Het risico op gehoorschade bij jongeren kan met screeningsvragenlijsten niet op betrouwbare wijze worden onderkend. Dat blijkt uit onderzoek van onder meer dr. Deepa Sekhar dat gepubliceerd is in het tijdschrift “Journal of Medical Screening”.
Net als eerdere studies kon ook deze studie geen verband aantonen tussen de voor jongeren zo typische lawaaiblootstelling en gehoorschade. De onderzoekers suggereren dat mogelijk de blootstellingsduur en erfelijkheid ook een rol spelen.
Niet alleen de intensiteit van het lawaai, maar ook de blootstellingsduur draagt bij aan het al dan niet oplopen van gehoorschade. Ook blijken sommige mensen van nature gevoeliger voor gehoorschade dan anderen.
Een andere verklaring voor het ontbreken van een dergelijke relatie is dat mensen vanuit zichzelf vaak gehoorpauzes nemen of de muziek zachter zetten na een langere tijd van hoge intensiteitsniveaus.Dat kan natuurlijk alleen als er de mogelijkheid is om het geluidsniveau zelf te beïnvloeden of wanneer terugtrekken uit het lawaai mogelijk is.
Dit onderzoek laat zien dat het goed is voorzichtig te zijn met conclusies te trekken over slechthorendheid bij jongeren op grond van subjectieve gegevens zoals vragenlijsten alleen. Voorzichtigheid met onze oren is natuurlijk vooral geboden.
Bron:
Sciencedaily.com
D. L. Sekhar, T. R. Zalewski, T. S. King, I. M. Paul. Current office-based hearing screening questions fail to identify adolescents at risk for hearing loss.Journal of Medical Screening, 2014; DOI: 10.1177/0969141314551850