet deugt. Slechthorenden die een moderner hoortoestel nodig hebben, moeten dit immers zelf aan schaffen. Het is overigens vreemd dat Specsavers in Nederland hier op deze manier stelling in neemt. In Engeland blijkt bij dit zelfde bedrijf juist wel duurdere hoortoestellen verkocht te worden. Natuurlijk kan de stellingname van de directeur van Specsavers ook gezien worden als strategie en een PR offensief. Nadat op de huidige manier door het bedrijf voldoende marktaandeel is verkregen en een deel van de concurrenten uit de markt is geduwd, kan het zo maar zijn dat ook deze keten zich daarna wél gaat richten op de particuliere markt. Dat het reeds mogelijk is bij deze combi-keten particulier hoortoestellen aan te schaffen is te vinden op hun website.
Vooralsnog blijft de audicien de aangewezen plek om als slechthorende informatie te vergaren over de nieuwste ontwikkelingen op hoortoestelgebied. Als slechthorende client is het wel goed om bij meerdere audiciens je licht op te steken. Immers iedere audicien levert maar een beperkt aantal merken, ook van de hoortoestellen die buiten de database van de zorgverzekeraars vallen. 

Goed horen vergeleken met rijden in luxe Rolls Royce 

In het artikel op de website van RTL wordt door een audioloog het zo goed mogelijk willen horen vergeleken met het rijden in een Rolls Roys; alsof het een luxe is. Dat is bevreemdend, want in het merendeel van de gevallen is een optimale revalidatie van het gehoor met een hoortoestel helemaal niet mogelijk en vaak genoeg is er extra apparatuur (soloapparatuur) nodig om het horen verder te verbeteren om zo ook in uitdagende situaties zoals vergaderingen, restaurants en verjaardagen mee te kunnen komen. Natuurlijk kun je met een oud model Opel zonder airco en een slechte wegligging prima naar Spanje rijden, maar dan heb je wel een paar dagen langer nodig om bij te komen van je reis. Gelukkig kan een automobilist zich permitteren zijn reis in meerdere etappes af te leggen. Wellicht krijgt de slechthorende bij een audiologisch centrum straks ook het advies om gewoon maar minder vaak te communiceren op een dag. Dan is het eind van de week misschien ook nog wel te redden zonder uitgeput te raken, zonder hoofdpijn en met niet al te veel stress.    

Zoektocht naar passende hoorhulpmiddelen lijkt flinke uitdaging  te worden

De zoektocht van slechthorenden naar passende hoorhulpmiddelen lijkt zo een flinke uitdaging te worden. Als je als slechthorende alles geloofd wat er wordt geschreven dan kan je nergens meer met enig vertrouwen terecht. Dit terwijl uit tevredenheidsonderzoeken blijkt dat de audicien in Nederland zijn werk gewoon heel goed doet. Het is te hopen dat de hoorzorg niet echt door het putje gaat. Dat zou uiteindelijk het failliet betekenen van de vergoede hoorzorg, al vragen sommigen zich al af of de echte vrije markt die dan ontstaat niet meer duidelijkheid geeft en uiteindelijk tot betere hoorzorg leidt.             

Reacties (4)
  1. De klepel en de klok beste Rene. Het wordt eens tijd dat je je toch weer eens verdiept in de rol en verantwoordelijkheid van een Audiologisch Centrum. De conclusie dat Audiologische Centra ‘achter lopen’ trek je louter en alleen op het feit dat de hoog geavanceerde hoortoestellen buiten de verzekerde zorg vallen. Twee zaken:
    * Audiologische centra, zoals je weet, vallen onder de zorgverzekeringswet, maar verstrekken/verkopen geen hoortoestellen. Patiënten komen ‘gewoon’ binnen met hoortoestellen, gekocht bij audiciens, wel of niet verzekerd betaald, wel of niet in het hoogste segment. Waar haal je in hemelsnaam de idee vandaan dat dan dus ‘de centra achter lopen’. Klinkklare onzin.
    * De Klinisch Fysicus Audioloog ‘kiest’ in principe niet voor een toestel. En iedere client, ongeacht waar deze een toestel heeft aangeschaft, en voor welke prijs dan ook, wordt, indien nodig, gewoon (en gelukkig maar) op een audiologisch centrum geholpen. EN, gelukkig is ook GAIN zich zeer bewust van de rol die audiologische centra spelen in de juiste aanpassing van toestellen. Ook de industrie heeft er baat bij dat onafhankelijke expertise kan worden ingezet wanneer de aanpassing, wel of niet duur aangeschaft, wel of niet in het hoge of lage segment, toch niet goed aansluit bij de hoorvraag van de klant.

    Kritisch de ontwikkelingen volgen lijkt me een uitstekende grondhouding. Maar als je de Klok wel hoort, maar de klepel niet goed weet te duiden, wordt het onnodig en onzinnige journalistiek. Niet een ‘onafhankelijk informateur’ waardig.

    Beetje kort door de bocht dus.

    collegiale groet,

    Marco Strik

  2. Beste Marco,
    Slechthorenden komen vaak genoeg ook zonder hoortoestel bij een audiologisch centrum binnen. Bij deze centra worden hoortoestellen voorgeschreven, niet alleen door audiologen maar ook door audiologisch assistenten. Dat kan zijn door het aangeven in welke categorie hoortoestellen moeten vallen of door het opschrijven van een bepaald merk en type.
    Er wordt dus wel degelijk door klinisch fysici en ook anderen binnen AC’s gekozen voor een hoortoestel uit een bepaalde categorie en zoals aangegeven in sommige gevallen zelfs voor een specifiek merk en type hoortoestel. Vraag maar eens na bij de audiologische centra aangesloten bij de FENAC waar je directeur van bent. Ik leg de klepel en de klok daarom graag bij je terug.
    Wat ik wel zie sinds dat ik binnen deze branche rondloop is dat het merendeel van audiologische centra geen voortrekkersrol hebben en dat zonder de audiciensbedrijven die wel nieuwe ontwikkelingen omarmen er een flinke stagnatie daarvan had plaatsgevonden. Dit wordt volgens mij deels veroorzaakt door een veelal puur fysische kijk op de problematiek die slechthorenden ervaren en waar naar gekeken wordt bij het bepalen of hoortoestellen meerwaarde kunnen hebben.
    De veronderstelling dat audiologische centra de kennis van nieuwe ontwikkelingen niet bijtijds in huis hebben (of pas in een laat stadium na introductie), baseer ik op eigen ervaringen uit het verleden en ervaringen van vertegenwoordigers van fabrikanten die ik de afgelopen week heb gebeld. Een afspraak bij een audiologisch centrum op korte termijn is veelal niet mogelijk en vaak zit er tussen productintroductie en de afspraak zo maar een half jaar zo niet langer. 
Dat is lang wanneer er wordt gekeken naar de levenscyclus van producten (zo rond de 2 jaar) en gezien het feit dat een slechthorende pas na 5 jaar weer aan een nieuw hoortoestel mag beginnen. Ik begrijp natuurlijk dat audiologische centra het erg druk hebben gezien de zeer lange wachttijden op dit moment.
    
Dat audiologische centra ook met de nieuwe high end technieken weinig ervaring opdoen en nieuwe technieken ook niet massaal omarmen, blijkt ook uit een simpel rekensommetje: er worden 290.00 hoortoestellen per jaar verkocht. Naar schatting is 8% een buitencategorie in het high end segment. Dat zijn 23200 hoortoestellen per jaar. Maximaal 15% (dat is denk ik erg ruim genomen zeker voor dit segment) betekent 3480 hoortoestellen en dus zo’n 1740 patiënten daarmee bij de AC’s. Dit verdeeld over 34 AC’s is net aan 51 patiënten. Die verdeeld over een stuk of tien merken, is maximaal 5 clienten per merk in het hoge segment, ook nog eens verdeeld over meerdere audiologen. Mocht je andere cijfers hebben dan hoor ik het graag.

    • Beste René,

      volgens mij signaleer je terecht een probleem, al ben ik het ook niet in alles met je eens. Wat ik zelf signaleer in je stuk en in de reactie van Marco is dat er en vijandige sfeer dreigt te ontstaan tussen audiciens en audiologen. Volgens mij hebben we hetzelfde belang en dat is een zo goed mogelijke hoorzorg. Ik weet dat in het buitenland altijd veel waardering was voor de manier waarop de hoorzorg in Nederland werkt en de kwaliteit die dat oplevert voor de patienten. Voor mij is een goede samenwerking tussen audiciens en ACs daarin van cruciaal belang.
      Dat gezegd hebbende wat kanttekeningen. Marco heeft gelijk dat audiologen (in ieder geval degenen die ik ken) wel degelijk op de hoogte blijven van toestellen die buiten de database vallen. In de uitspraken van audiologen die je aanhaalt kan ik me dan ook niet vinden. Wel is het zo dat de beroepsgroep kritisch is op technologie die in prachtige brochures wordt aangeprezen als wereldschokkend en DE oplossing voor alle slechthorenden. Binnen Pento signaleren we al langer het probleem dat van een aantal nieuwe ‘snufjes’ heel lastig in kaart te brengen is wat het voordeel nu precies is. En of een aangedaan gehoor nog wel het voordeel uit die snufjes kan halen. Maar als patienten duidelijk aangeven verschil te merken, dan dienen we dat als beroepsgroep serieus te nemen en te kijken of we dat ook kunnen onderbouwen.
      Wat betreft de vergoedingen en de invloed van de verzekeraars ben ik van mening (en dit is een persoonlijke mening) dat het merkwaardig is dat verzekeraars – veelal indirect – invloed hebben op de keuze van de toestellen. Het zou volgens mij goed zijn als de verzekeraar zich alleen bezig houdt met de vergoedingen en bijvoorbeeld per categorie een vast bedrag vergoedt. Als een patient dan voor een duurder toestel kiest en zelf bijbetaalt zie ik niet in waarom een verzekeraar daar een probleem mee zou hebben. Zeker niet omdat iedereen het recht heeft om bij een AC na te vragen of het niet anders/goedkoper kan. En het zou helemaal mooi zijn als verzekeraars aan hun clienten duidelijkheid geven over de vergoedingen die ze bieden, zodat een directe vergelijking mogelijk is. Dan zijn we meteen van de ingewikkelde, tijdrovende en dus geldverspillende onderhandelingen en contractering af…

  3. Gezellige discussie hier. Paar zaken die me als slechthorende opvallen: er is wel degelijk een tweedeling ontstaan tussen de ziekenfondstoestelletjes op de lijst en relatief goede hoorapparaten (want er valt nog ontzettend veel te verbeteren). Proef-ondervindelijk heb ik zelf moeten ontdekken dat ik toch echt de duurdere nodig heb voor mijn werk. En heb dus de volle mep zelf moeten betalen. Bij een audiologisch centrum kunnen ze me erg weinig uitleggen over wat de laatste ontwikkelingen zijn.
    Audiciens worden (noodgedwongen) steeds meer merk-afhankelijk.
    Kortom, als slechthorende moet je tegenwoordig veel meer zelf uitzoeken én vaak veel meer betalen om optimaal te functioneren.
    Hoe kunnen we weer terug naar een vergoeding per slecht oor per (vijf) jaar?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer nieuws

Het verhaal van Frances: lees hier over haar ervaringen met haar Cochleair Implantaat

18 april 2024 | Het is oktober 2012 als ik sinds lange tijd weer de wachtkamer van de KNO [...]

Fluoroscopie biedt meerwaarde bij plaatsing cochleair implantaat

15 april 2024 | Duitse onderzoekers zien voordelen van de inzet van een fluoroscopisch beeldvormingssysteem bij het implanteren van [...]

Bernafon Encanta nieuwe hoortoestelfamilie uit de koker van Demant  

14 april 2024 | Demant het moederbedrijf van Oticon en Bernafon lanceerde afgelopen week tijdens een bijeenkomst in Utrecht [...]

Realistische reclames zijn een utopie, ook voor hoortoestellen | Column

11 april 2024 | De roep om realistische reclames voor hoortoestellen komt met enige regelmaat voorbij op sociale media. [...]